Voor altijd de baas(13)
Meteen daarop beende hij naar zijn kantoor, waar hij snel zijn kleren op orde bracht en zijn jas aantrok. Even later stapte hij bijna opgelucht de sneeuwstorm in om naar zijn lunchafspraak in de Oak te gaan.
Aan de kus poogde hij niet te denken, en hij poogde er evenmin aan te denken dat ze daarnet vlijtig had zitten typen alsof er hoegenaamd niets was gebeurd.
Toen Jake terugkwam, keek Emily op van haar werk. Na een beleefde groet, liet ze hem weten dat er een stapeltje faxen op zijn bureau lag.
‘Dank je,’ zei hij, en hij liep meteen door naar zijn kantoor.
Wat een opluchting! Ze was bang geweest dat hun werkrelatie door die kus zou veranderen. Stom, natuurlijk; ze had beter moeten weten. Die kus stelde niets voor. Jake had, zoals hij had uitgelegd, enkel zijn vaardigheden gedemonstreerd, meer niet.
Klaarblijkelijk kuste hij vrouwen altijd zo. Geen wonder dat het leeghoofd hem wilde houden. Elke vrouw zou dat willen. Oké, niet elke vrouw. Zij niet, uiteraard. Hij was net zomin haar type als zij het zijne was, daar kon een kus niets aan veranderen…
Emily keek naar haar computerscherm. Het leek wel Chinees, of een of andere ingewikkelde formule… Zuchtend liet ze haar handen in haar schoot vallen.
Oké. Nu was het genoeg geweest. Dit was te gek voor woorden. Je baas een afspraakje voor je laten regelen? Nee, dat kon echt niet. Zelfs niet in New York, waar toch veel kon. Zoals in je vrije tijd op de honden van je baas passen. Of bestsellers lezen, zodat je baas de erudiete bink kon uithangen. Of koekjes opeten omdat je het lef niet had om je baas te vertellen dat ze oneetbaar waren.
Maar een baas die afspraakjes voor je regelde? Nee, dat was echt bizar.
Dat zou ze Jake vertellen ook, als hij er tenminste nog op terugkwam…
‘Emily?’
Ze keek schichtig op. Gelukkig, Jake zag er precies hetzelfde uit als altijd. Intens. Geconcentreerd. Een klein tikkeltje intimiderend.
Misschien hoefde ze hem niet eens te vertellen dat ze zijn aanbod afsloeg, dacht ze hoopvol. Misschien had hij zich wel bedacht.
‘Ja, Mr. McBride?’
‘Emily, ik heb besloten dat je maar moest gaan.’
‘Gaan?’ vroeg ze, totaal overdonderd.
‘Precies. Ik wil dat je nu meteen vertrekt.’
‘Maar…’ De man ontsloeg haar, vanwege die kus? Driftig kwam ze overeind. ‘Maar dit was niet eens míjn idee.’
Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Klopt helemaal.’
‘Waarom… waarom moet ik dan gaan?’
‘Hoor eens, ik duld op dit punt geen tegenspraak. Ik wil dat je vertrekt, en wel nu meteen.’
‘Dit is niet eerlijk,’ voerde ze opstandig aan. ‘U hebt zelf gezegd dat ik mijn werk uitstekend doe.’
‘Dat meende ik ook. Maar wat je ook aan het doen bent, het kan vast wel wachten tot morgen.’
‘Ho, even, mister…’ Fronsend zweeg ze. ‘Morgen?’
‘Niets is zo belangrijk dat het geen dag kan wachten.’
‘Ik snap niet…’ Ze staarde hem aan. ‘Bedoelt u dat ik vroeger naar huis mag?’
Hij knikte. ‘De straten zijn weliswaar schoon, maar het vriest wel flink, en je weet wat er gebeurt met de metro wanneer het kwik onder het vriespunt komt.’
‘Wat? Ik bedoel, ja. Ja, dat weet ik…’
‘Wat is er?’
‘Niets! Ik bedoel… Nou ja, ik dacht, heel even maar, begrijpt u… Ik dacht…’ Abrupt zweeg ze.
Bekennen dat ze zo stom was geweest te denken dat hij haar ontsloeg vanwege een kus? Nee, dat nooit! Hij kuste vast hordes vrouwen tot ze zich aan hem moesten vastklampen om niet te verdrinken in zijn armen…
‘Ik dacht dat de temperatuur ruim boven nul zou blijven,’ zei ze ferm. ‘Bedankt voor de waarschuwing.’
Dit was de gekste dag van haar leven geweest, dacht ze, haastig haar bureau opruimend. Gelukkig was hij niet meer teruggekomen op zijn rare voorstel, en met een beetje mazzel zou hij dat ook niet meer doen.
‘Nogmaals bedankt, sir. Ik waardeer uw bezorgdheid,’ zei ze met een zonnige glimlach, terwijl ze ging zitten om haar sokken en laarzen aan te trekken.
‘Emily.’
Aarzelend keek ze op.
Hij leunde tegen de muur, zijn armen over elkaar geslagen, de blik in zijn ogen ondoorgrondelijk. ‘Heb je me nodig?’
‘Heb ik… heb ik u nodig?’
‘Je hoeft maar te kikken, en ik sta voor je klaar, dat weet je, Emily.’
‘Nee, ik heb u niet nodig,’ antwoordde ze snel. Te snel, dat wist ze best, maar dit was toch ook te dol voor woorden, zeker? Zij had nog wel gedacht dat die kus hun goede werkrelatie niet zou verstoren, en dan vroeg hij…
‘Tja, als je zeker weet dat je die laarzen zelf aan kunt krijgen…’
De laarzen. Die stomme laarzen. Ze slikte om niet hysterisch te gaan lachen. Daarna glimlachte ze nogmaals zonnig naar hem. ‘Ik red me wel, dank u, Mr. McBride.’