Vierspel(7)
Hij heeft zelf een heel nuchtere, volwassen baan als advocaat, gespecialiseerd in familierecht. Ik neem aan dat hij wel eens fantaseert over weglopen en met het circus meegaan, maar als dat zo is, dan heeft hij me er nooit iets over gezegd. Zo klinkt hij wel een beetje saai, maar zo bedoel ik het helemaal niet, want hij is niet saai. Bovendien heeft hij een romantische inslag die af en toe de kop opsteekt en waar ik, ook al ben ik een cynisch type en zou ik het nooit in het openbaar toegeven, nog steeds knikkende knietjes van krijg.
Hij kan me echt verrassen. Goed doordachte verrassingen zijn het, niet zo af en toe een sneu bosje gerbera’s dat hij heeft meegegrist bij het tanken. Hij heeft: een keer kaartjes geregeld voor de Eurostar naar Parijs. Eerste klas. Maar wat me zo raakte was niet het feit dat hij stiekem een weekendje weg had geboekt, maar dat hij echt overal aan had gedacht.
Hij had geregeld dat de kinderen bij Alex en Isabel logeerden, en hij had Melanie gevraagd of ik de maandag vrij mocht, hij had een taxi geboekt naar het station en eentje die ons ophaalde van het Gare du Nord, en hij had gevraagd om een kamer met balkon, omdat hij weet dat ik het zo heerlijk vind om buiten te zitten kijken naar een vreemde stad. Hij had zelfs champagne en bonbons op de kamer laten zetten. Alles. Het moet hem uren hebben gekost om dat allemaal te plannen en hoewel ik eerlijk gezegd doodop was, en mijn eerste gedachte was dat ik liever door mijn eigen huis zou sloffen, bracht zijn attentheid me helemaal van de kaart. Het werd het mooiste weekend ooit. Lekker met zijn tweetjes, om ons eraan te herinneren waarom we ook weer zoveel van elkaar houden. En het was ook niet een opzichzelfstaand incident. Met de jaren heeft hij me honderden keren op zo’n manier weten te verrassen.
’s Ochtends hou ik me bezig met onze nieuwe nieuwsbrief. Er gaat er drie keer per jaar eentje uit naar alle casting directors en producenten om ze een update te geven van waar onze cliënten zoal mee bezig zijn. In deze brief is uiteraard veel aandacht voor Gary. De kunst is om het zo te brengen dat het net lijkt alsof iedereen waanzinnig veel succes heeft en omkomt in het werk, maar dat ze misschien toch nog beschikbaar zijn mocht iemand een klus hebben. Ik loop de brief nog eens door voor ik hem ter goedkeuring voorleg aan Joshua en Melanie. Maar dan gaat de telefoon en begint er weer een nieuw spelletje Oost-Indisch doof met Lorna. Ik weet niet of ze soms een telefoonfobie heeft of dat ze gewoon lui is. Maar voor mij is het inmiddels een principezaak geworden. Ik wil dat zij een keer die verdomde telefoon opneemt. Al is het maar één keer. Hij gaat vijf keer over voor hij op het antwoordapparaat springt. Joshua en Melanie zijn natuurlijk bloedlink als de telefoon niet netjes wordt beantwoord maar op het laatste nippertje neem ik toch altijd op. Dit keer doet ze net of ze helemaal opgaat in het uittypen van een contract, dus bij de derde keer overgaan gris ik de hoorn van de haak.
‘Mortimer and Sheedy,’ zeg ik, en ik probeer onaangedaan te klinken, en niet te laten merken dat ik inwendig kook omdat van de tien telefoontjes van vanochtend ik er minstens acht heb moeten afhandelen.
‘Zo, dus jij hebt alweer verloren,’ zegt een vertrouwde stem aan de andere kant van de lijn. Alex. Hij weet alles van de Telefoonoorlog, en hij vindt het altijd heel amusant om te horen wie hij aan de lijn krijgt als hij me op mijn werk belt. Godzijdank, denk ik. Hij is dus niet beledigd door mijn afwijzing.
‘Hoi!’ zeg ik oprecht enthousiast. ‘Hoe gaat-ie?’
‘Oké,’ zegt hij. ‘Niet echt goed.’
‘O. Heb je een rotdag?’ Alex-van-na-de-scheiding heeft rotdagen en niet zulke hele rotdagen, maar ja, Alex is van ons vieren altijd al de grootste drama queen geweest. Hij had acteur kunnen zijn. Dat is ook deels zijn charme. Met Alex verveel je je nooit. Zelfs van de meest alledaagse situaties weet hij een meeslepende komedie of tragedie te maken. Bovendien is hij de enige met wie iedereen meeleeft, ook al is hij zelf duidelijk de schurk in het verhaal.
‘Kunnen we samen lunchen?’ vraagt hij. En dan knalt hij hem erin: ‘Ik wil het met je hebben over wat ik gisteravond zei.’
Ik probeer het nog weg te lachen. ‘Dat geeft toch niks, ik ben het alweer vergeten. Maak je nou maar geen zorgen.’
‘ Nee,’ dringt hij aan. ‘Het geeft wel. Ik moet je zien.’
Hij heeft me in een hoek. Hij weet dat ik er nu niet over kan praten, met Lorna die aan de andere kant van de kamer zit mee te luisteren. Dus moet ik wel met hem afspreken voor de lunch, ook al is dat eerlijk gezegd het laatste waar ik zin in heb nu ik weet waar hij het over wil hebben.
‘We moeten het wel kort houden,’ zeg ik. ‘Ik heb het druk.’
Ik stel voor om af te spreken bij YO! Sushi, omdat je het daar snel kunt eten en omdat ik daar snel weg kan als het vervelend wordt zonder dat ik een vol bord onaangeroerd eten achterlaat. Ik ben namelijk niet in staat weg te gaan zonder netjes mijn bord leeg te eten; dat is iets genetisch. We staren allebei hardnekkig naar de lopende band met sushibordjes, en ik vraag me af of ik zal wachten tot hij begint of dat ik hem de pas alvast moet afsnijden.