Tachtig dagen rood(178)
Ik zakte nog dieper naar voren, met mijn hoofd in mijn handen, alsof ik de tijd kon terugdraaien door me hard genoeg te concentreren.
‘Goed,’ zei Lauralynn. Ik herkende het verstrakken van haar ogen en de klank in haar stem. Ze bevond zich in haar dominante modus. Ik was ook jaloers op dát deel van haar – ze was altijd zeker van zichzelf en van haar verlangens. Ze lag geen moment wakker van wie ze was geworden en waarom. Ze vermaakte zich gewoon.
‘Kom, je moet jezelf vermannen, anders moet ik het voor je doen. We kunnen hier niet de hele nacht blijven. Waar is de rest van je band?’
‘Een feestje in de kleedkamer, waarschijnlijk, of terug naar het hotel. Maar ze zullen me vast niet missen.’
‘Je hoeft niet zo zielig te doen. Je zegt gewoon dat je een oude vriendin bent tegengekomen, zodat ze niet denken dat je gekidnapt bent door een gestoorde fan. Daarna kunnen we wat gaan drinken en kun je me al je zorgen toevertrouwen.’
Ze nam mijn arm in de hare en leidde me de biertuin uit, de straten van Kreuzberg op. Het was nog redelijk vroeg voor Noord-Europese begrippen. Anders dan in Londen waren er in Berlijn geen laatste metro’s om middernacht, of pubs die om elf uur dichtgingen, dus de meeste feesten begonnen pas op z’n vroegst om middernacht, en ze zouden pas echt op gang komen rond een uur of twee. Ik wilde eigenlijk alleen naar huis en slapen, mezelf oprollen in een bal en alleen zijn met mijn ellende.
‘Maar eerst,’ zei ze, ‘iets eten. Met een volle maag is het veel lastiger om je ellendig te voelen.’
We wandelden naar een afhaaltentje op de hoek bij het kanaal dat tot middernacht open was, en Lauralynn bestelde een pizza, twee curryworsten en een portie krulfrieten.
‘Wacht maar af,’ zei ze toen ik vroeg of het wel verstandig was om currysaus over een hotdog te gieten, ‘deze zijn verrukkelijk.’
Ze had gelijk. Het eten was prima, lekker warm, en mijn stemming verbeterde duidelijk.
‘Dus,’ zei ik. ‘Vertel. Waarom ben je hier in Berlijn? Ben je helemaal hierheen gekomen om mij te zien?’
‘Ik moest heel snel naar huis toe. Mijn broer voelde zich niet goed, dus ik ben een paar weken teruggegaan naar New York.’
‘Wat vervelend om te horen.’
Lauralynn haalde haar schouders op. Ze pakte de frietjes met drie tegelijk op en gebruikte ze als een schepje om de overgebleven saus van haar bord te schrapen. Ik was nog te overstuur om veel te eten, maar kreeg het grootste deel van de worst weg. De saus was een vreemd mengsel van currysmaak en zoetigheid, meer zoet dan pittig, maar het smaakte prima.
‘Familiedingen. Maar alles is nu in orde. Ik kreeg een paar mailtjes van Dominik terwijl ik weg was. Jullie lijken echt opmerkelijk veel op elkaar. Allebei hoopjes ellende als jullie voor jezelf moeten zorgen, dus ik heb een oogje in het zeil gehouden.’ Ze hield mijn blik vast met haar indringende blauwe ogen, probeerde mijn reactie te peilen. Ik hing aan haar lippen en wenste dat ze ter zake zou komen en me meer zou vertellen over Dominik.
Ze nam een grote slok van haar cola, waarbij ze een rode rand lippenstift achterliet op het rietje, en ging verder. ‘Hij had het over gedoe met jouw viool, en de roman waaraan hij werkt. Daar had hij ook ontzettend veel moeite mee, weet je. De eerste was een makkie, toen hij over jou schreef. Maar nu hij over jouw viool schrijft, schijnt het weer van een leien dakje te gaan. Wat leid je daaruit af?’
Ik staarde onbegrijpend naar haar. ‘Ik dacht dat hij gewoon een vrouwelijke hoofdpersoon nodig had om het te laten werken, en ik was de eerste die in hem opkwam.’
‘Precies. Jij was de eerste die in hem opkwam. Hij denkt al twee jaar lang elke dag aan jou. En hij kan je nog steeds niet uit zijn hoofd zetten.’
‘Ik kan hem ook niet uit mijn hoofd zetten,’ antwoordde ik somber, terwijl ik een handje friet naar binnen werkte, hoewel ik na de eerste paar happen al geen trek meer had. Ze zagen er een beetje uit als gefrituurde uienringen, maar dan roder, alsof er paprikapoeder op zat.
‘Vertel me dan eens,’ zei ze, terwijl ze haar vingers grondig afveegde aan een servet. Haar nagels waren bloedrood gelakt, passend bij haar lippenstift.
‘Ja?’
‘Waarom zeg je dat niet tegen hem? Dat je verliefd bent op hem?’
‘Ik weet het niet… ik… ik weet dat hij altijd alles onder controle wil hebben. Ik wilde niet degene zijn die het uitsprak.’
‘Gelul. Dit gaat niet om controle. En jij moet wel de minst onderdanige sub zijn die ik ooit heb ontmoet. Meer een bottom, eigenlijk.’
‘Een bottom?’
‘Ja. Je geniet ervan om door een Top te worden gedomineerd, met of zonder emotionele band. Dat is gewoon hoe jij van seks geniet.’
‘Dat zal wel. Maar het voelt niet hetzelfde met iemand anders dan Dominik. Met andere mensen is het gewoon… seks. Met Dominik is het meer dan dat.’