Reading Online Novel

Verlossing(59)



Wat die man thuis met ‘schoolmeisjes’ moest, zou Halvor op zichzelf wel graag willen weten. Maar kon er verband bestaan tussen dat gegeven en het feit dat het bedrijf dat Enger leidde hoofdsponsor was van De Spreekbuis van de Straat?

In principe ging het om twee totaal verschillende inlichtingen, waartussen geen onmiddellijk verband te zien was. Dan zou Irene Wiltze iets te maken moeten hebben met De Spreekbuis van de Straat, en dan zouden Enger en zij elkaar in verband daarmee moeten hebben gesproken. Of het moest iets anders zijn, onder de oppervlakte, iets wat ze niet zagen.

Zou het goed zijn om daar nu middelen voor vrij te maken?

Halvor stond op en liep naar Bastian, die met zijn hoofd op zijn ene hand steunde terwijl hij met de andere door de rapporten van de vorige dag bladerde.





Het was volop zomer aan de kust van Helgeland. Kåre Olsen zette de laatste ventilator die ze bij de Coöperatie nog hadden gehad op stand 3 en leunde tevreden achterover in zijn kantoorstoel. Op de site van het bevolkingsregister op het scherm voor hem lichtte een naam op en de melding ‘onbekend adres’. Dat kon betekenen dat het adres afgeschermd werd of dat iemand er waarachtig in geslaagd was aan de lange arm van het bevolkingsregister te ontkomen. Iets verder naar onderen op het scherm stonden nog twee namen, waarvan er een was gemarkeerd met een kruisje en de datum 01-09-95. Alleen de laatste naam was opgenomen met het adres op de normale manier, dus daar moest hij dan maar mee beginnen.

Hij tikte de naam in op Google en drukte vervolgens op ‘Enter’. Nadat hij een paar van de pagina’s die de zoekmachine oplepelde had gecontroleerd, greep hij de telefoon en toetste het nummer van luchtvaartmaatschappij Widerøe in.





Hans Petter werd met een schok wakker en keek verbaasd om zich heen. Voor hem stond een enorm, rood bakstenen huis. Toen hij faculteit maatschappijwetenschappen boven de deur zag staan, vielen de stukjes op hun plaats en haalde hij rustiger adem. Het was vijf voor twaalf en hij had nog vrij tot negen uur; dan begon zijn nieuwe wacht bij Annelene Busch.

Het moest minstens dertig graden zijn in de auto, en hij baadde in het zweet. Hij trok zich niets aan van zijn slechte milieugeweten, zette de auto in z’n vrij en de airco op z’n hardst. Plotseling gingen de deuren vóór hem open en een rij jonge mensen stroomde naar buiten. Waarschijnlijk was er net een college afgelopen, maar hij kon Irene niet ontdekken in de menigte. Nadat de studenten in grotere en kleinere groepjes allemaal een kant op waren gegaan, vroeg hij zich af wat hij nu moest doen. Vanaf de plek waar hij stond, kon hij alleen de hoofdingang zien, dus hij reed achteruit weg en zette de auto aan de overkant van de Moltke Moesvei. Als hij zachtjes ver genoeg doorreed, kon hij door een paar ramen van de kantine naar binnen kijken. Door de weerschijn van de zon kon hij echter geen details zien, dus hij viste de verrekijker uit het vak onder de passagiersstoel.

Dat was beter. Hij liet de kijker systematisch van tafel naar tafel zwenken, totdat hij Irene meende waar te nemen aan een tafeltje in de tweede rij vanaf het raam. Ze leek alleen te zijn, en zat ergens aan te prutsen, waarschijnlijk aan haar mobiele telefoon. Af en toe nam ze een slok uit een wit koffiekopje. Na een paar minuten stond ze op, hees haar rugzak op haar rug en verdween uit zicht. Toen de deuren vóór hem weer opengleden, liet Hans Petter zich onderuit zakken op zijn stoel, totdat alleen zijn ogen en zijn kuif nog boven het dashboard uit staken. Ze leek iets te zoeken en liet haar ogen over de auto’s gaan die op de parkeerplaats aan de andere kant van de straat stonden. Hans Petter hoopte dat de weerschijn op de voorruit hem voor herkenning zou behoeden.

Uiteindelijk leek ze te hebben gevonden wat ze zocht en verhoogde ze haar tempo. Hans Petter kwam iets omhoog op zijn stoel. Hij kon nog net haar hoofd zien boven iets wat op een witte Toyota leek, met een logo aan de zijkant, maar dat herkende hij niet. Toen hoorde hij een autoportier dichtklappen en een motor starten. In de achteruitkijkspiegel ving hij nog net een glimp op van de man die reed.

Hans Petter zorgde dat er een auto tussen de Toyota en hemzelf reed. Hij reed de Sognsvei af, waarna ze rechts afsloegen, de Kirkevei in. Hij kreeg een probleem toen de auto die hij volgde, midden op het kruispunt Majorstuen stopte. De file achter hem maakte het hem onmogelijk te wachten tot hij rood licht had voor de Slemsdalsvei, dus hij moest de Toyota voorbijrijden. Terwijl hij dat deed, zag hij de rug van Irene, die op het punt stond om uit te stappen, maar meer kon hij niet zien, want hij moest het verkeer volgen richting de Colosseum-bioscoop.

Maar wat hij nog wél zag, was een zwart-grijze trui die op de hoedenplank lag. En hij was er vrij zeker van dat er een capuchon aan die trui zat.