Outside in(37)
‘Ze staat vast open voor ideeën. Heb je al met haar gesproken?’
‘Dat zou ik doen als ik een idee had. Ik ben meer van de ondersteuning.’ Eindelijk keek hij me aan. ‘Jij bent degene die altijd met nieuwe ideeën komt.’
Ik liet me achterover zakken. Niet dát weer. Tijd voor een ander onderwerp. ‘Wat heb jij gedaan sinds de brand?’
Hij perste zijn lippen op elkaar en slikte zijn ergernis over mijn afleidingsmanoeuvre in. ‘Zodra ik wist dat Logan en jij het zouden redden ben ik het computernetwerk gaan checken. Logan zei dat het was gesaboteerd, maar ik heb er nog geen bewijs voor gevonden.’
‘Heeft Anne-Jade de vertrekken van de Trava’s doorzocht?’
‘Ja. Geen van de computers die ze daar aantroffen was aangesloten op het netwerk.’
Interessante woordkeuze. Ik vroeg: ‘Denk je dat ze een geheime verbinding hebben?’
‘Het zou kunnen, maar het is niet waarschijnlijk. Ik denk dat er nog iemand is die net als Logan door het netwerk kan spoken. En het zal bijna onmogelijk zijn om diegene te pakken.’
Dit gesprek kwam me bekend voor, en ik vroeg me af of Karla Trava achttien weken geleden zo’n discussie had gevoerd met haar luitenants. Ik was blij toen Lamont kwam kijken hoe het met me ging. Ze zei dat al mijn vitale functies in orde waren, maar ze wilde niet zeggen wanneer ik weg mocht uit de ziekenboeg.
Toen ze wegliep om Logan te controleren trok Riley zijn wenkbrauwen op. ‘Je was… beleefd tegen haar.’ Hij klonk verbaasd.
‘Aangezien ik hier nogal vaak eindig als haar patiënt kan ik maar beter een beetje vriendelijk doen. En trouwens, verder lijkt iedereen haar wel te mogen.’
‘O, nee. Ik weiger te geloven dat jij je hebt laten beïnvloeden door anderen. Dat is niets voor de Trella die ik ken. Is het misschien omdat ze je leven heeft gered?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Nou… dat speelt wel mee.’
‘Hm. En de bevestiging dat ze je moeder is? Speelt dat ook mee?’
‘Totaal niet.’
‘Gelukkig! Ik was al bang dat het vuur meer had verwoest dan alleen je huid,’ plaagde hij.
Blij dat Riley weer lachte, ontspande ik me een beetje. De laatste tijd liepen onze gesprekken te vaak uit op… niet op ruzies, maar op discussies. Vlak voor de brand had hij me verweten dat ik niet om Binnen gaf, en ik had… Een herinnering borrelde op, ergens in mijn achterhoofd.
‘Het slovenbestand,’ zei ik.
‘Wat?’
‘Er was een witte lichtflits op het scherm, waarschijnlijk op het moment van de aanslag op Logan. Daarna was de lijst gewist.’
Hij leunde naar voren. ‘Weet je het zeker?’
‘Misschien vind je het bewijs van sabotage in dat bestand, als het er nog is. Of misschien op de plek waar die bestanden zijn opgeslagen.’
‘Het is een begin.’ Vol nieuwe energie kuste hij me op mijn voorhoofd, stopte Schaapje weer naast me in en verliet de ziekenboeg.
Blij dat ik had kunnen bijdragen aan zijn onderzoek wurmde ik mezelf in een wat comfortabeler positie. Maar al snel begon ik Riley te missen en te wensen dat ik iets had wat me af kon leiden van de schrijnende brandwonden. Misschien moest ik om een pijnstiller vragen.
Ik keek om me heen op zoek naar Lamont, en zag Jacy. Zonder zijn gebruikelijke maten. Kennelijk voelde hij zich veilig genoeg bij een bezoekje aan een half verbrande sloof. Dat, of hij wilde niet opvallen bij de twee DVB-agenten die bij de deur stonden. Waarom dacht ik nu automatisch op z’n sloofs? Als ik Jacy zag, deed hij me altijd denken aan de tijd vóór de opstand. Hij had ons dan wel geholpen, maar ik vroeg me nog steeds af waarom. Jacy had een beter leven gehad onder de Opper Cops dan de andere sloven.
Hij veegde zijn haar uit zijn ogen en ging op de stoel naast mijn bed zitten. ‘Je ziet er vreselijk uit,’ zei hij.
‘Nou, bedankt. Nu voel ik me een stuk beter. Leuk dat je langskwam.’
Hij grijnsde even. ‘Je weet dat de Commissie niet blij met je is. Toch?’
‘Ik vermoed dat ze balen dat we onze verdenkingen voor ons hebben gehouden.’
‘Balen is nogal… zacht uitgedrukt.’
‘Jacy, als je blijft proberen me op te fokken moet ik Lamont verzoeken om je eruit te trappen.’
Niet uit het veld geslagen door mijn dreigement ging hij makkelijker zitten. ‘Ik probeer je alleen te waarschuwen.’
‘Vertel me maar liever wie onze wereld in gevaar heeft gebracht.’
Hij trommelde met zijn vingers op zijn bovenbeen. ‘Kon ik dat maar.’
‘Je liegt. Je weet –’
‘Niets.’ Het woord schoot zijn mond uit alsof het hem pijn deed om het uit te spreken. ‘Vroeger had ik ogen en oren in elke sector en elk kwadraat. Maar nu ik bij de Commissie zit, zijn mijn bronnen plotseling blind en doof geworden. Ik heb nog een paar trouwe aanhangers, maar niet genoeg om erachter te komen wie die bom in de energiecentrale heeft laten ontploffen.’