Reading Online Novel

Verlossing(60)







Bastian had twee uur nodig gehad om de financiële jaaroverzichten over 2008 van respectievelijk Reality en De Spreekbuis van de Straat op te zoeken. Toen Halvor zijn kantoor binnenkwam, was dat met een afwachtende uitdrukking op zijn gezicht. Die werd niet minder toen hij de hoeveelheid papier op het bureau van zijn collega zag.

‘Ik kan hier op het eerste gezicht niets abnormaals vinden, behalve dat Reality buitengewoon goed lijkt te draaien. De meeste magazines op en buiten het net werken met kleine marges, maar Yngve Enger & Co bepaald niet. De inkomsten uit advertenties zijn zo groot dat ze de adverteerders beslist geen korting kunnen bieden, zoals alle anderen in deze branche doen. Wat Engers privéfinanciën betreft: hij krijgt een hoofdredacteurssalaris van 2,8 miljoen kronen. Bovendien bezit hij persoonlijk veertig procent van de aandelen van Reality, en dat leverde hem vorig jaar een winst van vijftien miljoen kronen op. Dat is ontzettend veel voor een bedrijf met maar zo’n veertig werknemers.’

‘De moeite waard om eens wat beter te bekijken dus,’ zei Halvor. ‘Het lijkt me dat een zogenaamd nieuwsorgaan een perfecte dekmantel kan zijn voor van alles. We kijken de kaartkijkers veel te zelden in de kaart.’

‘Ik ben al bezig mijn competentieniveau op dit gebied op te krikken. Bedoel je dat we moeten praten met Economische Delicten?’

‘Het is in elk geval de moeite waard een praatje met hen te maken. Waarschijnlijk zullen ze doodsbenauwd zijn om een journalistiek bedrijf aan te pakken, maar ze zijn vast wel bereid er discreet naar te kijken. Ik zal Bror Hanssen eens aanschieten.’

‘Vertel dan maar meteen dat de advertentiewerving wordt gedaan door een bedrijf dat MediaGevinst AS heet, en je mag driemaal raden wie dat volledig bezit.’

Halvor hoefde niet te raden; hij knikte alleen maar.

‘… en dat Reality bijzonder veel onroerend goed bezit: ter waarde van 150 miljoen kronen. Het eigen bedrijfskantoor kan onmogelijk meer dan de helft daarvan waard zijn en wat de rest is, heb ik nog niet achterhaald.’

‘Wat voor relatie heb je gevonden met De Spreekbuis van de Straat?’

‘Geen andere dan dat Reality hoofdsponsor is en dat ze vorig jaar bijna vijf miljoen kronen hebben gedoneerd. Dat is natuurlijk een mooie manier voor Yngve Enger om zijn imago op te poetsen; hij heeft meermaals woedende hoofdartikelen geschreven over de Noorse overheid die ontwikkelingsgeld eerder zou moeten gebruiken om Noren in Noorwegen te helpen.’

‘Sympathiek. Nog meer?’

‘De stichting heeft ongeveer eenzelfde bedrag gekregen via allerlei publieke steunfondsen, dus de overheid stuurt blijkbaar niet alles het land uit. Zelf heeft De Spreekbuis van de Straat via allerlei acties bijna drie miljoen kronen ingezameld. Als je rente-inkomsten en bijdragen van een stel kleinere sponsors meetelt, kwam er in 2008 in totaal vijftien miljoen binnen.’

‘En niets ongewoons?’

‘Voor zover ik kan zien niet. De directeur heeft een heel betamelijk salaris voor iemand die bij zo’n instelling werkt, dat wil zeggen ver onder het miljoen, en verder springt er niets uit, niet naar boven en niet naar onderen. De middelen worden gebruikt waarvoor ze moeten worden gebruikt. Zo ziet het er voor mij in elk geval uit,’ zei Bastian, en hij wapperde opeens met een blad. ‘Ze steunen bovendien de uitgave van de daklozenkrant, waarin ze regelmatig met liefde worden genoemd door de mensen uit de doelgroep.’

‘Goed werk in korte tijd, Bastian. Als je nog geen vaste baan had, zou ik erover denken je die te geven. Ik vind dat er genoeg vraagtekens zijn over de bedrijfsvoering van Reality om wat meer tijd aan Enger en zijn bedrijf te besteden,’ zei Halvor.

Op weg terug naar zijn eigen kantoor knaagde er iets in Halvors onderbewustzijn. Was het iets wat hij had gezien of gehoord bij Bastian? Of probeerde zijn brein op eigen houtje brokstukken informatie tot iets zinvols samen te voegen? Hij draaide zich om en liep terug naar Bastian, die al in de deuropening stond met een grote envelop in zijn hand.

‘Ik wilde dit net naar Economische Delicten brengen.’ Bastian zwaaide met de envelop.

‘Hm-m. Mag ik je kantoor even lenen om na te denken?’

‘Natuurlijk.’ Zijn collega keek hem onderzoekend aan. ‘Wat is er?’

‘Weet ik nog niet. Je bent de eerste die het hoort.’

Halvor ging het lege kantoor binnen. Het kostte hem minder dan twee minuten om erachter te komen dat er absoluut niets in hem opkwam.





Toen hij de hoek naar de Sørkedalsvei omsloeg, was hij haar kwijt. Wat nog erger was, was dat hij ook de Toyota kwijt leek te zijn. Gewetensvol maakte hij op het kruispunt bij de bioscoop een U-bocht, en toen reed hij terug naar het Majorstuen-kruispunt. Zoals verwacht was de andere auto niet meer te zien. Verder zoeken zou ook hopeloos zijn, met al die afslagen die de man kon hebben genomen.