Reading Online Novel

Voor altijd de baas(4)



Het probleem was alleen dat ze geen flauw idee had hoe ze aan een afspraakje moest komen. Soms keek ze wel eens in het Gotham-magazine, bij de contactadvertenties. Gewoon, voor de lol, uiteraard. Ze kon zich niet voorstellen dat ze ooit zou reageren op zo’n advertentie. Of dat ze er zelf eentje zou plaatsen. Wat zou ze in vredesnaam moeten zeggen?

Onopvallende muis zoekt knappe, sexy, opwindende man maar is bereid genoegen te nemen met een doorsnee, saaie, onaantrekkelijke rat…

Nee. Dat kon absoluut niet, en met de waarheid kon ze evenmin op de proppen komen.

Doorsnee vrouw zoekt doorsnee man. Doel: ontdekken wat een afspraakje is omdat voornoemde vrouw er geen meer heeft gehad sinds het eindexamenbal op haar middelbare school. En dat was voor haar geritseld door een van haar mooie zussen, tot groot vermaak van iedereen…

‘Emily?’

Goed. Dat deed de deur dicht. Ze zou zo’n advertentie plaatsen. Dat ze niet zo mooi was als Angela of Serena, haar zussen, of als een van McBrides-vrouwen, betekende niet dat ze geen afspraakje kon krijgen. Toch?

‘Emily? Gaat het wel goed met je?’

Een grote hand daalde warm neer op haar schouder, wat haar ietwat verschrikt deed opkijken naar haar baas. Recht in zijn bezorgde ogen. En wat voor ogen. Donker. Diep. Zo diep…

‘Ik voel me prima,’ zei ze bruusk. ‘Het is, eh, een opkomende verkoudheid, misschien.’

Hij liet zijn hand naar haar elleboog glijden. ‘Ga naar huis,’ zei hij vriendelijk. ‘Neem een lekker warm bad. Zet een flinke pot thee voor jezelf.’

‘Mr. McBride, dat kan ik werkelijk –’

‘Doe het nu maar,’ zei hij met een plagerige glimlach. ‘Want anders breng ik je naar huis en doe ik het voor je.’

Ongewild doken er beelden in haar hoofd op. McBride in haar flatje, uittorenend boven haar bloemetjesbank. McBride, die glimlachend op haar neerkeek, zijn handen warm en teder, terwijl hij eerst haar jasje en daarna haar zijden blouse losknoopte. Of misschien waren die handen juist hard en dwingend, terwijl hij haar de blouse van het lijf rukte alvorens haar in zijn armen te trekken…

Met gloeiende wangen deed ze snel een stapje naar achteren. ‘Dat is echt niet nodig, sir. Ik ben heel goed in staat om voor mezelf te zorgen.’

‘Weet ik, maar ga toch maar. Neem een flinke dosis vitamine C en ga eens lekker vroeg naar bed.’

‘Maar het is pas kwart voor vijf.’

‘Geloof me, ik kan het best even zonder je stellen,’ hield hij vol, met weer zo’n misselijkmakend welwillende glimlach. ‘Tot morgen, Emily.’

‘Dank u, Mr. McBride.’

Jake sloot de deur achter haar en ging weer achter zijn bureau zitten. Wat een toewijding. Het had er even op geleken dat hij haar naar buiten zou moeten dragen. Nou ja, moeilijk zou dat niet zijn geweest. Ze was klein. Tenger. Ze zou nauwelijks iets wegen. Ja, hij zou Emily probleemloos naar boven kunnen dragen in zijn flat, naar zijn slaapkamer, waar hij dan eens zou uitvinden wat er schuilging onder al die lagen wol…

Fronsend trok hij een schrijfblok naar zich toe. Wat een krankzinnige gedachte! Hij kon beter wat nuttigs gaan doen.

Nadat hij een paar memo’s had opgesteld, begon hij een idee uit te werken voor zijn afspraak in San Diego.

Er werd op de deur geklopt, en Jake bevroor. Nee, hè? Dat kon eigenlijk alleen Brandi zijn.

Opnieuw werd er geklopt. Als hij nu eens muisstil bleef zitten, net deed alsof hij er niet was…

De deur zwaaide open, en Jakes gezicht klaarde op. ‘Pete?’ zei hij met een verheugde grijns.

Peter Archer, een oud-collega van hem, stapte naar binnen. ‘Jake, ouwe rakker. Wat is er aan de hand? Was je bang dat ik een deurwaarder was, of zo?’

Grinnikend stond Jake op. ‘Zoiets, ja.’ Hij schudde de ander de hand. Het was altijd leuk een oude bekende te zien, al waren ze nooit echt dikke maatjes geweest. ‘Waarom heb je me niet gebeld? Dan had ik de rode loper uitgerold.’

‘Ik wist het zelf op het laatste moment pas.’ Pete glimlachte. ‘Je ziet er patent uit.’

‘Jij ook,’ reageerde Jake, zijn maat een stomp op zijn arm gevend. ‘Hoe lang blijf je?’

‘Alleen vannacht. Ik moet morgenochtend alweer terug naar Chicago.’

‘Jammer. Ik heb vanavond een etentje. Laat me die vent even bellen, en –’

‘Nee, nee, ik begrijp het volkomen. Wat dacht je van een borrel? Heb je daar wel tijd voor?’

‘Prima idee. In een bar, of zullen we hier blijven?’

‘Hier lijkt me wel wat. Heb je bier?’

‘Ja, wat anders? Oké, een biertje.’

Even later zaten de twee mannen tegenover elkaar, elk met een flesje bier.

‘Vertel eens,’ zei Jake. ‘Hoe staat het leven?’