Spoor(69)
‘Het gaat om Vlo,’ zeg ik.
De borstelige wenkbrauwen van de twee Swanepoel-mannen gaan in gelid omhoog.
‘Ze is midden in de nacht van Diederiks boerderij vertrokken. Zonder afscheid te nemen...’
‘Ai,’ zegt Lollie.
‘Was er ruzie?’ vraagt Wickus.
‘Nee. Maar ze zou gisterochtend de neushoorns verzorgen. Nu maakt Diederik zich zorgen...’
Ik hoop dat het genoeg is, maar Wickus is niet dom. ‘Dat is niet het hele verhaal,’ zegt hij, zonder verwijt. ‘Je gezicht, het feit dat je hier met het vliegtuig bent... Ik ga je niet vragen wat er is gebeurd, misschien is het beter als we het niet weten. Maar vertel me alleen maar: hoe ernstig is het?’
‘Ernstig genoeg.’
‘Jinne,’ zegt Swannie. Zijn ouders kijken elkaar aan met een blik van verstandhouding, alsof ze iets weten. Wickus knikt langzaam. ‘Hoe kunnen we helpen?’
‘Ik kreeg de indruk dat ze hier uit de buurt kwam. Zat jij niet met haar op de lagere school?’ vraag ik en ik kijk naar de jonge Swannie.
‘Dat is twaalf jaar geleden. Ze zijn hier weggegaan in...’
‘1998,’ zegt Lollie.
‘Waarheen?’ vraag ik.
Wickus en Lollie kijken elkaar weer aan. ‘Er gingen een heleboel geruchten,’ zegt ze zacht.
‘Het is een triest verhaal,’ zegt Wickus.
‘Jinne...’ zegt Swannie.
‘Jij was nog te jong om die dingen te weten,’ zegt zijn moeder.
Wickus schuift zijn bord weg en zet zijn ellebogen op tafel. ‘Vertel het maar, Lollie. Ik weet niet of het zal helpen, maar vertel het hem.’
39
De meeste dieren veranderen voortdurend van slaapplek en hebben alleen tijdens het voortplantingsseizoen een vaste verblijfplaats om de jongen te beschermen.
– De kunst van het spoorzoeken: Classificatie van sporen
Ze doen het in duet.
Zij begint met: ‘Haar vader was Louis, een vrije geest...’ En Wickus zegt: ‘Hij was een spoorzoeker, maar je moet goed begrijpen dat hij een meester was. Je hebt tegenwoordig niveaus, met de opleiding die ze nu volgen, niveau een, twee en drie, dan Senior Tracker en dan Master. Nou, Louis zou een Master zijn geweest, koot, wat was die goed.’
‘Hij kwam uit de Kalahari,’ neemt zij het verhaal over. ‘Ze zeggen dat hij heel arm is opgegroeid, zijn vader was een nietsnut en een zwerver, deed her en der los werk op boerderijen. De kindertijd van Louis was half wild, tussen de Bosjesmannen. Daar heeft hij leren spoorzoeken. Hij is nauwelijks naar school gegaan, niet verder dan de achtste klas en daarna hielp hij zijn vader, maar die ging dood toen Louis zeventien was. Op de een of andere manier is hij toen in onze contreien beland.’
‘Hij wilde voor Natuurbeheer gaan werken, maar hij had helemaal geen opleiding, en daar kom je niet tussen zonder officiële papieren,’ zegt Wickus.
‘Toen huurden de jagers hem in. Hier, Botswana, Zimbabwe...’
‘De trofeemensen, figuren die voor Amerikanen en Duitsers de grootste olifanten en leeuwen zoeken...’
‘Niet altijd legaal,’ zegt Lollie.
‘Wat moest hij anders? Hij wilde in het veld leven, hij moest geld verdienen.’
‘Een mooie man was het, zo’n blozend gezicht, dikke bos blond haar, maar hij leefde in een andere wereld. Hij heeft geloof ik een keer een python gevonden in de buurt van Phalaborwa en toen werd hij echt gek, hij zei dat het zijn voorvader was. Dat komt door de Bosjesmannen, die geloven dat de mens van de python afstamt...’
‘Maar de beste spoorzoeker die je kon vinden, goed aangeschreven, gewild.’
‘En toen kreeg hij wat met Drika. Nee, dat moet je anders zeggen. Hij werd verliefd op Drika. En zij... het probleem was dat ze amper negentien waren, en zij was de dochter van Grote Frik Redelinghuys en vervolgens werd ze zwanger...’
‘Koot,’ zegt zoon Swannie en hij klinkt net als zijn vader.
Wickus kijkt streng naar zijn zoon: ‘Daarom zeg ik altijd: hou je ding in je broek...’
‘Wickus...’ waarschuwt Lollie.
‘Hoe dan ook, Grote Frik boert in het Laeveld, zes, zeven bedrijven, sinaasappelen, noten, bananen, wild, hij huurde Louis in als er buitenlanders kwamen jagen, schatrijk, drie dochters, Drika was de jongste. Mooie meid, van haar heeft Vlo haar lange haar en dat lichaam, maar verwend...’
‘Heel erg. Ze wist dat ze mooi was en was niet bang om ermee te koop te lopen. En zo koppig als wat, wilde altijd hebben wat ze niet kon krijgen. Ze had net eindexamen gedaan, wist nog niet wat ze wilde, zat thuis dat jaar, paarden en feestjes. En toen kwam Louis...’
‘Hoe weet je dat allemaal, ma?’ vraagt Swannie.
‘Mensen praten, jongen. Er werd enorm over geroddeld, de dochter van een vooraanstaand man. Ze zeggen dat Frik nog voordat ze zwanger raakte achter de relatie was gekomen. Hij heeft haar op het matje geroepen en gezegd: “Over mijn lijk.” En toen is ze met Louis naar bed gegaan, om haar vader te laten zien dat ze deed wat ze wilde.’