Voor altijd de baas(5)
‘Kon niet beter. En het jouwe?’
‘Geweldig.’ Jake zuchtte. ‘Afgezien van…’ Vertrouwelijk leunde hij naar voren. ‘Weet je waarom ik niet antwoordde toen je klopte? Ik dacht dat je een vrouw was.’
Pete lachte er vrolijk om. ‘Probeer me maar niet wijs te maken dat je de vrouwtjes hebt afgezworen, want dat geloof ik toch niet.’
‘Je snapt het niet. Ik dacht dat je een specifieke vrouw was.’
‘Aha, een muurbloem zeker, hè?’
‘Nee, ze is een uitgesproken stuk. Maar het is gewoon voorbij, snap je? Ze begon de Bruidsmars te horen.’
‘O, ja, daar weet ik alles van.’ Pete nam een ferme teug uit zijn flesje. ‘Logisch dat je er een punt achter wilt zetten.’
‘Het wil alleen niet zo lukken. Ze belt me op, stuurt me briefjes. Duikt op bij mijn flat, hier…’
‘Je hebt toch zeker een secretaresse? Laat haar het vuile werk lekker voor je opknappen.’
‘Ik heb een directie-assistente.’ Met een veelbetekenende grijns trok Jake zijn wenkbrauwen op.
‘Wat houdt dat in?’
‘Dat houdt in dat ik het geluk heb een vrouw in dienst te hebben die enkel leeft om mij gelukkig te maken.’
‘Jake, jij sluwe vos! Je hebt een soort Pamela Anderson in dienst genomen!’
Daar moest Jake smakelijk om lachen. ‘Sorry, maar Emily lijkt net zomin op Pamela Anderson als Arnold Schwarzenegger.’
‘Jammer,’ verzuchtte Pete. ‘Ik dacht even dat je het over dat lekkere ding had dat ik daarnet bij de lift zag.’
Jake verbleekte. ‘Een brunette? Met grote bruine ogen? Geweldige benen? Een lichaam dat een vent van zijn verstand kan beroven?’
‘Ja. Ja. Ja, en waarschijnlijk wel.’
‘Waarschijnlijk? Alleen een blinde of een dode zou Brandi’s figuur kunnen ontgaan.’
‘Brandi?’
‘Mijn vrouwelijke stalker. Ik was al bang dat ze hier vanavond zou opduiken.’
‘Nou, dan heb je gelijk gekregen. En haar figuur ontging me omdat het bedekt was door lagen tweed.’
Geschokt keek Jake Pete aan. ‘Tweed? Brandi zou nog niet dood gevonden willen worden in tweed! Emily. Emily draagt tweed.’
‘En Emily is?’
‘Dat zei ik net. Ze is mijn PA. Mijn DA.’ Jake schudde beslist zijn hoofd. ‘Maar Emily kan het niet geweest zijn. Ze is geweldig, daar niet van. De beste assistente die ik ooit heb gehad. Maar een lekker ding, nee, dat is ze zeker niet.’
‘Misschien kijk ik wel verder dan mijn neus lang is. En je weet wat ze zeggen, hè? Stille wateren hebben diepe gronden.’
‘En wat bedoel je daar precies mee?’
Pete knipoogde. ‘Als een vrouw gelooft dat ze niet sexy is, is het een stuk simpeler om haar in bed te krijgen.’
‘Laat dit duidelijk zijn, Archer. Je denkt er zelfs niet aan om Emily in bed te krijgen!’ zei Jake kil.
‘Jake, ik wilde niet…’ Pete haalde diep adem. ‘Hoor eens, man, ik bedoelde er niets kwaads mee. Je moet er niet zo’n punt van maken.’
‘Doe ik ook niet,’ loog Jake weinig overtuigend. Ja, waarom zou hij niet boos zijn? Emily was te waardevol voor hem om haar door een serieversierder te laten verpesten. Ach, waar maakte hij zich eigenlijk druk over? ‘Het doet er ook niet toe. Dat kan Emily niet zijn geweest. Ze is geen lekker ding. Jij kent haar niet, maar mijn Emily is heel middelmatig –’
‘Ik ben uw Emily niet, Mr. McBride!’
Beide mannen draaiden zich met een ruk om. Bij de deur stond Emily, met een bleek gezicht waarop twee vurige blosjes prijkten.
‘O, verdraaid!’ zei Jake zachtjes. ‘Emily. Emily, luister. Ik bedoelde het niet zo –’
‘Dat deed u wel. En ik vind het niet erg om middelmatig te worden genoemd. Dat ben ik ook.’ Ze balde haar handen tot vuisten. ‘Maar ik ben niet uw bezit. Dat ik voor u werk, geeft u niet het recht om –’
‘Emily,’ zei Jake smekend, ‘alsjeblieft –’
‘Emily,’ zei Pete zachtjes.
Slijmerig, vond Jake.
Vriendelijk, vond Emily.
‘Emily, zei Pete nogmaals. ‘Ik vertelde Jake – Mr. McBride – net dat ik je was tegengekomen in de hal.’
Jake produceerde een gesmoord geluid. ‘Bedoel je dat de vrouw waar je het over had in feite –’
‘En dat ik je graag wilde leren kennen,’ vervolgde Pete onverstoorbaar, haar zijn hand toestekend. ‘Ik ben Pete Archer.’
Emily negeerde de hand. ‘Waarom wilde u mij leren kennen?’
‘Omdat ik met je uit eten wil.’
‘Onzin.’ Jakes stem was te hard, te scherp – maar dit was nog steeds zíjn kantoor en zíjn DA. ‘Ze kan niet met je meegaan,’ zei hij, terwijl hij naar het tweetal toe beende. ‘Ze wil niet met je meegaan. Ze –’