Reading Online Novel

Verbroken(95)



                Lena trok haar jack uit en wierp het op een bureau. ‘Ik moet ophangen.’ Net toen hij de verbinding verbrak beende de rechercheur op zijn kamer af.

                Will stond op. Hij schonk haar zijn innemendste lach. ‘U bent vast rechercheur Adams. Will Trent. Ik ben blij om u eindelijk te ontmoeten.’

                Ze staarde naar zijn uitgestoken hand. Heel even was hij bang dat ze hem zou afbijten.

                ‘Is er iets, rechercheur?’

                Kennelijk was ze zo kwaad dat ze amper een woord over haar lippen kreeg. ‘Deze kamer...’

                ‘Ik hoop dat u er geen bezwaar tegen hebt,’ onderbrak Will haar. ‘Hij was leeg en ik wilde u niet voor de voeten lopen.’ Hij had zijn hand nog steeds naar haar uitgestoken. ‘We zijn toch nog niet op het punt beland dat u mijn hand niet wilt schudden, rechercheur?’

                ‘We zijn dat punt gepasseerd op het moment dat u achter dat bureau plaatsnam.’

                Will liet zijn hand zakken. ‘Eigenlijk verwachtte ik commissaris Wallace.’

                 ‘Waarnemend commissaris,’ verbeterde ze hem, want het lag bij haar al even gevoelig als bij Sara. ‘Frank is bij Brad in het ziekenhuis.’

                ‘Ik heb gehoord dat rechercheur Stephens een zware nacht achter de rug heeft, maar dat het er vanochtend iets beter uitziet.’

                Ze antwoordde niet, en dat was maar goed ook. Haar stem had het nasale van zuidelijk Georgia, en nu ze kwaad was kleefden haar woorden als cakebeslag aan elkaar.

                Will wees naar een stoel. ‘Ga zitten.’

                ‘Ik sta liever.’

                ‘Als u het niet erg vindt ga ik wel zitten.’ De stoel knarste toen hij weer plaatsnam. Will legde zijn vingertoppen tegen elkaar. Hij zag dat er een pen aan Lena’s borstzak zat geklemd. Die was van zilver, een Cross, net als de pen die de vorige avond in de borstzak van Larry Knox had gezeten. Will keek naar de groep agenten die zich rond het koffiezetapparaat verdrongen. Ze hadden allemaal een pen in hun borstzak.

                Hij glimlachte. ‘Uw commissaris heeft u ongetwijfeld verteld waarom ik hier ben.’

                Will zag haar oog trillen. ‘Vanwege Tommy.’

                ‘Dat klopt, vanwege Tommy Braham, en in het verlengde daarvan ook vanwege Allison Spooner. Ik hoop dat we dit snel kunnen afwikkelen. Het is bijna Thanksgiving, en dan wil iedereen er ongetwijfeld graag klaar mee zijn.’

                ‘Dat zoetsappige gebullshit werkt niet echt bij mij.’

                ‘We dragen allebei een penning, rechercheur. Vindt u niet dat u een poging tot samenwerking moet doen zodat we tot de kern van de zaak kunnen komen?’

                ‘Weet u wat ik vind?’ Ze sloeg haar armen over elkaar. ‘Ik vind dat u naar een plaats bent gekomen waar u niet hoort, dat u op een plek slaapt waarop u geen recht hebt en dat u allerlei goede mensen de problemen in helpt voor iets waar ze geen vat op hebben.’

                Er werd luid op de open deur geklopt. Marla Simms stond in de deuropening, met kaarsrechte rug en in haar handen een kartonnen doos van middelgroot formaat. Ze liep naar het bureau en zette de doos met een klap voor Will neer.

                ‘Bedankt,’ zei hij terwijl ze weer wegliep. ‘Mevrouw Simms?’ Ze draaide zich niet om, maar bleef wel staan. ‘Zou u zo vriendelijk willen zijn me het bandje te brengen van die 911-oproep, waarin Allison Spooners zogenaamde zelfmoord werd aangekondigd?’