Reading Online Novel

Winterberg(9)



‘Kamer 17? Maar...’

‘Je wordt betaald om voor mij te werken, Mara, niet om zelf na te denken of een mening te hebben,’ zette Isa de receptioniste even stevig op haar plek. ‘Sleutel 14 en 17 graag.’ Mara draaide zich met een rood hoofd om naar het sleutelrek. Het was niet duidelijk of ze kleurde van boosheid of schaamte.

‘Nou, Isa, jij hebt de wind er goed onder,’ grinnikte Lieke die het schouwspel wel amusant leek te vinden. Sophie vond er niets grappigs aan en voelde zich hoogst ongemakkelijk bij deze situatie. Isa kon toch wel een beetje respectvol met haar personeel omgaan? Die Mara bedoelde het vast goed. Isa trok de sleutels die Mara haar voorhield niet al te zachtzinnig uit haar handen.

‘Ik wijs onze gasten zelf hun kamers wel even. Maak jij de eetzaal maar vast in orde voor het diner.’ Zonder haar nog een blik waardig te gunnen, draaide Isa zich om. ‘Volg mij maar dames. En heer.’ Isa’s houding sloeg als een blad aan de boom weer om. Mara haalde duidelijk het slechtste in haar nicht naar boven en Sophie vroeg zich af wat daar de reden van was.

Sophie pakte de koffer die aan haar voeten stond en wenkte Daan te volgen. Bij het verlaten van het vertrek schonk ze Mara nog een vriendelijk bedoelde glimlach die werd beantwoord met een hoofdknik. Lieke racete haar voorbij met haar koffer. Die griet had altijd haast. Het leven is te kort om stil te staan en tijd is geld, waren haar twee favoriete motto’s die ze zichtbaar naleefde. Of ze er nou een leuker mens door werd was nog maar de vraag. Vluchtig en oppervlakkig waren in elk geval kenmerken die bij Lieke pasten. Want hoe kon je diepgang hebben als je nooit de tijd nam om ergens bij stil te staan?

Daan stond inmiddels naast haar met zijn deel van de bagage en pakte haar hand. Samen liepen ze achter de voortsnellende Lieke en Isa aan de lange, summier verlichte gang in. De donkere vloerbedekking die daar lag vertoonde geen zichtbare slijtplekken en was pas nog gestofzuigd. Lichtgekleurde vloerbedekking was misschien mooier geweest in het toch al vreugdeloze geheel, maar je zag er ook alles op. Ze liet haar ogen langs de kamernummers gaan in een poging zich te oriënteren. Het was duidelijk dat ze aan de oneven kant zaten. Aan de muren hingen portretten van zo te zien allang overleden voorouders. De kamerdeuren zagen er ouderwets en robuust uit, maar waren allemaal voorzien van een modern elektronisch slot. Sophie verbaasde zich over de vreemde mix tussen heden en verleden die deze gang uitstraalde. Het viel haar op dat de afstand tussen de kamerdeuren vrij groot was. Ze hoopte dat dat betekende dat de kamers ruim waren.

Isa stond inmiddels te wachten bij een deur aan het begin van de gang. Dat was ongetwijfeld kamer 17. Lieke stond er wat ongedurig bij. Die had natuurlijk gehoopt dat zij als eerste naar haar kamer werd gebracht.

‘Dit is jullie kamer.’ Isa overhandigde Sophie de robuuste hanger waar de sleutelkaart aan hing. Daarna richtte ze zich tot Lieke. ‘Jouw kamer ligt aan de andere kant. Daar zijn de even nummers. Volg me maar.’ Ze wilde al verder lopen, maar bedacht zich. ‘Het diner is om zeven uur in de eetzaal op de eerste verdieping. Als jullie je rond kwart voor zeven melden bij de receptie dan wijst Mara jullie de weg. Zorg dat je op tijd bent,’ voegde ze eraan toe. ‘Oom Dieter heeft een ongelofelijke hekel aan mensen die te laat komen.’

‘We zullen op tijd zijn,’ antwoordde Sophie.

‘Kom, Lieke, ik breng je naar je kamer want ik heb nog meer te doen.’ Isa werd ineens weer ongeduldig. Lieke keek Sophie aan en trok een gekke bek. Ze was duidelijk niet onder de indruk van de woorden van Isa en schamperde: ‘Nog meer te doen? Het hotel is uitgestorven. Volgens mij zijn wij op dit moment de enige gasten, of niet soms?’

‘Nou, volgens mij ontbraken er twee sleutels bij de receptie,’ reageerde Sophie. ‘En aan de voorkant van het hotel zag ik een gordijn heen en weer gaan.’

‘Dat moet je je ingebeeld hebben, Sophie,’ zei Isa. ‘Aan de voorkant zit niemand en de enige twee ontbrekende sleutels zijn die van Dieters kamer en de kamer die ik overdag gebruik of als ik geen zin of tijd heb om naar mijn appartement te gaan. Verder is het hotel leeg. We zijn de boel een beetje aan het opknappen en tijdelijk gesloten voor andere gasten, maar dat wil niet zeggen dat er niets te doen is,’ pareerde Isa. Zonder verder nog iets te zeggen liep ze door, ervan uitgaand dat Lieke wel zou volgen. Sophie trok haar wenkbrauwen op en keek Daan aan. ‘Isa is duidelijk met haar verkeerde been uit bed gestapt. Als ze ook zo horkerig tegen haar gasten doet, dan voorzie ik spoedig een faillissement van het hotel.’

‘Al die donkere kleuren dragen ook niet echt bij aan een gezellige sfeer,’ merkte Daan op. ‘Wat een bedompte toestand zeg. Geen plek waar ik voor mijn lol naartoe zou gaan om mijn schaarse vakantiedagen door te brengen.’