Wat de doden weten(65)
Kay voelde hoe de vochtigheid van de steen door haar rokje drong, maar toch waren haar handpalmen vreemd warm en zweterig.
‘En nu komt ze terug, zeg je. Ik ga Gloria bellen om te vragen wat zij hier allemaal van denkt. Misschien moet ik morgen maar vrijwillig gaan, het hele verhaal toch maar vertellen. Tegen die tijd zullen ze er wel klaar voor zijn om me te geloven, verwacht ik.
21
Er zweefden babies over het computerscherm. Nee, geen baby's, als in meervoud – alleen dé baby, de enige baby die er sinds het nieuwe millennium toe deed. Schuif eens op, Jezus, dacht Kevin, maak plaats voor Andrew Poitei Jr. En nu had zijn computer-vaardige moeder een eindeloze hoeveelheid afbeeldingen van hem ingevoerd zodat de computer zodra hij in slaapstand ging een kleine-Andy-diashow in gang zette. Andy als piepkleine baby, gewiegd door zijn reusachtige vader. Andy die zat te eten, Andy die een prentenboek ‘las’, Andy die naar een kerstboom tuurde. Zijn vaders genen waren op het gezicht en het vlezige lijf van het jongetje geprent, maar Kevin dacht tot zijn genoegen iets van Nancy Porters zoete scepticisme in zijn geknepen ogen terug te zien. Dus je beweeit dot er een of andere kerel bestaat die me cadeautjes komt brengen? Wat zit ei dan in vooi hem? En wat heeft die veidomde boom er dan mee te maken?
‘De databases van Pennsylvania zijn een ramp,’ zei Nancy nu, terwijl ze haar cursor verschoof zodat Andy verdween en haar computer weer naar een webpagina in het archief schoot. ‘Of ik weet gewoon niet hoe ze werken. In Maryland heb ik niet meer nodig dan een adres en het district en dan kan ik tot jaren terug uitvinden wie de eigenaar van een kavel was. Maar het is me nog niet gelukt om iets soortgelijks in Pennsylvania te vinden. De enige hit die ik kreeg bij het adres dat je me gaf, was van toen het van een BV was die het land een paar jaar geleden heeft doorverkocht.’
‘Een BV?’
‘Een besloten vennootschap, een klein bedrijfje. Mercer Inc. Kan van alles zijn geweest, van een marktkraam tot een schoonmaakbedrijfje. Maar er komt geen Mercer voor in onze personeelsdossiers, dus waarschijnlijk moeten we de eigenaar ervoor hebben.’
Nancy, die mooi en aangenaam mollig was geweest voor ze moeder werd, zei nu graag dat ze ronduit dik was, maar ze leek zich niet zo druk te maken over haar gewicht. Toen ze weer aan het werk was gegaan, had ze gevraagd om een overplaatsing naar Onopgeloste Zaken, een verzoek waar Infante in stilte op neer keek. Het leek hem saaie materie, oude zaken uitpluizen en op zoek gaan naar mazzeltjes, die ene getuige die eindelijk bereid is om na al die jaren de waarheid te vertellen, de echtgenoot die geen zin meer heeft om geheimen te bewaren. Hij kon zich wel voorstellen dat een jonge moeder een baan wilde met regelmatige tijden, maar hij wist niet zeker of hij dit wel als echt politiewerk zag. Nancy had echter een talent voor computerwerk en een feilloos gevoel voor het vinden van informatie zonder haar bureau maar te hoeven verlaten. Als de Godin van Kleine Dingen, zoals Lenhardt haar ooit had gedoopt, traceerde ze nu de kleinste beetjes data, zoals ze ooit in staat was geweest een kogelhuls te zien op honderd stappen afstand. Ze was normaal gesproken niet voor één gat te vangen, maar het oude dossier van Keystone State had haar voor een raadsel gesteld.
‘Het is een wilde gok,’ zei Infante terwijl Nancy op de kaart klikte en hem de locatie toonde. ‘Maar ik ga er wel even naartoe, even kijken wat ik loskrijg, buren in kaart brengen.’
‘Dertig jaar geleden. Vierentwintig jaar, als ze inderdaad in 1981 wegging, zoals ze beweert. Wonen mensen nog wel zo lang op dezelfde plek eigenlijk?”
‘We hebben er maar eentje nodig. Liefst een bemoeizuchtig type met een ijzersterk geheugen en een fotoalbum.’
Kevin ging naar het noorden, zich verbazend over de gestage zuidwaartse stroom verkeer zo midden op de dag. Lenhardt woonde hier ergens in de buurt en klaagde constant over hoe vervelend forenzen was. Hij sprak erover alsof het een soort oorlog was die dagelijks werd gevoerd. Waarom doe je het dan, vroeg Infante altijd als hij het gezeik zat was. Hij kreeg de voor de hand liggende antwoorden: kinderen, scholen, problemen waar een ongebonden man geen weet van heeft.
Toch had hij er bijna alles van geweten. Er was even schrik geweest met zijn eerste vrouw. Althans, zo hadden ze het achteraf genoemd, toen duidelijk werd dat ze toch niet zwanger was. Een schrik, een afgewend gevaar. Zo had hij het destijds niet gevoeld, hoewel hij er later met reden zo aan terug had gedacht toen hun huwelijk uit elkaar viel. Hij had er eigenlijk wel een beetje op gehoopt, had met het idee van vader worden gespeeld en er een goed gevoel bij gehad. Het was Tabitha die bezorgd was geweest, die zich druk had gemaakt over haar nieuwe baan bij een hypotheker, zich af had gevraagd wat dit zou betekenen voor haar plannen om de makelaardij in te gaan. Dus noemden ze het een ‘schrik’ en werd ze feller op het gebruik van voorbehoedsmiddelen. Daarna hield ze gewoonweg op seks met hem te hebben en begon hij vreemd te gaan. Wat er als eerste gebeurde, werd het vraagstuk van de kip en het ei tijdens hun scheiding. Wat Infante nog steeds dwars zat, was dat Tabby zelfs toen ze toegaf dat hij de waarheid vertelde, dat hij geen andere vrouwen had genaaid tot zij was gestopt hem te naaien, hem toch had geweigerd de kwestie van gevolg en effect te laten winnen.