Reading Online Novel

Onbekend(9)



Snel liepen ze naar het huis van Franklin en beklommen de trap naar de voordeur. 'Hoeveel ben je van plan hem te vertellen?' vroeg ze aan Jason, terwijl hij op de bel duwde.

'Niet meer dan nodig is.'

Ze kreeg de gelegenheid niet nog meer vragen te stellen, want de deur zwaaide al open. De man die voor hen stond was halverwege de vijftig en had dik grijs haar, dat hem een gedistingeerd uiterlijk gaf, en doordringende heldere blauwe ogen. De manier waarop hij gekleed was, in een overhemd met opgerolde mouwen dat openstond bij de hals en het feit dat hij geen schoenen droeg, gaven aan dat hij zich hier thuis voelde, dus ze moest aannemen dat dit Gabe Franklin was.

De ogen van de man gingen direct naar Jason en zijn ogen werden iets groter van verbazing. 'Stone?'

Jason knikte kort. 'Het is een al een tijd geleden, hè Franklin?'

Franklins wenkbrauwen gingen omhoog en hij bekeek Stone van top tot teen. 'Je ziet er vreselijk uit.'

'Je neemt nog steeds geen blad voor de mond.'

'Daar heb ik nooit het nut van ingezien.'

'Blij dat te horen. We moeten praten.'

'Waarover?'

'Mogen we binnenkomen?'

De ogen van Franklin vernauwden zich. Het leek erop dat hij liever eerst antwoord wilde, maar iets in de toon van Stone moest hem ervan hebben overtuigd dat het belangrijk was, want na een korte aarzeling knikte hij en deed een stap opzij. Zodra ze binnen waren, sloot hij de deur en draaide zich naar hen toe. 'Goed, waar gaat het over?'

Stone keek rond. 'Ben je alleen?'

'Nee, jullie zijn hier,' zei de man schalks. 'Maar verder is er niemand, als je dat bedoelde.'

'We zijn hier om te praten over Hal Talmadge.'

'Hij is dood.'

Een treurige grijns deed een van Stones mondhoeken omhooggaan. 'Geloof me, dat weten we. Dit is de nicht van Hal, Audrey Ellison.'

Eindelijk ging Franklins blik naar haar. 'Gecondoleerd,' zei hij mechanisch, zonder een spoor van emotie.

'Dank u,' zei Audrey, net zo vlak als hij.

'Je weet vast wel dat Talmadge werkte aan een biografie over Richard Bridges,' ging Jason verder.

'Zeker.'

'Heeft hij je benaderd voor een interview in verband met zijn boek?'

'Dat zou jij moeten weten. Jij hebt hem mijn naam gegeven.'

'Heb je met hem gesproken?'

'Even, ja,' zei Franklin langzaam, duidelijk op zijn hoede.

'Het grootste deel van Hals werk is verwoest door de brand waarbij hij om het leven kwam. Audrey en ik weten allebei hoeveel het boek voor hem betekende. Audrey wil graag dat het boek er alsnog komt. Ze heeft mij gevraagd haar daarbij te helpen, en ik heb daarin toegestemd.'

Franklin trok een wenkbrauw op. 'En dat is iets wat niemand mag weten?'

'We willen niet dat het bekend wordt zolang we niet zeker weten dat we het project tot een goed eind kunnen brengen. Bovendien, Hal was erg voor discretie. We willen het boek graag in zijn geest afmaken, met dezelfde filosofie. Hoe dan ook, we proberen dus te herleiden wat hij heeft ontdekt door zijn onderzoek opnieuw uit te voeren. Omdat hij jou vrij in het begin van het proces heeft gesproken, leek ons dit een goede plek om te beginnen.'

Een hele tijd staarde Franklin Jason alleen maar met vernauwde ogen aan. Audrey wist niet of hij het verhaal nu geloofde of niet. Uiteindelijk draaide hij zich simpelweg om en liep voor hen uit naar een kamer rechts van de hal.

'Dan moeten jullie misschien maar even komen zitten.'

Ze volgden hem een ruimte in die leek op een woonkamer. De muren hingen vol ingelijste foto's van Franklin met verschillende prominente figuren. Audreys blik ging automatisch naar het raam in de voorgevel. Toen ze zag dat de gordijnen gesloten waren, ontspande ze zich iets.

Gebarend naar een zitgroep, liep Franklin naar de bar aan de andere kant van het vertrek. 'Willen jullie iets drinken?'

Ze bedankten allebei.

Audrey ging op de bank zitten en haalde een notitieblok en een pen uit haar tas. Ze wilde niets missen van wat Franklin hen te vertellen had en bovendien zou hij verwachten dat er aantekeningen werden gemaakt.

'Waar hebben jij en Hal het over gehad?' vroeg Stone, die op de stoel naast Audrey was gaan zitten.

'Hij vroeg hoe Bridges was op kostschool,' antwoordde Franklin van over zijn schouder. 'Hij wilde alles weten wat ik me nog herinnerde van die tijd.'

'Wat heb je hem verteld?'

Met een drankje in zijn hand draaide Franklin zich om en liep naar hen toe. Voorzichtig liet hij zich op de stoel tegenover Stone zakken. 'Niets wat niet al algemeen bekend was of wat hij niet ergens anders had kunnen horen. Ik had in ieder geval het gevoel dat hij het meeste al wist. Rich Bridges was een aardige vent, maar in die tijd was hij niets speciaals of zo. Hij was niet erg ambitieus, deed niets om zich te onderscheiden voor zover ik me kan herinneren. Van alle jongemannen in onze klas, was Bridges eigenlijk zo'n beetje de laatste van wie ik verwacht zou hebben dat hij zo ver zou komen als hij gedaan heeft. Hij leek gewoon de drive of de wens niet te hebben. Ik was dan ook een beetje verbaasd toen bleek dat hij naar Yale ging, al weet ik zeker dat Dick Bridges daar een grote rol in heeft gespeeld.'