Politie(11)
Bellman wachtte. Hij knikte alsof ze hem het antwoord hadden gegeven dat hij herhaalde: ‘Dat ze tijd kosten. Dat ze loodzwaar zijn.’
Er klonk een fluisterende stem naast Hagen: ‘Churchill, eat your heart out.’ Hij keek opzij en zag dat Beate Lønn naast hem was gaan zitten en naar hem glimlachte.
Hij knikte even en keek de zaal rond. Een oude truc misschien, maar hij werkte wel. Terwijl hij een paar minuten geleden slechts een zwart, gedoofd vuur gezien had, had Bellman kans gezien de kooltjes weer te laten gloeien. Maar Hagen wist dat dat snel afgelopen zou zijn als resultaten nog steeds uitbleven.
Drie minuten later was Bellman klaar met zijn peptalk en hij verliet het podium met een brede grijns en nam het applaus in ontvangst. Hagen klapte loyaal mee en zag ertegen op weer naar de lessenaar te moeten gaan. Met de gegarandeerde showstopper dat het team zou worden teruggebracht naar vijfendertig man. Order van Bellman, maar ze waren het erover eens geweest dat hij het niet zou vertellen. Hagen liep naar voren, legde de map neer, kuchte, deed alsof hij door de papieren bladerde. Keek op. Kuchte weer en lachte ongemakkelijk. ‘Ladies and gentlemen, Elvis has left the building.’
Stilte, geen gelach.
‘Goed, er zullen een paar veranderingen zijn. Sommigen van jullie zullen aan een ander onderzoek gaan werken.’
Morsdood. Gedoofd.
Terwijl Mikael Bellman in het atrium van het hoofdbureau uit de lift stapte, meende hij een glimp van een gedaante op te vangen die net in de lift naast hem stapte. Was dat Truls? Kon haast niet, hij was nog steeds geschorst na de Asajev-zaak. Bellman liep door de hoofdingang naar buiten en vocht zich door de sneeuwbui een weg naar zijn wachtende auto. Toen hij de functie van commissaris op zich nam, had men hem uitgelegd dat hij in principe recht had op een chauffeur, maar dat zijn laatste drie voorgangers die hadden afgeslagen omdat ze vonden dat dat een verkeerd signaal afgaf, per slot van rekening moest er op allerlei gebieden worden bezuinigd. Bellman had een eind gemaakt aan die praktijk en duidelijk aangegeven dat hij zich niets gelegen liet liggen aan dergelijke sociaaldemocratische benepenheid en dat zijn werkdag veel effectiever zou zijn. Bovendien, meende hij, was het belangrijk om aan de mensen lager in de hiërarchie te laten zien dat hard werken en promotie bepaalde privileges meebrachten. De persvoorlichter had hem naderhand even apart genomen en hem voorgesteld, mocht de pers daar vragen over stellen, dat hij het antwoord zou beperken tot de effectievere werkdag en dat met die privileges beter wegliet.
‘Het Rådhus,’ zei Bellman terwijl hij op de achterbank plaatsnam.
De auto gleed weg van de trottoirrand, sloeg af bij de Grønland-kerk, reed in de richting van Plaza en het postgebouw dat ondanks de uitbreiding rond het Operahus nog steeds de bescheiden skyline van Oslo domineerde. Maar vandaag was er geen skyline, alleen maar sneeuw, en Bellman dacht drie verschillende dingen: klote december, klote Vennesla-zaak en klote Truls Berntsen.
Mikael had Truls niet meer gezien of gesproken sinds hij zijn jeugdvriend en ondergeschikte begin oktober had moeten schorsen. Dat wil zeggen, Mikael dacht hem vorige week in een geparkeerde auto voor het Grand Hotel gezien te hebben. Aanleiding voor de schorsing was de grote som geld die op Truls’ rekening stond. Toen hij daar niets over kon – of wilde – zeggen, had Mikael als chef geen andere keus gehad. Zelf wist Mikael uiteraard waar het geld vandaan kwam: Truls’ werk als mol – het saboteren van bewijs – voor de drugsliga van Rudolf Asajev. Geld dat die idioot gewoon op zijn rekening had gezet. De enige troost was dat noch het geld, noch Truls in de richting van Mikael wees. Er waren slechts twee personen die Mikaels samenwerking met Asajev konden verraden. De ene was de wethouder van Sociale Zaken en medeplichtige, en de andere lag in coma op een bewaakte afdeling van het Rikshospital en was stervende.
Ze reden door Kvadraturen. Bellman keek gefascineerd naar het contrast tussen de donkere huid van de prostituees en de witte sneeuw in hun haar en op hun schouders. Hij zag ook dat een nieuwe groep drugsdealers het vacuüm na Asajev had ingenomen.
Truls Berntsen. Hij had Mikael tijdens zijn jeugd in Manglerud gevolgd zoals een zuigvisje een haai volgt. Mikael met de hersenen, de leidersambitie, zijn spreektalent, zijn uiterlijk. Truls ‘Beavis’ Berntsen met zijn lef, vuisten en bijna kinderlijke loyaliteit. Mikael die waar hij zich ook maar vertoonde vrienden maakte. Truls die je zo moeilijk sympathiek kon vinden dat iedereen hem actief ontliep. Toch bleven ze bij elkaar: Berntsen en Bellman. Ze werden in de klas en later op de politieacademie na elkaar opgeroepen, eerst Bellman, dan Berntsen gelijk erachteraan. Mikael kreeg een relatie met Ulla, maar Truls was steeds twee stappen achter hen aan gekomen. In de loop van de jaren was alles bij Truls langzamer gegaan, hij had niets van Mikaels natuurlijke geldingsdrang in zijn privéleven of carrière. Meestal was Truls een man die zich makkelijk liet sturen. Meestal sprong hij als Mikael sprong. Maar hij kon ook die donkere blik krijgen en dan werd hij iemand die Mikael niet kende. Zoals die keer met die arrestant, die jongen, die Truls blind had geslagen met zijn gummiknuppel. Of die kerel bij Kripos die homo bleek te zijn en die Mikael probeerde te versieren. Collega’s waren getuige geweest, dus Mikael had iets moeten doen zodat het niet leek of hij dit liet passeren. Later had hij Truls meegenomen naar waar die kerel woonde, hij had hem naar de garage gelokt en daar had Truls de man met de knuppel bewerkt. Eerst gecontroleerd, toen steeds kwader, terwijl zijn blik steeds donkerder werd, tot hij in shock leek met zijn wijd opengesperde, zwarte ogen en Mikael hem moest stoppen omdat hij die kerel anders had doodgeslagen. Jazeker, Truls was loyaal. Maar hij was ook een ongeleid projectiel en juist dat baarde Mikael Bellman zorgen. Toen Mikael hem had verteld dat de tuchtraad had besloten hem te schorsen totdat Truls duidelijk had gemaakt waar het geld op zijn rekening vandaan kwam, had Truls slechts herhaald dat dat een privékwestie was, vervolgens had hij zijn schouders opgehaald alsof het hem niet uitmaakte en was vertrokken. Alsof Truls ‘Beavis’ Berntsen iets had om naartoe te gaan, een leven naast zijn werk. En Mikael had zijn ogen donker zien worden. Het leek op het aansteken van een lont, het zien branden in de donkere groeve en geen reactie zien. Maar je weet niet of de lont alleen maar lang is of dat hij is uitgegaan, dus je wacht in spanning af, want iets in je zegt dat hoe langer het duurt hoe heftiger de explosie zal zijn.