Reading Online Novel

Vierspel(107)



‘Het was vreselijk,’ zegt ze. ‘Het is doodeng hoe gemakkelijk het zou zijn om gewoon maar door te gaan, en om hem te vragen echt bij zijn vrouw weg te gaan.’

‘Je hebt het goed gedaan,’ zeg ik.

‘Dat weet ik, maar dat wil nog niet zeggen dat ik er blij mee ben hoe het is gegaan. Nu ben ik weer alleen. Ik ben flink in de boot genomen door iemand om wie ik echt gaf. Ik bedoel, ik dacht dat ik met hem een nieuw leven kon beginnen. Mijn god, wat ben ik toch stom geweest…’

‘Kom anders hier. We hebben verder geen plannen, zitten alleen een beetje televisie te kijken…’

‘Ik denk dat ik inderdaad even kom,’ zegt ze. ‘Ik heb geen zin om nu in mijn eentje te zijn.’

Dus hangen Isabel, Dan en ik de rest van de avond op de banken in onze zitkamer. Af en toe moet ze een beetje huilen, en dan geeft een van ons haar wat peptalk, en we geven haar tissues om de tranen mee af te vegen. Ik heb haar nog niet verteld van Alex’ smeekbede van vandaag en ik weet ook niet goed wat ik daarmee aan moet. Het laatste wat ik wil is dat zij Alex weer terugneemt. Niet alleen om mijn eigen egocentrische redenen, al heb ik de schijn tegen. Ik geloof gewoon niet dat hij echt weer terug wil en zelfs al zou hij dat willen dan denk ik niet dat hun huwelijk dit keer veel beter zal worden.

Aan de andere kant heb ik mijn lesje wel geleerd. Ik heb hier niets mee te maken. Isabel moet zelf beslissen wat ze wil en om dat te kunnen doen heeft ze alle feiten nodig. En dan bedoel ik ook echt alle feiten. Dus als ik haar vertel dat Alex wil dat zij weet dat hij echt vindt dat hij een grote fout heeft gemaakt, en dat hij hun relatie dolgraag nog een kans zou willen geven, dan moet ik ook de hele waarheid vertellen over zijn liefdesverklaring aan mij en zelfs over al die andere vrouwen. Ze moet alle kanten van het verhaal weten en ik moet haar absoluut geen advies geven, en niet proberen haar welke kant dan ook op te sturen. En ik weet niet of ik daar wel toe in staat ben, zelfs al besluit ik dat ik dit inderdaad moet doen.

Ik besluit te wachten, en het later met Dan te bespreken. Er is geen haast bij. Isabel is nu toch niet in staat om zo’n belangrijke beslissing te nemen en ik kan me niet voorstellen dat Alex niet kan wachten.

Rebecca en Daniel. En Isabel. Dat is helemaal niet zo erg.

Lorna ziet er goed uit. Het is net alsof ze midden in de nacht een make-over heeft gehad. Haar kleren zijn keurig gestreken, haar nagels gelakt, en haar kapsel zit weliswaar nog steeds niet in model maar haar haar is in elk geval gewassen. Als ik om twintig over negen langs haar kantoor loop, op weg naar de receptie, is ze bezig met opruimen. Ze gooit stapels oud papier op een hoop in de kamer. Ik weet niet of dat een goed teken is of dat ze nu toch echt manisch is geworden, dus sluip ik langs haar zonder haar te groeten.

Er staat een enorme bos bloemen op mijn bureau, en op het kaartje staat mijn naam. Als ik het opendoe bloos ik van trots, want er staat: ‘Ontzettend bedankt, liefs, Kathryn.’ Ik zet de bloemen in een oude vaas en ga zitten om ze te bewonderen. Ik heb nog nooit bloemen gekregen op mijn werk. Althans, niet vanwege mijn werk.

Even later belt Lorna me met de vraag of ik even bij haar wil komen. Hoewel het de tweede keer is dat dit gebeurt in de afgelopen twee dagen is dit niet de normale gang van zaken. Lorna weet dat ik van mening ben dat ik niet voor haar werk en ze wil me neem ik aan ook niet zien om gezellig te kletsen. Ik mompel dat ik net ergens mee bezig ben en dat ik zo wel kom. Ik neem de tijd, zet een kop thee voor mezelf, en zeg dan tegen Kay: ‘Als ik over tien minuten nog niet terug ben moet je de hulptroepen maar naar binnen sturen.’ Ze lacht en wenst me sterkte.

Lorna’s kantoor ziet er inmiddels even strak uit als zijzelf. Ze zit achter haar bureau en gebaart me om tegenover haar te gaan zitten.

‘Rebecca,’ zegt ze. ‘Ik geloof dat ik je moet bedanken voor de manier waarop je mij hebt vervangen.’

Mijn mond valt open. Heeft ze me nou net bedankt?

‘Dat is al goed,’ weet ik uit te brengen.

‘Je hebt het goed gedaan,’ zegt ze.

Ik doe alsof ik op wil staan. ‘Nou ja, je bent er weer dus…’

Ze is nog niet klaar. ‘En ook voor gisteren. Als jij er niet bij was geweest, dan was die lunch een ramp geworden. Ik wil graag dat je weet dat ik het enorm waardeer.’

‘Aha… dankjewel.’

‘Anyway,’ zegt ze, ‘zoals je al zei, ik ben er weer en ik voel me veel beter.’

‘Goed zo,’ zeg ik. ‘Dat doet me deugd.’ Ze ziet er echt veel beter uit, hoewel we natuurlijk allebei weten dat ze gisteren flink doordraaide, maar daar zeggen we niets over. Ik wil alweer omhoogkomen. Lorna hoest, en daar schrik ik van. Dit gesprek geeft me de kriebels.