Politie(60)
‘Maar als jullie rechercheurs zijn, waarom zijn jullie dan niet daarboven bij die anderen?’ vroeg de politieman die hen, na grondige bestudering van hun id-kaart, binnen het afzetlint had gelaten.
Katrine haalde haar schouders op. Ze kon niet vertellen dat ze op rooftocht waren, vier mensen zonder autorisatie en met een dubieus type opdracht waardoor het voorlopig beter was uit het zicht te blijven van het officiële onderzoeksteam.
‘We zien hier wat we willen zien,’ zei Beate Lønn. ‘Dank voor de medewerking.’
‘Graag gedaan.’
Katrine Bratt deed haar iPad uit, die nog steeds ingelogd was op de lijst gevangenen in de Noorse gevangenissen, en haastte zich toen achter Beate Lønn en Ståle Aune aan, die al over het afzetlint waren gestapt op weg naar Bjørn Holms dertig jaar oude Volvo Amazon. De eigenaar zelf kwam op zijn gemak de steile grindweg naar de top af gelopen en haalde hen in. Ze liepen naar de antiquarische auto zonder airco, airbag of centrale vergrendeling, maar met twee geblokte strepen die over de motorkap, het dak en de achterkant liepen. Katrine maakte uit Holms gehijg op dat hij de conditietest van de politieacademie nu waarschijnlijk niet zou halen.
‘En?’ vroeg Beate.
‘Het gezicht is gedeeltelijk kapot, maar ze zeggen dat het slachtoffer vermoedelijk Anton Mittet is,’ zei Holm terwijl hij zijn rastamuts van zijn hoofd trok om het zweet van zijn ronde gezicht te wissen.
‘Mittet,’ zei Beate. ‘Natuurlijk.’
De anderen draaiden zich naar haar om.
‘Een plaatselijke politieman. Dezelfde die de wacht van Simon in Maridalen overnam, herinner je je dat nog, Bjørn?’
‘Nee,’ zei Holm zonder zichtbare schaamte. Katrine nam aan dat hij gewend was geraakt aan het feit dat zijn chef van Mars kwam.
‘Hij was eerst bij de politie van Drammen. En hij was min of meer betrokken bij het onderzoek naar de vorige moord hier.’
Katrine schudde verbluft haar hoofd. Het was één ding dat Beate onmiddellijk had gereageerd toen het bericht van de auto in de rivier op hun politienet was verschenen en hen allemaal had gecommandeerd naar Drammen te komen omdat ze zich zonder enige aarzeling herinnerde dat het de plaats delict was geweest van de moord op ene René Kalsnes een aantal jaren geleden. Maar het was helemaal opvallend dat ze zich de naam herinnerde van die kerel uit Drammen die min of meer betrokken was geweest bij het onderzoek indertijd.
‘Ik herinner me hem zo goed omdat hij iets stoms had gedaan,’ zei Beate, die kennelijk Katrines hoofdschudden had gezien. ‘Hij hield zijn mond over een gummiknuppel die hij had gevonden omdat hij bang was dat het de politie kon blameren. Hebben ze iets gezegd over de waarschijnlijke doodsoorzaak?’
‘Nee,’ zei Holm. ‘Het is duidelijk dat hij door de val is gestorven. De handrem zat bovendien in zijn mond en kwam door zijn achterhoofd weer naar buiten. Maar hij moet zijn geslagen toen hij nog in leven was, want zijn gezicht vertoonde vele kleinere slagwonden.’
‘Kan hij zelf over de rand zijn gereden?’ vroeg Katrine.
‘Misschien. Maar zijn handen zaten met strips vast aan het stuur. Er waren geen remsporen en de auto is op de stenen vlak bij de wand terechtgekomen, dus veel vaart kan hij niet hebben gehad. De auto moet er haast overheen zijn geduwd.’
‘Handrem in zijn mond?’ zei Beate, haar voorhoofd fronsend. ‘Hoe kan dat zijn gebeurd?’
‘Zijn handen waren vastgebonden en de auto rolde naar de afgrond,’ zei Katrine. ‘Hij zal wel hebben geprobeerd om de rem met zijn mond omhoog te trekken.’
‘Misschien. Hoe dan ook, het gaat om een politieman, hij is vermoord op een plaats delict waar hij vroeger heeft gewerkt.’
‘Aan een moord die niet is opgelost,’ voegde Bjørn Holm eraan toe.
‘Ja, maar er zijn een paar belangrijke verschillen tussen deze moord en die op de meisjes in Maridalen en Tryvann,’ zei Beate en ze zwaaide met het dossier van de moord, dat ze in vliegende vaart nog even had geprint voordat ze hun kelderkantoor verlieten. ‘René Kalsnes was een man en vertoonde geen tekenen van seksueel geweld.’
‘Er is nog een belangrijk verschil,’ zei Katrine.
‘O?’
Ze tikte op de iPad onder haar arm. ‘Ik heb toen we hierheen reden het strafregister en de gevangenislijsten gecheckt. Valentin Gjertsen zat een korte straf uit in Ila toen René Kalsnes werd vermoord.’
‘Verdomme!’ Dat was Holm.
‘Nou nou,’ zei Beate. ‘Dat sluit niet uit dat Valentin Anton Mittet heeft vermoord. Hij heeft hier misschien het patroon gebroken, maar toch zit dezelfde gek hierachter. Of niet, Ståle?’