Onbekend(50)
Ze wachtte een paar seconden voor ze hem volgde. De kamer was zo groot dat hij meer op een suite leek dan op een slaapkamer. Hoewel het huis van de Bridges een boerderij werd genoemd, had ze kunnen weten dat het niet gewoon een boerderij zou zijn maar meer een landgoed.
Er was niemand, maar het feit dat de tv aan stond en alle lichten brandden, gaf aan dat er wel iemand in de buurt was. Het moest iets na zevenen zijn. In het vertrek waren nog drie andere deuren. De ene stond open en leidde naar een badkamer, de tweede leidde naar een balkon. Op het moment dat ze naar de derde deur keek, hoorde ze stemmen uit die richting komen. Een paar seconden later kwamen Rich en Julia Bridges de kamer in.
Rich was gekleed in een pantalon en een smetteloos wit overhemd en was bezig zijn stropdas vast te knopen. Hij zag er net zo uit als op de foto's die Audrey had bestudeerd, knap en met een charismatische uitstraling, hoewel hij in het echt wat kleiner leek. Toch was hij nog steeds een krachtige figuur. Julia zag hen vrijwel direct en bleef abrupt staan. Reagerend op zijn vrouw, bleef ook Rich staan. Zodra hij hen zag, werden zijn ogen groter.
Jason stak onmiddellijk zijn hand op in een waarschuwend gebaar. 'Voordat u de beveiliging belt, senator, kunt u beter eerst naar ons luisteren. We zijn hier niet om u iets aan te doen. We willen gewoon even praten en proberen tot overeenstemming te komen, zodat u ophoudt ons iets aan te doen.'
'Jullie iets aandoen? Wie zijn jullie in vredesnaam?'
'Ik ben Jason Stone en dit is Audrey Ellison. Ik denk dat u wel weet wie we zijn, omdat u de afgelopen vier dagen hebt geprobeerd ons te laten vermoorden.'
'Ik heb geen idee waar u het over hebt.'
'Dan hebt u er zeker ook geen idee van dat Hal Talmadge, die werkte aan een boek over u, Audreys oom was en dat hij meende dat hij iets over u had ontdekt dat de voorpagina's van alle kranten zou halen?'
Bridges aarzelde en keek enigszins verbaasd in Audreys richting. 'Wat dacht hij precies te gaan onthullen?'
'Dat zal ik u vertellen,' zei Jason, 'maar ik zeg erbij dat we de informatie bij een derde partij hebben gelaten die alles vrij zal geven als er vandaag iets met ons gebeurt.'
'Goed,' zei Bridges langzaam. 'Ik begrijp het, en ik kan u beloven dat u geen gevaar loopt hier.'
'Dat is mooi. Om dat te garanderen, zal ik uw vrouw moeten vragen om in de kamer te blijven.'
Bridges keek naar zijn vrouw en zag dat ze een eindje in de richting van de deur was gelopen. Toen hij knikte, bleef ze staan waar ze was. Vervolgens wendde hij zich weer tot Jason. 'Vertelt u me nu maar wat u denkt over mij te weten.'
'Graag. Audrey?'
Audrey reageerde niet. Ze had nauwelijks iets gehoord van wat er was besproken sinds Bridges de kamer in was gekomen. Hulpeloos staarde ze de man aan, terwijl ze probeerde te begrijpen wat ze zag. Het waren niet de warme bruine ogen van de foto's en campagneposters die ze nu zag terug staren, en ook niet de ogen van Will Kent, die hij van zijn vader had geërfd. De ogen van deze man waren blauw, een verbijsterend helder lichtblauw.
Contactlenzen, dacht ze zwakjes. Normaal gesproken droeg hij natuurlijk contactlenzen, maar die had hij nog niet in. Waarom zou hij die in vredesnaam dragen? Er was toch niets mis met blauwe ogen? Blijkbaar wilde hij dat mensen dachten dat hij bruine ogen had. Een onrustig gevoel bekroop haar toen ze dacht aan wat ze op school had geleerd over genetica. Twee ouders met blauwe ogen konden nooit een kind krijgen met bruine ogen. Will Kent had bruine ogen, en ze was er zeker van dat zijn moeder Marybeth blauwe ogen had, maar deze man had ook blauwe ogen. Marybeth had geen reden te liegen over het vaderschap van Will, wat betekende dat Bridges de vader moest zijn. De enige mogelijke verklaring was dus...
'U bent Richard Bridges niet.'
De woorden kwamen automatisch uit haar mond, en hoewel ze er zelf van schrok, had ze er geen spijt van. In plaats daarvan ging er een gevoel van zekerheid door haar heen zodra ze het had gezegd. Ze wist gewoon dat ze gelijk had.
'Wat bedoelt u in vredesnaam?' vroeg de man voor haar.
Hoewel hij verontwaardigd klonk, zag ze een flits van schrik in zijn helderblauwe ogen. Als hij Rich Bridges niet was, was er maar een antwoord op de vraag wie hij dan wel was. Een ontbrekend puzzelstukje in de puzzel die ze afgelopen dagen hadden gereconstrueerd. Ze trok een wenkbrauw op. 'Tim Raymer, neem ik aan?'
Als een echte politicus zorgde hij ervoor dat zijn uitdrukking hem niet verried. Verward fronste hij zijn wenkbrauwen. 'Ik begrijp het niet. Waar heeft u het over?'
'Audrey?' vroeg Jason, de verbijstering duidelijk hoorbaar in zijn stem.
'Rich Bridges had bruine ogen,' legde ze uit zonder haar aandacht van Raymer af te halen. 'Kijk naar hem. De ogen van deze man zijn blauw. U was er zeker nog niet aan toe gekomen uw contactlenzen in te doen,' zei ze tegen Raymer.
De man lachte onderdrukt. 'Dit is belachelijk. Dus ik draag contactlenzen. Dat betekent toch niet dat ik iemand anders ben?'