Reading Online Novel

Slaap(93)



‘Wat dan ook, ik gehoorzaam,’ zegt hij. ‘Als je zweet tussen je borsten, kan ik het afdrogen...’

‘Ga op de bank zitten,’ herhaalt Jurek neutraal.

Bernie kruipt onmiddellijk weg en gaat op de vloer voor de bank liggen. Saga moet de snelheid van de loopband iets verlagen. Ze kijkt met opzet niet naar het zwiepende palmblad en vermijdt het aan de microfoon met het zendertje te denken.

Jurek staat haar stil op te nemen, veegt zijn lippen af en haalt zijn hand door zijn korte, metaalgrijze haar.

‘We kunnen samen weggaan uit het ziekenhuis,’ zegt hij rustig.

‘Maar ik weet niet of ik dat wel wil,’ zegt ze eerlijk.

‘Waarom niet?’

‘Ik heb eigenlijk niets meer buiten.’

‘Niets meer?’ herhaalt hij zacht. ‘Het is hoe dan ook onmogelijk om ergens naar terug te gaan... maar er zijn betere plekken dan deze.’

‘En slechtere misschien.’

Hij kijkt oprecht verbaasd en wendt zijn gezicht met een zuchtend geluid af.

‘Wat zeg je?’ vraagt ze.

‘Ik zuchtte alleen maar, omdat ik bedacht dat ik me inderdaad een slechtere plaats herinner,’ zegt hij en hij kijkt haar dromerig aan. ‘De lucht gonsde van de hoogspanningsleidingen... de wegen waren kapotgereden door grote shovels... en de sporen vulden zich met rood modderig water, het reikte tot mijn middel... maar ik kon nog steeds mijn mond opendoen om te ademen.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Dat slechtere plaatsen te verkiezen kunnen zijn boven betere...’

‘Denk je aan je jeugd?’

‘Ja, daar denk ik aan,’ fluistert hij.

Saga zet de loopband stil, buigt zich voorover en hangt aan de handvatten. Haar wangen gloeien alsof ze tien kilometer heeft hardgelopen. Ze weet dat ze moet doorgaan met het gesprek zonder al te gretig te worden, en dat ze hem meer moet laten vertellen.

‘Maar nu... Heb je een schuilplaats of ben je van plan een nieuwe te vinden?’ vraagt ze zonder hem aan te kijken.

De vraag was veel te direct, dat voelt ze. Ze dwingt zichzelf op te kijken, hem in de ogen te kijken.

‘Ik kan je een hele stad geven, als je wilt,’ antwoordt hij ernstig.

‘Waar?’

‘Kies zelf maar.’

Saga schudt glimlachend haar hoofd, maar herinnert zich opeens een plek waar ze al jaren niet aan heeft willen denken.

‘Als ik aan andere plekken denk... dan denk ik alleen maar aan het huis van mijn grootvader,’ zegt ze. ‘Ik had er een schommel in een boom... ik weet niet, maar ik vind schommelen nog steeds fijn.’

‘Kun je daar niet heen gaan?’

‘Dat gaat niet,’ antwoordt ze en ze stapt van de loopband af.





119


In het topappartement aan Rörstrandsgatan 19 luistert de geheime groep Athena Promachos naar het gesprek dat Jurek Walter en Saga Bauer voeren.

Johan Jönson zit in een grijs trainingspak achter de computer. Corinne zit aan het bureau en voert het hele gesprek in in haar computer. Nathan Pollock heeft tien bloemen in de kantlijn van zijn schrijfblok getekend en noteert de woorden ‘hoogspanningsleidingen’, ‘shovels’ en ‘rode modder’.

Joona staat met gesloten ogen bij de luidspreker en voelt koude rillingen over zijn rug omhoogkruipen als Saga over haar grootvader vertelt. Ze mag Jurek Walter onder geen beding in haar hoofd laten, denkt hij. Het gezicht van Susanne Hjälm fladdert door zijn gedachten. Haar vuile gezicht en angstige blik, daar in die kelder.

‘Waarom kun je niet naar de plek waar je heen wilt?’ hoort hij Jurek Walter vragen.

‘Het huis is nu van mijn vader,’ antwoordt Saga Bauer.

‘En hem heb je al tijden niet meer gezien?’

‘Dat wou ik niet,’ zegt ze.

‘Als hij leeft, dan wacht hij erop dat je hem een nieuwe kans geeft,’ zegt Walter.

‘Nee,’ antwoordt ze.

‘Het hangt er natuurlijk van af wat er is gebeurd, maar...’

‘Ik was klein en weet er niet meer zoveel van,’ legt ze uit. ‘Maar ik weet dat ik hem steeds belde en beloofde dat ik nooit meer lastig zou zijn als hij thuiskwam... ik zou in mijn eigen bed slapen en netjes aan tafel zitten en... Ik wil het er niet over hebben.’

‘Dat begrijp ik,’ zegt Walter, maar zijn woorden verdrinken bijna in een ratelend geluid.

Er klinkt een gierend geluid en daarna het ritmische bonzen van zware stappen op de loopband.





120


Jurek loopt op de loopband. Hij ziet er weer sterker uit. Zijn passen zijn lang en krachtig, zijn bleke gezicht staat rustig.

‘Je bent teleurgesteld in je vader omdat hij niet thuiskwam,’ zegt hij.

‘Ik herinner me al die keren dat ik belde... ik bedoel, ik had hem nodig.’

‘Maar je moeder... waar was zij?’

Saga stokt en bedenkt dat ze nu wat te veel praat, maar tegelijkertijd moet ze zijn vertrouwelijkheid beantwoorden. Het is geven en nemen, anders wordt het gesprek weer oppervlakkiger. Het is tijd dat ze iets persoonlijks vertelt, en zolang ze zich aan de waarheid houdt is ze veilig.