Winterberg(71)
Daan probeerde Sophie uit zijn hoofd te zetten. Hij moest proberen haar voorlopig even te vergeten, anders werd hij gek. Maar hoe vergat je iemand die zo met je leven verbonden was en van wie je zielsveel hield? Hij ging weer op bed liggen en sloot zijn ogen. Hij probeerde aan leuke dingen te denken zoals zijn moeder vroeger altijd tegen hem zei als hij niet kon slapen. Maar wat vond hij leuk? Hij wist het niet meer. Op dit moment wist hij helemaal niets meer. Op zijn netvlies verschenen de gruwelijke foto’s van de plaats delict die ze hem vandaag meermalen onder ogen hadden geduwd. Hij had ze niet willen zien, maar ze hadden hem gedwongen. Hij had gekotst, zo misselijk was hij geworden van de detailplaatjes die niets verhulden. Hij had diep respect gekregen voor forensisch onderzoekers. Hoe hielden ze het vol om dagelijks naar dergelijke verschrikkelijke beelden te kijken en dan had hij het nog niet eens over de patholoog-anatoom die het lijk volledig moest ontleden en er letterlijk in zat te wroeten tijdens een sectie.
Hoe zou Isa’s lichaam er nu bij liggen? Waren ze klaar met alle onderzoeken en kon ze naar haar laatste rustplaats worden gebracht? Zouden ze haar nog een beetje proberen te fatsoeneren voordat het lichaam werd teruggegeven aan de familie? Als er nog iets te fatsoeneren viel. Hij herinnerde zich een documentaire die hij ooit had gezien over mensen die lijken reconstrueerden na ongelukken, verdrinking of andere doodsoorzaken die de overledene niet flatteerden. Hij had gefascineerd gekeken terwijl Sophie zich boven had teruggetrokken omdat ze die ‘morbide toestanden’ niet aan kon zien.
Waarom dacht hij eigenlijk na over dit soort dingen? Hij probeerde de beelden te verdringen met beelden van de zee. Stelde zich voor dat hij hand in hand met Sophie over het strand liep terwijl de zon op hun wangen brandde. Hij werd er niet blij van. Sophie. De pijn van het gemis en de onzekerheid over haar toewijding aan hem sloeg weer in volle hevigheid toe. Wat zou ze nu aan het doen zijn? Haar spullen pakken om zo snel mogelijk naar Nederland te vertrekken? Hem hier achterlatend... Zou ze nog omkijken, aan hem denken? Of zou ze hem en alles wat haar aan hem herinnerde radicaal uit haar leven bannen? Zou ze zich vanaf nu volledig richten op de toekomst en hun gezamenlijke historie wegpoetsen als krijt op een bord na een lange, harde les?
46
De atmosfeer in de tunnel was steeds hetzelfde geweest, maar ineens merkte Sophie een miniem verschil. De lading in de lucht om haar heen leek anders, zwaarder. Ze ademde de lucht in door haar neus. Was de geur ook anders? Zou kunnen, maar het kon ook verbeelding zijn. Het leek ook wel wat warmer te zijn in dit stuk dan in het gedeelte daarvoor. Ze keek wat verder vooruit. Het leek wel of de gang verderop wat breder werd. Was dat ook daadwerkelijk zo of was het gezichtsbedrog? Ze bewoog haar zaklamp een paar keer van links naar rechts en ging wat sneller lopen. Ja, het leek echt wel of er meer ruimte was. Ze versnelde nogmaals. Het idee van meer bewegingsvrijheid gaf haar nieuwe energie.
Al snel zag ze dat de gang uitkwam op een T-splitsing. Besluiteloos stond ze stil, moest ze links- of rechtsaf gaan? Ze koos uiteindelijk voor links. Dat was een verkeerde keuze want de weg liep dood. Ze liep terug en vervolgde haar weg door nu voor de rechterafslag te kiezen. Al binnen een paar meter maakte de gang een haakse bocht en ineens stond ze in een verlichte ruimte. Ze knipperde verbaasd met haar ogen en keek om zich heen. Ze zag nog niet zoveel omdat haar nachtblinde ogen moesten wennen aan het plotselinge licht. Wat was dit nou weer? Hoe kwam er licht in deze ruimte? Haar hart sloeg een slag over. Ze herinnerde zich dat oom Dieter tijdens het bezoeken van de wijnkelder iets had verteld over ertswinning die hier vroeger had plaatsgevonden. Dat zou betekenen dat er tegen haar verwachtingen in toch elektriciteit in deze krochten aanwezig was.
Het licht kwam van boven dus ze richtte haar blik omhoog. Aan een haakje hing een peertje dat verbonden was met iets wat leek op een stroomkabel. Ze keek recht in de lamp die na haar strooptocht door de duisternis zeer fel aandeed. In een reflex kneep ze haar ogen toe om ze te beschermen. Langzaam begonnen haar ogen zich aan te passen en het beeld om haar heen werd steeds scherper. Iets waar ze meteen spijt van kreeg. Toen de vlekken voor haar gezichtsveld eindelijk verdwenen waren, sloeg ze haar hand voor haar mond.
In de ruimte stond een veldbedje met een paar slaapzakken en erbovenop lag een iPad die verdacht veel leek op het exemplaar dat een paar dagen geleden uit hun auto was gestolen. Op de zwarte beschermhoes zat een sticker met het logo van de school waar ze werkte. Schichtig keek ze om zich heen. De ruimte was verlaten en ze hoorde ook geen enkel geluid. Waar was degene die hier een uitvalsbasis had gemaakt? Ze kon zich ineens wel voor haar kop slaan dat ze ongewapend aan deze zoektocht was begonnen. Ze had toch wel een mes bij zich kunnen steken?