Verboden terrein(11)
‘Ik red het uitstekend,’ zei Felicity. Haar toon nodigde niet uit tot verder commentaar. Ze pakte haar lipgloss en bracht een nieuw laagje aan.
Delia was echter te traag van begrip om de hint op te pakken.
‘Ik vind het alleen nogal schokkend dat Emma, die beweert je vriendin te zijn, je dat heeft aangedaan.’
Felicity fronste. ‘Ik begrijp niet precies wat je bedoelt.’ Ze sloot de tube lipgloss en liet hem in haar tas vallen.
‘Ach, kom nu toch, Felicity. Ze heeft haar bruiloft zomaar afgezegd, nietwaar? Als je het mij vraagt, kan het haar niet schelen wie ze kwetst. Eerlijk gezegd vind ik het afschuwelijk dat ze jou op die manier geld laat verliezen. Maar dat is typerend voor je vriendinnen, nietwaar? Ze zijn allemaal rijk en begrijpen niet wat het voor iemand zoals jij moet betekenen.’
‘Delia, je weet niet waarover je praat,’ snauwde Felicity. Opeens kon het haar niet meer schelen of ze dat afschuwelijke mens tegen zich in het harnas joeg of niet. ‘Emma zou nooit met opzet iemand kwetsen, en mij nog wel het allerminst. Dat ze haar verloving met Reed heeft verbroken, had niets te maken met mij. Ik zou niet hebben gewild dat ze met hem was getrouwd als ze niet van hem hield. En wat de rijkdom van mijn vriendinnen betreft: Lily heeft niets cadeau gekregen. Ze heeft haar hele leven hard gewerkt. En datzelfde geldt voor Abby; die werkt ook als een paard. Ze werken in feite allemaal. Emma heeft een galerie en Vanessa…’ Haar stem stierf weg. Waarom praatte ze in vredesnaam nog met dit vreselijke mens? ‘Laat maar. Ik verdoe hier duidelijk mijn tijd.’
Dat gezegd hebbende, draaide Felicity zich om en liep de toiletruimte uit. Ze probeerde te kalmeren, maar toen ze het tafeltje naderde, knarsetandde ze nog van woede.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Emma.
Felicity rolde met haar ogen. ‘Delia Forrester. Moet ik nog meer zeggen?’
Iedereen begon onmiddellijk te kreunen.
‘Weet je,’ zei Abby, ‘ik zou wel eens willen weten wat die vrouw deed voordat ze met Frank trouwde. Mijn moeder heeft geprobeerd daarachter te komen, maar voor zover ik weet, is ze nooit erg succesvol geweest.’
‘O, ik weet wat ze heeft gedaan,’ zei Felicity.
‘Echt waar?’ vroeg Lily.
‘Ja.’ Felicity grijnsde. ‘Ze roerde in haar heksenpot en maakte giftige brouwseltjes.’
Even was het stil. Toen schoten ze allemaal in de lach.
‘O, jij bent echt erg,’ zei Emma lachend.
‘Nou, ze is een heks,’ merkte Felicity op.
‘En dat is nog zwak uitgedrukt,’ vond Vanessa.
‘Inderdaad,’ zei Felicity.
Het gesprek werd onderbroken door de komst van de ober. Daarna praatten ze niet langer over Delia. Het daaropvolgende uur waren de chantagebrieven die Lily’s echtgenoot en Garretts zusje Caroline hadden ontvangen, het onderwerp van gesprek. Abby was ervan overtuigd dat de pogingen tot afpersing en de diefstal van haar moeders dagboeken ermee te maken hadden, en daar was Felicity het eigenlijk wel mee eens. Alhoewel dat ook zou kunnen betekenen dat Abby’s andere theorie – dat haar moeder vermoord was – dan op waarheid zou kunnen berusten. Bij die gedachte voer er een huivering door haar heen. Moord leek afschuwelijk, maar misschien wel en mogelijkheid, want Bunny had veel woede gewekt bij de mensen over wier leven en geheimen ze had geschreven.
Nadat dat onderwerp uitgebreid was besproken, begon Vanessa over de strijd die ze nog steeds leverde met de familie van haar overleden man, over zijn erfenis.
Emma die openlijker blijk gaf van haar gevoelens dan Felicity, pakte Vanessa’s hand. ‘Houd maar gewoon voor ogen dat dit ook weer voorbij gaat.’
Ze werd beloond met een glimlach. ‘Dank je,’ zei Vanessa zacht. ‘Jullie allemaal bedankt.’ Ze hief haar waterglas en zei: ‘Op onze vriendschap.’
Nadat ze getoost hadden, kwamen er lichtere gespreksonderwerpen aan de orde en voordat Felicity er erg in had, was het tijd om te vertrekken.
Emma liep met haar mee naar buiten en toen ze op de parkeerplaats stonden, vroeg ze: ‘Gaat het wel goed met je? Je liep daarstraks zo abrupt van tafel.’ Ze keek haar bezorgd aan. ‘Ben je kwaad op me of zo?’
‘Hoe kom je daar nu bij?’ Felicity wenste dat ze Emma in vertrouwen kon nemen, maar dat was niet mogelijk. ‘Natuurlijk ben ik niet kwaad op je.’
‘Ik weet dat je Reed altijd hebt gemogen. Je denkt nu waarschijnlijk dat ik hem slecht heb behandeld.’
Felicity zuchtte. ‘Emma, je hebt niets verkeerds gedaan. Ik bewonder je dat je de moed hebt gehad om hem de waarheid te vertellen.’ Ze glimlachte. ‘En ik ben blij voor Garrett en jou.’
‘Meen je dat echt?’
‘Ja,’ zei Felicity, ‘dat meen ik oprecht.’