Onvoorwaardelijk(6)
‘Kom maar, meid. Ga zitten.’ Ze haalde haar handwerkspullen weg om een plaats naast haar vrij te maken voor Charlotte.
‘Dank je,’ zei Charlotte zacht, met neergeslagen ogen.
‘Je bent een nieuwe.’
‘Ja.’ Charlotte glimlachte gedwongen en boog zich over haar werk. Ze zocht een kous waar nog genoeg stevig materiaal van over was om te stoppen.
‘Ik ben Sally. Sally Mitchell.’ De blonde vrouw lachte haar grote tanden bloot, haar voortanden staken vooruit en waren niet helemaal recht. Toch was het een vriendelijke glimlach. Anders dan de zure blikken waarmee de anderen haar zaten op te nemen.
‘Ik ben juffrouw Charlotte... Smith.’
‘Jufffrouw Charlotte nog wel,’ bemoeide een tweede vrouw zich ermee.
Charlotte keek vlug op en zag een bos strakke bruine krullen, een scherpe neus en een smalle mond.
‘En ik ben lady Bess Harper.’ De vrouw zette een deftig stemmetje op en stak theatraal haar hand uit als om hem te laten kussen.
De andere vrouwen lachten.
Bess zakte weer in haar stoel en keek Charlotte strak aan. ‘Vreemd dat je hier in huis zit, en niet verderop.’
‘Wat bedoel je?’
‘Verderop zit Queen Charlotte’s bij Bayswater Gate. Ik zou gedacht hebben dat je daarheen ging, vanwege je naam en zo.’
‘Queen Charlotte’s?’ herhaalde Charlotte verward.
Mae, haar knappe bedgenootje van de afgelopen nacht, zei: ‘Misschien vindt ze één koningin wel genoeg in één huis en wil zij de onze zijn.’
‘Nee, ik...’
Hierop boog Bess Harper naar voren, haar dunne lippen verachtend samengeknepen. ‘Queen Charlotte’s Kraamkliniek. Wil je zeggen dat je daar nog nooit van gehoord hebt?’
‘Nee. Moet dat?’
Bess keek scherp naar haar middel en Charlotte vocht tegen de aandrang om beschaamd haar blik af te wenden. Ze stak een draad in haar naald en zei zwakjes: ‘Het is mijn eerste keer.’
‘Tuurlijk,’ zei Mae. ‘Net als voor ons allemaal.’
Bess grijnsde boosaardig. ‘O, voor mij ook. Je hebt me nooit anders horen zeggen.’
Sally boog zich naar Charlotte toe en legde vriendelijk uit: ‘Ze nemen alleen meisjes aan die zich nog niet eerder met jong hebben laten schoppen.’
‘Ze willen ons hier tot inkeer brengen,’ zei Bess. ‘Op het rechte pad brengen en zo.’
‘Eén val kunnen ze je vergeven.’ Sally zuchtte. ‘Maar bij de tweede lig je eruit.’
‘Ja,’ zei Charlotte. ‘Ik geloof dat de directrice zei dat het tehuis voor “fatsoenlijke ongetrouwde vrouwen met hun eerste kind” was.’
‘Fatsoenlijk? En of ik fatsoenlijk ben,’ zei Bess. ‘En jullie?’ Mae knikte. ‘Heel erg fatsoenlijk.’
‘Ik geloof dat we onderhand aan een fatsoenlijke kop thee toe zijn, vinden jullie niet?’ zei Bess.
‘Ja.’ Sally grinnikte en stond op om de thee te gaan halen. ‘Met vruchtencakejes erbij.’
Van tijd tot tijd keek Charlotte de werkruimte rond om de inventaris op te maken van de ongeveer vijfentwintig meisjes. Ze was nieuwsgierig waarom ze het jonge meisje niet had gezien met wie ze vannacht het bed had gedeeld. Haar tijd was stellig nog niet gekomen.
‘Mae, mag ik vragen naar de naam van dat andere meisje dat bij ons op de kamer lag?’
‘Becky, bedoel je.’
‘Ja. Ik zie haar toch nergens?’
‘Nee. Het is haar ochtend, vrees ik.’
‘Haar ochtend? Is ze nu aan het bevallen?’
‘Nee. Haar ochtend om onderzocht te worden door een van die slagers.’
‘O...’
‘Zij liever dan ik.’ Mae huiverde.
‘Wat bedoel je?’
‘Daar kom je gauw genoeg achter.’
Gibbs kwam naar de tafel en tikte met een lompe, met inkt bevlekte vinger op haar register. ‘Juffrouw Smith, je bent zo aan de beurt.’
‘Pardon?’
‘Voor je onderzoek. Alle meisjes moeten bekeken worden door een van onze artsen.’
‘O. Ik begrijp het.’
‘Hij is bijna klaar met een andere patiënte. Wacht hier. Ik zal je roepen als hij zo ver is.’ Gibbs beende kordaat weg.
Charlotte bleef roerloos zitten en keek haar na.
‘Tjonge, je kijkt als een bang konijn.’ Sally legde haar hand op die van Charlotte. ‘Het is niets om bang voor te zijn.’
‘Tenzij ze dokter Preston krijgt,’ zei Mae. ‘Die man is net een weeskind in een snoepwinkel, likkebaardend geeft hij zijn ogen en handen de kost.’
‘Hij zal wel denken: waarom niet... de pot is toch al opengemaakt?’ Bess’ scherpe gezicht was veelzeggend. ‘Een beetje meer verbruikt kan geen kwaad.’
Charlotte slikte. ‘Wil je zeggen dat die... dokter Preston... misbruik maakt van de meisjes hier?’