Moord op afspraak(70)
Twee weken geleden, na de aankondiging van de moord op Erin Kelley, had Doug ’s nachts een nachtmerrie gehad. In zijn slaap had hij ‘Erin’ geroepen.
‘... de FBI probeert in samenwerking met de New Yorkse politie na te gaan wie de koper van de avondschoenen was. Het dossier van de moord op Nan Sheridan is heropend...’
Stel dat ze Doug opnieuw zouden verhoren? Stel dat ze mij zouden verhoren, dacht Susan. Was het haar plicht de politie te vertellen dat ze vijftien jaar geleden had gelogen?
Donny, Beth, Trish, Conner... Hoe zou hun leven eruitzien als ze opgroeiden als de kinderen van een seriemoordenaar?
De politiecommissaris van New York werd geïnterviewd. ‘We denken dat we te maken hebben met een boosaardige seriemoordenaar.’
Boosaardig.
‘Wat zal ik doen?’ fluisterde Susan tegen zichzelf. De woorden van haar vader weergalmden in haar oren. ‘Boosaardige karaktertrek...’
Toen ze hem twee jaar geleden confronteerde met zijn verhouding met de au pair, was zijn gezicht verwrongen van woede. De angst die ze op dat moment had gevoeld, welde nu weer in haar op. Terwijl het journaal werd afgesloten, zag Susan eindelijk onder ogen waarover ze nooit had willen nadenken. ‘Ik dacht dat hij me die avond iets zou aandoen.’
Zullen we dansen? Zullen we dansen? Zullen we dansen? Zullen we zweven op een lichte wolk van muziek?... Zullen we nog samen zijn met onze armen om elkaar heen, zullen we dansen? Zullen we dansen? Zullen we dansen?
Charley lachte hardop om de pure uitgelatenheid van de muziek. Synchroon met Yul Brynner maakte hij wervelende danspassen, stampte met zijn voet, draaide en wendde met een denkbeeldige Darcy in zijn armen. Hier zouden ze de komende week op dansen! Dan Fred Astaire! Wat heerlijk! Wat heerlijk! Het duurde nog maar zeven dagen: Nans vijftiende gedenkdag! In de zekere wetenschap dat zoiets kan gebeuren... zullen we dansen? Zullen we dansen? Zullen we dansen?
De muziek zweeg. Hij pakte de afstandsbediening en schakelde de video uit. Kon hij vannacht maar blijven. Dat zou echter dom zijn. Doen waarvoor hij was gekomen...
De trap naar het souterrain kraakte. Hij fronste zijn wenkbrauwen. Daar moest hij iets aan doen. Annette was deze trap af gevlucht. Het luisteren naar het geroffel van de hakken op het kale hout had hem verrukt. Als Darcy op dezelfde manier aan hem probeerde te ontkomen, wilde hij niet dat het geluid van haar hakken tijdens hun vergeefse vlucht werd verstoord door een krakend geluid.
Darcy... Wat was het moeilijk geweest om tegenover haar aan de tafel te zitten. Hij had willen zeggen: ‘Ga met me mee’ en haar hierheen willen brengen. Zoals het Spook van de Opera zijn geliefde uitnodigde in de onderwereld.
De schoenendozen. Vijf waren er nu nog − Marie, Sheila, Leslie, Annette en Tina. Plotseling voelde hij dat hij ze allemaal tegelijk wilde terugsturen. Afhandelen die zaak. En dan zou er nog maar eentje zijn.
Alleen Darcy’s pakket zou volgende week nog hier zijn. Misschien zou hij dat nooit terugsturen.
Hij opende de grendel van de vriezer, tilde de zware klep op en staarde in de lege ruimte. In afwachting van een nieuwe ijsmaagd, dacht Charley. Deze zou hij niet teruggeven.
16
Donderdag, 7 maart
‘Hoe goed kende je Nan Sheridan?’ snauwde Vince. Hij en een rechercheur van het bureau Centrum-Noord onderwierpen Jay Stratton beurtelings aan een verhoor.
Stratton bleef kalm. ‘Ze was student aan de universiteit van Brown toen ik daar ook studeerde.’
‘Je hebt Brown verlaten en kwam terug toen zij tweedejaars was?’
‘Dat klopt. Ik bracht er niet veel van terecht in mijn eerste studiejaar. Mijn oom, die mijn voogd was, vond dat ik maar eens volwassen moest worden. Ik tekende voor twee jaar bij het Vredeskorps.’
‘Ik herhaal: hoe goed kende je Nan Sheridan?’
Heel goed, dacht Stratton. Verrukkelijke Nan. Als je met haar danste, was het alsof je iets ongrijpbaars in je armen hield.
D’Ambrosio’s ogen vernauwden zich. Hij had iets op Strattons gezicht gezien. ‘Je hebt geen antwoord gegeven.’
Stratton haalde zijn schouders op. ‘Er valt geen antwoord te geven. Natuurlijk herinner ik me haar. Ik was erbij toen het hele studentencorps eindeloos over de tragedie praatte.’
‘Was je uitgenodigd op haar verjaarsfeestje?’
‘Nee. Nan Sheridan en ik volgden toevallig een paar dezelfde colleges. Dat was alles.’
‘Laten we het eens over Erin Kelley hebben. Je was er wel erg snel bij om die vermiste diamanten te melden bij de verzekeringsmaatschappij.’
‘Darcy Scott zal ongetwijfeld bevestigen dat ik in eerste instantie geërgerd was toen ik haar sprak. Ik kende Erin eigenlijk niet zo goed. Haar werk kende ik wel. Toen ze het halssnoer van Bertolini niet op het afgesproken tijdstip afleverde, hield ik mezelf voor dat ze gewoon niet op de tijd had gelet. Op het moment dat ik Darcy Scott ontmoette, besefte ik hoe onzinnig dat was. Door Darcy’s hevige ongerustheid werd de situatie me duidelijk.’