Reading Online Novel

Schaduwland(62)



Damen haalt zijn schouders op, loopt naar zijn auto en werpt dan een blik achterom. ‘Maak je maar geen zorgen, die liggen heerlijk te slapen. En ik heb zo’n gevoel dat dat nog wel een tijdje zo blijft.’

‘Heb je daar toevallig zelf voor gezorgd?’ Ik herinner me nog goed dat hij een keertje de hele school in slaap heeft laten vallen: leerlingen, maar ook de leraren en de rest van de medewerkers. Ik heb nog steeds geen idee hoe hij dat geflikt heeft, trouwens.

Hij lacht en opent het portier aan mijn kant. Hij gebaart dat ik moet instappen, maar ik schud mijn hoofd en blijf staan. Ik pieker er niet over in die lelijke gezinswagen te stappen. Het ding is wat mij betreft hét symbool van de sleur waarin we zitten.

Hij kijkt me even aan, schudt dan zijn hoofd en sluit zijn ogen. Met gefronste wenkbrauwen laat hij een glimmend rode Lamborghini verschijnen. Net zo eentje als ik de vorige keer heb gemanifesteerd toen ik een auto nodig had.

Weer schud ik mijn hoofd. Ik hoef geen gloednieuw speeltje; er was niks mis met de oude. Dit keer doe ik mijn ogen dicht en ik laat de Lamborghini verdwijnen in ruil voor een perfecte kopie van de glimmend zwarte BMW waarin hij tot voor kort rondreed.

‘Ja, ja. Luid en duidelijk.’ Hij knikt en met een ondeugende grijns laat hij me instappen.

Het volgende moment rijden we in een vaart de oprit af en de straat op, net lang genoeg afremmend tot het hek open is. Algauw scheuren we over de Pacific Coast Highway.

Terwijl ik hem in de gaten houd, probeer ik in zijn gedachten te ontdekken waar we naartoe gaan, maar hij grinnikt slechts. Hij schermt zijn gedachten af, vastbesloten me te verrassen.

Eenmaal op de snelweg zet hij de radio harder en lacht blij als hij de muziek herkent die ik voor hem uitkies – The White Album van The Beatles. Hij kijkt me vragend aan van opzij en lijkt ondertussen voor een nieuw snelheidsrecord te gaan.

‘Alles om je weer terug in deze auto te krijgen,’ glimlach ik. Hij heeft me het verhaal al vaak genoeg verteld hoe hij in India transcendente meditatie heeft geleerd samen met de band. Dat was nog in de tijd dat John en Paul de meeste nummers schreven. ‘Sterker nog,’ merk ik op, ‘als ik hem goed heb gemanifesteerd, dan speelt deze radio vanaf nu alleen nog maar liedjes van The Beatles.’

‘Hoe moet ik me aanpassen aan de eenentwintigste eeuw als jij me zo graag aan mijn verleden blijft herinneren?’ lacht hij.

‘Stiekem hoopte ik dat je niet zou veranderen,’ mompel ik, uit mijn raam kijkend naar de lichten die als strepen voorbijschieten. ‘Verandering wordt zo overschat. Dat wil zeggen, een paar van de nieuwste veranderingen zijn wat mij betreft geen blijvertjes. Dus wat zeg je ervan? Mag de auto blijven? Kunnen we die afschuwelijke gezinswagen dumpen?’

Ik draai me naar hem toe terwijl hij de snelweg verlaat en na een paar scherpe bochten bij een steile heuvel uitkomt. Hij zet de auto stil bij een groot beeld voor een enorm zandstenen gebouw.

‘Wat is dit?’ Ik weet wel dat we ergens in Los Angeles zijn. Althans zo voelt het en zo ziet het eruit. Maar vraag me niet waar.

‘Het Getty Museum.’ Hij zet de auto op de handrem en springt uit de wagen om mijn portier voor me te openen. ‘Ben je hier nog nooit geweest?’

Ik schud van nee en kijk hem niet aan. Een museum is wel de laatste plek die ik verwacht – of gehoopt – had.

‘Maar is het niet gesloten dan?’ Ik kijk om me heen met het gevoel dat er verder niemand aanwezig is. Behalve dan de beveiligers die ongetwijfeld binnen rondlopen.

‘Gesloten?’ Hij kijkt me hoofdschuddend aan. ‘Denk je nou echt dat wij ons laten tegenhouden door zo’n onbenullig feit?’ Hij slaat een arm om mijn middel en neemt me mee de stenen trap op. Met zijn mond vlak bij mijn oor, fluistert hij: ‘Ik weet dat een museum niet je eerste keuze is, maar geloof me, ik wil je alleen maar iets duidelijk maken. Na alles wat je me net hebt verteld, lijkt het me belangrijk dat je goed begrijpt wat ik bedoel.’

‘Wat? Dat je meer van kunstgeschiedenis weet dan ik?’

Hij blijft staan, zijn gezicht opeens ernstig. ‘Ik zal je bewijzen dat de wereld letterlijk aan je voeten ligt. De mogelijkheden zijn eindeloos. We kunnen doen wat we willen. We hoeven ons nooit te vervelen of in een sleur te verkeren. Maar dat lukt pas als je begrijpt dat de gewone regels niet meer gelden – niet voor ons. Open, gesloten, op slot, welkom of niet – het maakt niet uit. Wij doen waar wij zin in hebben, wanneer we daar zin in hebben. Niets kan ons tegenhouden.’

Dat is niet helemaal waar, denk ik stilletjes. De laatste vierhonderd jaar was er één ding dat we dolgraag wilden doen en dat is al die tijd mooi niet gelukt. Wat mij betreft is dat ook het enige wat ik nu het liefst zou doen.