Nacht in Italie(13)
‘Je neus is verrukkelijk. Om te zoenen.’
Kara sperde haar ogen heel even open van schrik.
‘Houd je niet van complimentjes, Kara?’
Eerlijk gezegd was ze niet gewend aan complimentjes. Waarom was haar neus trouwens om te zoenen? Het was gewoon een neus. Ze gaf geen antwoord op zijn vraag.
‘Net als je lippen.’
Kara weigerde te luisteren. Ze keek hem zelfs niet meer aan. In plaats daarvan concentreerde ze zich op het menu. Ze negeerde haar tintelende huid en haar domme hart dat weer sneller was gaan kloppen. Een van haar gebreken was dat ze zo snel bloosde; ze hoopte vurig dat haar wangen nu niet rood werden.
Zelfs toen ze hadden besteld, was er geen ontkomen aan. Ze leken alleen te zijn, met zijn tweeën. Alle andere gasten leken te zijn opgegaan in de achtergrond. Nadat de wijn was ingeschonken, hief Blake zijn glas. ‘Op mijn buitengewoon efficiënte assistente. Dat je nog lang voor me blijft werken.’
Kara kon haar ogen niet van hem afhouden. Het viel haar nu pas op dat hij zulke dikke wimpers had en dat het grijs van zijn ogen van kleur veranderde naargelang zijn stemming. Op kantoor had ze het wel eens zilverkleurig zien worden als iemand niet efficiënt genoeg was naar zijn zin, maar op dit moment, nu zijn aandacht uitsluitend op haar was gericht en hij diep leek na te denken, waren ze veel donkerder. Zijn ondoorgrondelijke blik was zowel beangstigend als opwindend.
Hier in dit mooie hotel, in dit mooie land, overkwam haar iets vreemds. Het was alsof haar oude leven in Engeland langzaam werd uitgewist. Herinneringen vervaagden, en iets heel opwindends kwam ervoor in de plaats. Ook al wist ze dat het tijdelijk was, het zou beslist dom zijn om er niet het mooiste van te maken.
Door haar aandacht volledig voor zichzelf op te eisen, gaf hij haar het gevoel dat ze de twee enige mensen in de eetzaal waren. En voorlopig vond ze dat prima. Het was een nieuwe ervaring, een ervaring die ze zou koesteren wanneer ze weer thuis was en alles weer normaal was.
Ze nam een slokje wijn en keek hem met een verlegen lachje aan. ‘Je bent erg aardig.’
‘Het is niet meer dan de waarheid.’
‘Ik vind mijn baan leuk.’
‘Vind je de conferentie ook leuk?’
Kara knikte. ‘Ik heb nog nooit zoiets als dit meegemaakt. Eerst was ik wel een beetje nerveus, maar nu vind ik het echt leuk.’ Behalve als hij te veel aandacht aan haar schonk!
‘Alle mannen hier zijn jaloers op me. En waarom ook niet? Je bent een erg mooie vrouw.’
Nu bloosde ze wél. ‘Het is erg aardig dat je dat zegt.’
De glimlach waarmee hij daarop reageerde, maakte haar nog nerveuzer.
Ze was dan ook blij toen de kelner hun eten kwam brengen. Het gaf haar een beetje respijt. Ze haalde een paar keer diep adem en hield zich voor dat ze de situatie aankon. Dat het niet eng, maar fijn was dat een man haar complimentjes maakte.
Op de een of andere manier werkte het. Geleidelijk begon ze te ontspannen en zich te amuseren. Ze dronk meer wijn dan gewoonlijk, zich er niet van bewust dat haar ogen straalden en ze bloosde van plezier. Ze praatten onafgebroken, en Kara schaterde het uit om enkele anekdoten die hij haar vertelde.
Toen ze klaar waren met eten, gaf hij haar een envelop en keek aandachtig naar haar gezicht toen ze hem openmaakte. Op dat moment wist ze niet meer wat ze moest zeggen. In de envelop zaten kaartjes voor de volgende avond voor Faust. De tranen sprongen in haar ogen en er kwam een brok in haar keel.
‘Beschouw het als een bedankje voor al het werk dat je hebt verzet,’ zei hij, kijkend naar de veranderende uitdrukkingen op haar gezicht.
‘Ik… Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik had het niet verwacht. Ik had niet gedacht dat je nog kaartjes kon –’
‘Maar ben je blij?’ Ineens keek hij ongerust, iets wat hij zelden deed. ‘En hopelijk een beetje opgewonden?’
‘Ja, maar –’
‘Niks geen maar,’ zei hij resoluut. ‘Ik wil alleen dat je ervan geniet.’
Heimelijk betwijfelde ze dat ze zich achteraf iets van de opera zou herinneren. Het was één ding om hier in een zaal met andere mensen met hem te zitten praten, maar in een theater heel dicht bij hem zitten, zonder dat ze weg kon, was iets volkomen anders.
Ze zou zich veel te bewust zijn van hem, van de emoties die hij tot haar verbazing in haar opriep. Vreemde gevoelens die haar nu eens gelukkig maakten en dan weer doodsbang.
Desondanks voelde ze zich steeds meer op haar gemak bij hem. Hij had nog nooit iets gedaan of gezegd wat haar verontrustte. Eigenlijk was hij altijd de volmaakte gentleman. Dus misschien maakte ze zich zorgen om niets. Het kwam alleen doordat ze er niet aan gewend was dat iemand zo aardig tegen haar was. Door Blakes edelmoedige gebaar kreeg ze een brok in haar keel en tranen in haar ogen.