Reading Online Novel

Vierspel(10)



Uiteindelijk heb ik beweerd dat het ‘erg diepzinnig’ was, en heb ik uitgelegd dat ik alleen maar mensen ken die musicals en kluchten maakten, maar geen echt toneel. Probeer het eens bij Royal Court, zei ik. Dit is echt iets voor hen, alleen ik heb daar zelf helaas geen contacten. Hij had het naar hen opgestuurd en ik neem aan dat ze er even met een half oog naar hebben gekeken en het toen direct weer terug hebben gestuurd, want op bladzijde tien wist je echt al dat het een drama was. Hij heeft het er nooit meer over gehad, en ik was zelf ook zeker niet van plan om het ter sprake te brengen. Misschien had Isabel ook wel gelijk, maar toch vond ik het gemeen om hem zijn droom te misgunnen en bovendien verdiende zij meer dan genoeg.

Dus, in alle eerlijkheid, ondanks het feit dat Isabel mijn beste vriendin is, heb ik altijd ergens gedacht dat Alex misschien gelukkiger zou zijn met iemand anders. En zij ook. Niet dat ik zelf wilde dat dat ooit echt zou gebeuren. Ik was dol op ons kleine clubje. Het had niet mooier kunnen zijn dan dat Dans beste vriend getrouwd was met mijn beste vriendin. En nu ze gescheiden zijn, wil ik niets liever dan dat ze weer bij elkaar komen. Ik wil dat alles weer bij het oude is.

Vandaag maakt ze het helemaal bont met die snoezige act van haar. Ze eet granaatappel. Het rode sap druipt over alle papieren op haar bureau en haar mond zit onder. Ze lijkt wel een kind van twee dat uit de jampot heeft gesnoept. Ik hou mijn adem in, in afwachting van alweer zo’n zuigend geluid dat wordt gevolgd door het geknars op de zaden. Voor een deel heb ik zo’n bloedhekel aan Lorna’s eeuwige dieet omdat ze broodmager is. Er zit geen grammetje vet aan dat scharminkel.

Als je denkt dat ik dus vooral jaloers op haar ben, dan is dat begrijpelijk, want ik ben aan de dikke kant. Niet zo dik dat ze me met een hijskraan uit mijn huis moeten takelen, maar stevig ben ik zeker. Mollig. Ik ben zo’n boomstam, weet je wei: enorme borsten, dunne benen, maar daartussen een enorm, massief brok vlees zonder taille, een dikke pens en van een kont is nauwelijks sprake. Ik ben net een ouderwetse ronde brievenbus met een hoofd en twee touwtjes bij wijze van beentjes, heeft iemand ooit wel eens tegen me gezegd.

Zoals alle vrouwen die gezegend zijn met zo’n lichaam ben ik gezwicht voor een kledingstijl die ik eigenlijk veracht – laag uitgesneden shirts om de blik af te leiden naar mijn decolleté, korte rokjes alsof ik wil zeggen: ‘Kijk dan, ik ben niet dik – ik heb toch dunne beentjes?’ Dat werkt nog wel zo’n beetje als je twintig bent, maar op je eenenveertigste ze je er al snel uit als Ma Flodder. Als ik iets wijds aantrek lijk ik op een wandelende tent. Dus ga ik maar voor flink laag uitgesneden maar dan met een hoop vintage en retroprints, waarvan ik hoop dat ze me iets interessants geven.

Lorna, daarentegen, is net een strijkplank, wat mij ook geen leest lijkt. En voor een strijkplank is ze zelfs nog aan de magere kant. Ik kan me voorstellen dat je xylofoon kunt spelen op haar ribben (als zou ik niet weten waarom je dat zou willen). Alles aan haar is hard en hoekig en onvrouwelijk. Ik wil best toegeven dat ik al en toe een steek van jaloezie voel als ik een vrouw zie die rondingen heeft en toch slank is, wat je niet vaak ziet, maar jaloers op Lorna? Ik dacht het niet. Ik ben liever een dikkerdje dan een skelet. Mijn punt is alleen dat zij helemaal niet hoeft te lijnen. En ze hoeft al helemaal niet voortdurend te zaniken dat ze zo is aangekomen en ‘moet je die buik nou eens zien’ of te vragen of ze een onderkin krijgt.

Naast de Telefoonoorlog heeft ze nog verschillende pijlen op haar boog. Zo is ze een meester in allerlei technieken om werk te vermijden. Toen ik voor het eerst parttime kwam werken, was ik altijd op dinsdag op kantoor en dan gaf ze me meestal wat dingen te doen waar zij de dag ervoor zelf niet aan toe was gekomen. Dan werkte ik plichtsgetrouw alle taken af die Melanie en Joshua me opdroegen, en als ik maar even kans had, hielp ik Lorna ook nog. Een aantal keer werd het me echt te veel en dan moest ik aan het eind van de dag, me uitputtend in excuses, nog wat klusjes aan haar teruggeven. Al snel merkte ik dat de donderdag erop, als ik weer op kantoor was, diezelfde klusjes op een stapel op mijn bureau lagen.

Dat lijkt misschien niet zo’n punt, totdat Melanie een keer aan Lorna vroeg waarom zus-en-zo nog niet was afgerond, en Lorna doodleuk zei: ‘O, dat zou Rebecca doen. Heeft die het dan nog niet gedaan? Ik heb haar anders wel gezegd dat het belangrijk was.

Ze heeft nooit erkend hoe het eigenlijk zat, zelfs niet alleen tegen mij. En ik was te nieuw en te onzeker om het haar voor de voeten te gooien. Dus werkte ik me uit de naad om mijn eigen werk en dat van haar te doen tot ik op een donderdag, drie maanden later, echt niet alles af had kunnen krijgen wat zij me de dinsdag ervoor had gegeven. Toen Joshua of Melanie ernaar vroeg zei ik gewoon: ‘O, Lorna, weet je nog dat ik zei dat ik geen tijd had om dat dinsdag voor je te doen? Als je er zelf geen tijd voor had dan had je daar toen iets van moeten zeggen,’ waarbij ik haar een vriendelijk lachje schonk. Sindsdien ging het iets beter.