Verbroken(46)
‘Ik zou maar niks drinken tenzij het uit een verzegelde fles komt.’
‘Goede tip.’ Hij leunde achterover. ‘En met jou?’
‘Nog even en ik vermoord iemand of ik maak er zelf een eind aan,’ bekende ze. ‘Morgenmiddag krijg ik een keizersnede.’ Faith was diabeet. Haar artsen wilden de regie houden over haar bevalling om haar gezondheid niet in gevaar te brengen. Ze begon Will tot in detail over de procedure te vertellen, maar tegen de tijd dat ze het woord ‘baarmoeder’ voor de tweede keer noemde, volgde hij het niet meer. Hij bekeek zichzelf in de confrontatiespiegel en vroeg zich af of mevrouw Simms gelijk had toen ze zei dat lang haar hem beter stond.
Faith was aan het eind van haar verhaal gekomen. ‘Wat is dat voor fax die je me gestuurd hebt?’
‘Heb je alle twaalf blaadjes ontvangen?’
Hij hoorde haar tellen. ‘Ik heb er zeventien in totaal. Allemaal vanaf hetzelfde nummer verstuurd.’
‘Zeventien?’ Hij krabde over zijn kaak. ‘Zitten er dan dubbele bij?’
‘Nee. Ik heb hier een politierapport, gekopieerde aantekeningen, die blaadjes zijn uit een aantekenboekje geknipt, dat is raar. Je haalt geen blaadjes uit je aantekenboekje... En...’ Hij vermoedde dat ze de bekentenis van Tommy Braham zat te lezen. ‘Heb jij dit geschreven?’
‘Heel grappig,’ zei Will. Toen Sara hem in de auto de bekentenis had laten zien, had hij de woorden niet kunnen lezen, maar zelfs hem was het opgevallen hoe bizar het krullerige, karikaturale handschrift van Tommy Braham was. ‘Wat vind je ervan?’
‘Het lijkt wel een boekverslag van Jeremy toen hij in groep drie zat.’
Jeremy was haar bijna volwassen zoon. ‘Tommy Braham was negentien.’
‘Was hij achterlijk of zo?’
‘Eigenlijk moet je “verstandelijk beperkt” zeggen.’
Ze maakte een snuivend geluid.
‘Volgens Sara lag zijn iq rond de 80.’
Faith klonk achterdochtig, maar ze het had het dan ook behoorlijk irritant gevonden toen Sara zich in een vorige zaak had gemengd. ‘Hoe weet Sara nou wat zijn iq was?’
‘Ze heeft hem vroeger behandeld in haar kliniek.’
‘Heeft ze zich nog verontschuldigd omdat ze je tijdens je vakantie naar dat muggengat heeft ontboden?’
‘Ze weet niet dat het mijn vakantie is, maar ze heeft inderdaad haar verontschuldigingen aangeboden.’
Faith zweeg een paar tellen. ‘Hoe gaat het met haar?’
Will dacht niet aan Sara, maar aan haar geur op zijn zakdoek. Hij vond haar geen parfumtype. Misschien was het zo’n dure zeep waarmee vrouwen hun gezicht wasten.
‘Will?’
Hij schraapte zijn keel om de stilte te overbruggen. ‘Goed hoor. Ze was eerst behoorlijk overstuur, maar ik denk dat ze daar goede redenen voor heeft.’ Hij dempte zijn stem. ‘Deze zaak klopt van geen kant.’
‘Denk je dat Tommy dat meisje niet vermoord heeft?’
‘Ik weet nog niet wat ik denk.’