Reading Online Novel

Verbroken(91)



                Will keek Lionel na toen hij steunend op zijn stok de straat overstak. Voor de ijzerwarenzaak bleef hij staan om een praatje te maken met een man die het vuil van het trottoir veegde. Het regende niet meer en blijkbaar hadden ze geen haast. Het zou Will niet verbazen als ze het over Allison Spooner en Tommy Braham hadden. In een plaats als Grant County was dat momenteel het enige onderwerp van gesprek.

                Een oude Cadillac draaide het terrein op. Al van een afstand galmde de gospelmuziek Will tegemoet. Marla Simms parkeerde haar auto zo ver mogelijk bij zijn Porsche vandaan. Ze keek in de spiegel om haar make-up te controleren en haar bril recht te zetten – allemaal om er geen misverstand over te laten bestaan dat ze hem negeerde – en stapte toen uit.

                Will liep naar haar toe. ‘Goedemorgen, mevrouw Simms,’ zei hij zo opgewekt mogelijk.

                 Ze schonk hem een achterdochtige blik. ‘Er is nog niemand.’

                ‘Dat zie ik.’ Hij stak zijn koffertje omhoog. ‘Ik wilde me vast installeren. Zou u me het bewijsmateriaal kunnen brengen dat bij het meer is gevonden, en alles wat bij Tommy Braham is aangetroffen?’

                Zonder hem verder een blik waardig te keuren schoof Marla de grendel van de deur. Ze deed het licht aan en liep de hal in. Weer boog ze zich over de poort, drukte op de zoemer en liet zichzelf binnen. Will kon het hekje nog net pakken voor het dichtklapte.

                ‘Het is hier koud,’ merkte hij op. ‘Is er iets met de ketel?’

                ‘De ketel is prima in orde,’ zei ze afwerend.

                ‘Is hij nieuw?’

                ‘Zie ik er soms uit als een verwarmingsmonteur?’

                ‘Mevrouw Simms, ik kan niet anders zeggen dan dat u eruitziet als iemand die op de hoogte is van alles wat er speelt op dit bureau en misschien wel in de hele stad.’

                Mopperend pakte ze de pot van het koffiezetapparaat.

                ‘Kende u Tommy Braham?’

                ‘Ja.’

                ‘Wat was hij voor iemand?’

                ‘Een slome.’

                ‘En Allison Spooner?’

                ‘Bepaald geen slome.’

                Will glimlachte. ‘Eigenlijk moet ik u bedanken, mevrouw Simms, voor de incidentenrapporten die u gisteravond naar mijn collega hebt gestuurd. Die laten een interessant gedragspatroon bij Tommy zien. Hij had de laatste tijd last van driftbuien. Wilde u me dat laten weten?’

                Ze keek hem over de rand van haar bril aan en liep toen het vertrek door, met haar lippen stijf op elkaar. Will keek haar na terwijl ze de zware stalen deur openduwde en hem in het donker achterliet.

                Hij liep naar het faxapparaat, en om Marla Simms het voordeel van de twijfel te gunnen, keek hij onder de tafel. Er lag niks: geen losse papieren of de transcriptie van het 911-telefoontje dat door een spleet was gevallen. Hij opende het deksel van het kopieerapparaat en zag slechts de spiegelende glasplaat. Wel zat er iets kleverigs in het midden. Met de nagel van zijn duim peuterde Will de troep eraf, want die zou op alle kopieën komen. Hij hield het spul tegen het licht. Lijm? Of kauwgom?

                Will tikte het weg, de prullenbak in. Op geen van de kopieën die Sara de vorige dag had gemaakt zat een vieze afdruk. Misschien had iemand anders het apparaat na haar gebruikt en per ongeluk kauwgom op het glas achtergelaten.