Reading Online Novel

Lokroep(50)



‘Wacht.’ Gemma stond op. Haar hoofd tolde. ‘Wacht even, Penn. Ik wil je nog zoveel vragen.’

Maar Penn negeerde haar en dook in de onstuimige golven. Thea volgde haar voorbeeld.

Lexi liep naar Gemma toe en legde een hand op haar arm. ‘Ga naar je familie en vrienden,’ zei ze. ‘Regel wat je regelen moet en neem afscheid van alles wat je dierbaar is. Ga met ons mee. Je zult er geen spijt van krijgen.’

Nadat ook Lexi het water in gedoken was, twijfelde Gemma even of ze de sirenen achterna zou gaan. Nu ze zo getraind was, zou het haar waarschijnlijk geen enkele moeite kosten om ze in te halen. Maar waarom zou ze? Ze had nog niet eens antwoord gekregen op haar vragen.

Desondanks had ze genoeg om over na te denken. Ze geloofde alles wat Penn en Thea haar hadden verteld, maar het was niet de hele waarheid. Gemma was ervan overtuigd dat ze iets achterhielden. Ze hadden haar bijvoorbeeld niet verteld hoe het met Aglaope was afgelopen.

Ook klopte er iets niet met de vloek die Demeter hun had opgelegd. Wat ze de sirenen had aangedaan, klonk allesbehalve ernstig. Ze had hen onsterfelijk gemaakt, eeuwige schoonheid gegeven en het vermogen om, wanneer ze dat wilden, als vissen te ademen en te zwemmen.

Voor Gemma klonk dat als een droom die uitkwam.

Ze liep naar de monding van de inham en ging op een rots zitten, met haar benen bengelend in het water. Het water reikte tot aan haar knieën. Haar huid werd warm en begon te tintelen. Af en toe sprong er een schub van haar huid. Haar tenen spreidden zich en begonnen steeds meer op vinnen te lijken.

Omdat ze nog niet helemaal was ondergedompeld, was de transformatie nog niet compleet. Haar benen waren nog gewoon benen, met hier en daar een schub. Gemma zwaaide ze heen en weer, genietend van het koude water dat over haar schubben en vinnen stroomde.

Ze sloot haar ogen en ademde diep in. Haar hart zwol van puur geluk.

Maar ondanks het ongelofelijke geluksgevoel bleef ze zich afvragen of ze daarvoor alles moest opgeven wat haar lief was: haar vader, haar zus, Alex. Was het dat wel waard?

Met haar ogen nog steeds gesloten liet ze zich in de jurk, die de sirenen haar hadden gegeven, in het water glijden. Ze deed geen enkele poging om te zwemmen, maar liet zich gewoon in het water zakken.

Toen ze de bodem raakte, versmolten haar benen tot een staart. Pas toen ze onder water kon ademen, opende ze haar ogen. Om haar heen was alles donker. Ze had geen idee in welke richting ze de sirenen moest zoeken. Ze sloeg met haar staart heen en weer en zwom naar de kust. Er zat niets anders op dan Lexi’s advies op te volgen en naar huis te gaan om daar na te denken over de volgende stap.

Omdat ze niet gezien wilde worden, zwom ze naar de verste hoek van de inham, waar ze zich aan de rotsen omhooghees. Eenmaal uit het water keek ze weer verbaasd toe hoe de schubben in normale huid veranderden.

Ze was dolblij met de jurk die ze had gekregen. Nu hoefde ze tenminste niet in haar blootje naar huis. Ze vond het niet erg om alleen naar huis te wandelen, want het gaf haar tijd om alles op een rijtje te zetten.

Toen ze bijna thuis was, schoot ze het paadje in dat naar Alex’ tuin leidde. Ze sloop naar het huis en drukte zich tegen de muur. Stel je voor dat Harper toevallig uit het raam keek en haar door de tuin van de buren zag sluipen. Ze schoof verder langs de muur en toen ze bij de achterdeur was aangekomen, klopte ze zachtjes.

Haar hart bonsde in haar keel. Ze wilde Alex dolgraag zien maar tegelijk zag ze ertegen op.

Thea’s woorden galmden na in haar hoofd. De ware vloek van de sirenen was dat geen enkele man ooit echt van hen zou kunnen houden. Gemma herinnerde zich Alex’ vurige kussen en de troebele blik in zijn ogen. Dat was niet de Alex op wie ze verliefd was geworden. Dat was een jongen in de ban van een sirene, een jongen die niet in staat was van haar te houden.

De achterdeur bleef dicht. Net toen Gemma op het punt stond om weg te lopen, werd er opengedaan.

‘Gemma,’ klonk de stem van Alex verbaasd maar ook opgelucht.

‘Sst.’ Ze hield haar vinger tegen haar mond. Harper en haar vader mochten haar absoluut niet horen.

‘Wat doe je hier?’ vroeg Alex op fluistertoon. ‘Wat is er gebeurd? Je bent kletsnat.’

Gemma keek omlaag naar haar jurk. Tijdens de wandeling naar huis was de stof iets opgedroogd, maar nog lang niet helemaal.

‘O ja, maar verder voel ik me prima, hoor.’

‘Je hebt het koud, zo te zien. Zal ik een jas voor je halen?’ Alex wilde al naar de kapstok lopen, maar Gemma greep hem net op tijd bij zijn arm.

‘Laat maar. Ik wil alleen maar iets vragen.’ Ze keek om zich heen alsof ze verwachtte dat Harper ergens op de loer lag. ‘Kunnen we even praten?’

‘Ja, natuurlijk.’ Hij deed een stap naar haar toe en legde zijn handen op haar armen. ‘Wat is er toch? Je ziet er zo opgejaagd uit.’