Reading Online Novel

Verlossing(13)



Ik wil gerust toegeven dat ik met de jaren wel wat stug ben geworden. Misschien komt dat door te veel jaren eenzaamheid. Toen Marianne nog leefde, was ik helemaal niet stug – zo voelde ik me in elk geval niet. Zij was altijd levendig, altijd geestig, altijd bereid mij nog wat meer te inspireren. Ze liet me geloven dat ik onkwetsbaar was en onbegrensde mogelijkheden had. Zelfs toen ik die 32 miljoen had verloren en weer accountant moest worden. ‘Onbegrensd’ accountant? Ha!

Elk jaar wanneer ik hier zit, vraag ik haar of het door het verloren vermogen kwam dat ze geen kracht had om tegen de ziekte te vechten. Elke keer krijg ik hetzelfde antwoord: een nee, zwaar van liefde en overtuiging. Toch blijft er elke keer een kleine kiem van twijfel in me, die me jaar in jaar uit dezelfde vraag doet stellen.

Verder is zíj vooral degene die vragen stelt, en geef ik antwoord. Ze helpt me mijn leven in reliëf te zetten, en van jaar tot jaar overzicht te krijgen. Het was ook haar voorstel dat ik weer een dagboek bij zou gaan houden. Vandaag stelde ze me trouwens een wat onrustbarende vraag: of ik me nuttig voelde. Die vraag beantwoorden was niet zo makkelijk als het lijkt, maar ik heb toch iets uit weten te brengen. Normaal stelt ze veel eenvoudigere vragen, zoals wat ik voor mezelf te eten maak en of ik Ruth en Eirik nog weleens zie.

Ons moment voelde niet zo besloten als anders. Ik voelde dat er vanaf het ereveldje iemand tussen het gebladerte door naar me keek. In elk geval ritselde het af en toe, terwijl de föhn zijn komst nog niet heeft aangekondigd. Ik denk dat ik wel weet wie het was. Toch fijn dat hij haar niet is vergeten.

Hij is ook het onderwerp van de enige vraag waarop ik Marianne nooit antwoord geef.



20 juni



Het achtcijferige vermogen mag dan verloren zijn gegaan, het huis hebben we behouden, want dat stond op Mariannes naam. De 470 vierkante meter aan het Volvatsterrasse voelen wel leeg en eenzaam aan, maar ze vertegenwoordigen veel materiële waarde.

Ik ben dus van plan morgen mijn baan op te zeggen.



28 juni



Ik ben akkoord gegaan met een opzegregeling waardoor ik vanaf 1 augustus vrij man ben. Vandaag heb ik het huis in de verkoop gezet.

2 juli



Vandaag heb ik navraag gedaan. Het kostte alles bij elkaar driehonderd kronen aan kleingeld en veel leverde het niet op. Maar nu heb ik een tijdje iets anders aan mijn hoofd. Het eerste bod op het huis is er al.



2 augustus



Ik heb de afgelopen maand gebruikt om alles te regelen. Vandaag is het verkoopcontract door beide partijen ondertekend. Ik kreeg honderdduizend kronen extra omdat ik er voor 1 september uit ben. Alle formele zaken zijn dus in orde. Nu rest alleen nog de moeilijkste taak. Ik denk dat ik daar een werkbare methode voor heb gevonden.





5





Oslo/Vega, zondag 2 augustus 2009


Haar haar lag als een waaier over het kussen. Zelfs aan het beademingsapparaat was ze ontegenzeggelijk mooi, en hij begreep wel waarom de topcouturiers in Parijs zo van symmetrie hielden. Hij was ervan overtuigd dat de lijnen aan weerszijden van haar enigszins hartvormige, zij het bleke gezicht precies even lang waren.

Ze was op haar zij gelegd en hij volgde de contouren die zich onder het dekbed aftekenden. Haar lichaam, zo vrouwelijk, zelfs in deze situatie, deed niet onder voor haar gezicht en verklaarde volledig waarom ze een ruimte volledig in bezit nam zodra ze binnenkwam. Vooral als die ruimte voornamelijk door mannen werd bevolkt.

Halvor zuchtte. Hoe ze in deze situatie terecht had weten te komen, was hem een volslagen raadsel. Kristine was normaal gesproken uiterst rationeel, deed vrijwel alles volgens het boekje en nam geen onnodige risico’s, terwijl het haar toch ook geen enkele moeite kostte een stapel dossierstukken ondersteboven te keren om alles met nieuwe ogen te bekijken. Ze was domweg de perfecte politiepartner voor iemand als hij, die meer van het intuïtieve, wat warrige, onconventionele type was.

Bijna drie jaren waren er verstreken sinds dat ongelukkige voorval waardoor hij zijn onvoorwaardelijke vertrouwen in Kristine had verloren. Weliswaar hadden ze samen een uitermate lastige seriemoordzaak opgelost, maar een ander, opzichzelfstaand incident had de nauwe band tussen hen kapotgemaakt. In een overigens geslaagde poging om het Bureau Interne Veiligheid ervan te overtuigen dat Halvor vrijuit ging ten aanzien van de verdenking van ‘onbehoorlijk gedrag in of buiten de dienst’ had Kristine een paar ethische grenzen overschreden die voor Halvor heilig waren. Hij wist dat dat kwam doordat zijn collega toen meer voor hem voelde dan zou moeten en dat die gevoelens haar beoordelingsvermogen wellicht hadden verminderd.

Het had bijna een halfjaar geduurd voordat ze samen een pilsje waren gaan drinken en het hadden uitgepraat, maar toch vertrouwde hij haar niet meer voor de volle honderd procent. Verbeeldde hij zich in elk geval. Hij merkte dat het vertrouwen langzaam weer was teruggekomen in een jaar van intensieve samen-werking bij onderzoeken naar steekpartijen, moorden uit jaloezie, knokpartijen op straat en gewapende overvallen. Zij was degene die hem naar de kern van de zaak terughaalde als hij op een dwaalspoor zat omdat hij iets bepaalds in zijn hoofd had. Maar als zij hetzelfde getuigenverhoor drie keer had gelezen zonder er iets mee op te schieten, was hij vaak degene die haar de verlossende ingeving bezorgde.