Zoete overgave(101)
Van alles wat er was gebeurd, waren haar gevoelens voor Gray het moeilijkst te accepteren. Ze hield van hem. In ieder geval van de man die ze dacht te kennen. Maar hoe kon ze daar nu zeker van zijn? Het idee dat ze verliefd was geworden op een illusie dreef haar tot wanhoop. Ze had zich haar hele leven nooit eerder zo alleen gevoeld. Ze kon deze situatie niet eeuwig ontlopen, dat wist ze, maar ze had tijd nodig. Tijd om niet zo emotioneel te zijn als ze uiteindelijk Gray en de waarheid over wat er tussen hen speelde onder ogen zou komen.
Gray vloekte toen er weer een stoplicht op rood sprong op Seawall Boulevard. Hij greep het stuur steviger vast terwijl hij ongeduldig wachtte tot het op groen sprong. Zijn andere hand lag op zijn schoot. Hij had het zware verband van zijn schouder gerukt om zo zijn arm beter te kunnen bewegen, ondanks de waarschuwing van de dokter dat niet te doen. Het was nog steeds verrekte gevoelig en het kleinere gaasje over de hechtingen had hij laten zitten, maar hij was er klaar mee. Hij had beide armen nodig.
De afgelopen dagen waren ontzettend frustrerend geweest omdat hij Faith niet mocht zien en hij wilde met liefde zijn vuist door een muur rammen. Hij was bij Pop op bezoek gegaan, vastberaden om niet langer nee te accepteren, en had te horen gekregen dat ze was vertrokken.
Gedurende de uren daarna was hij bijna door het lint gegaan. De absolute machteloosheid nu hij niet met haar kon praten, zelf kon vaststellen hoe het met haar ging… Pure hel. Niet dat de situatie nog veel erger kon worden.
Maar toen hij had gehoord waar ze was en hoe ze daar was gekomen, liet hij bijna alle hoop varen. Hij wist verdomd goed dat Damon Roche geïnteresseerd was in Faith en dat als ze hem ook maar de minste aanmoediging gaf, hij daar meteen op in zou gaan.
De zon ging al onder toen hij zijn truck op de oprit van het strandhuis parkeerde. Hij stapte uit en liep zo snel mogelijk de treden naar de voordeur op. Zou hij op de deur kloppen? Nee, het was erop of eronder. In het ergste geval zou ze hem vertellen dat hij moest oprotten.
Hij voelde aan de deurknop en de deur ging open. Hij ging naar binnen en liep de woonkamer in. Daar lag ze, op de bank. Zijn mond voelde opeens droog aan, zijn hart sloeg wat sneller, en hij balde zijn vuisten. Hij ging naar haar toe, liet zich naast haar op zijn knieën vallen en nam haar in zich op. Ze zag er ongelooflijk kwetsbaar uit in haar slaap, alsof ze met de grootst mogelijke voorzichtigheid moest worden behandeld. Hij durfde haar bijna niet aan te raken. Bijna.
De verleiding was onweerstaanbaar, hij streelde met een vinger over haar wang naar haar mondhoek en daarna over haar fluweelzachte lippen. Tot zijn verdriet zag hij de sporen van haar tranen. Hij bukte zich en kuste de rode vlekjes.
Ze bewoog zich en deed langzaam haar ogen open. ‘Gray?’ fluisterde ze.
‘Ja, lief. Ik ben het.’
Er verscheen een sombere blik in haar ogen en hij voelde dat de afstand tussen hen toenam. Alsof ze een barrière tussen hen opwierp.
En dat brak verdomme bijna zijn hart.
Hij wilde niet dat ze de emotionele afstand nog groter maakte, dus hij pakte haar vast, hield haar dicht tegen zich aan en liet tot zich doordringen dat ze veilig was, dat ze leefde. Ze voelde teer en o zo kostbaar aan in zijn armen.
‘Ik zou het niet kunnen verdragen als ik jou verloor,’ zei hij vurig. ‘De afgelopen dagen zijn ontzettend zwaar geweest. Het enige wat ik wilde was je vasthouden, je aanraken, je vertellen hoeveel ik van je hou.’
Ze hield zich heel stil. Toen leunde ze iets naar achteren om hem aan te kijken. ‘Ik had tijd nodig om na te denken,’ zei ze zacht.
Hij legde zijn hand tegen haar wang. ‘Faith, ik heb je niet als aas gebruikt. Onze tijd samen in het strandhuis was niet bedoeld om Samuels uit zijn tent te lokken. Dat zou ik je nooit aandoen.’
Ze drukte haar vinger tegen zijn lippen. ‘Dat weet ik, Gray. Pop heeft me verteld wat er is gebeurd. Ik begrijp het. Hij heeft me verteld dat hij je heeft gevraagd me niets te vertellen over het potentiële gevaar waarin ik verkeerde. Hij voelt zich ontzettend schuldig.’
Hij fronste verward zijn wenkbrauwen. ‘Maar waarom… Ik begrijp het niet. Als je dat weet…’ Hij zweeg en begon opnieuw. ‘Waarom ben je dan zo van streek?’ flapte hij er uiteindelijk uit.
Er verscheen een diepbedroefde blik in haar ogen en zijn maag verkrampte. God, hij zou alles doen om die ellende weg te nemen.
Ze wendde haar gezicht af terwijl er een traan ontsnapte, die streek hij met zijn duim weg. ‘O, lief, niet huilen. Vertel me nou wat er aan de hand is, dan kan ik er iets aan doen.’
Ze keek hem weer aan. ‘Dat kun je niet.’ Ze ademde beverig in. ‘Gray, ik begrijp waarom je het hebt gedaan. Ik ben niet boos. Ik geloof dat je niet naar het strandhuis bent gekomen om de moordenaar van je partner uit zijn tent te lokken. Maar wat ik niet kan accepteren is dat er helemaal niets echt van was. Ik kan niet leven met het feit dat je me mijn zin gaf om een band met me op te bouwen, om informatie los te krijgen en daarna om me te beschermen. Je was er zo zeker van dat ik een spelletje met je speelde, maar wat deed jíj dan? Je bouwde een hele fantasiewereld voor me.’