Kussen Voor De Camera(4)
‘Waarom niet?’ vroeg ze met een frons van oprechte verwarring, waarom hij bijna moest lachen.
‘Je bent Payton Liss. Je wilt een respectabele echtgenoot. Uit een goede familie.’
En iedereen wist dat hij niet trouwlustig was. Toen hij voor het eerst het financiële nieuws haalde, hadden er vrouwen in de rij gestaan met ‘liefde’ in hun ogen en een huwelijkscontract in hun tas. Over een ommekeer gesproken voor de jongen met wie geen meisje naar het schoolfeest wilde, omdat hij niet rijk was. Maar hij was niet voor liefde en eeuwige trouw in de wieg gelegd. En hij liet zich niet manipuleren. Al snel waren de vrouwen in de rij niet meer uit op meer dan hij. Een beetje gezelschap en veel hete seks. Natuurlijk was er zo nu en dan nog een gelukzoekster die de kous op de kop kreeg… maar alles bij elkaar bestonden er weinig misvattingen over wat hij een vrouw had te bieden.
Een leuke tijd. Op zijn voorwaarden.
Het zachte bruin van haar ogen leek hard te worden. ‘Als dat mijn prioriteiten zijn, waarom zou ik dan iets met jou hebben?’ vroeg ze met koele stem.
‘Omdat ik het beste soort verboden plezier ben,’ antwoordde hij met een glimlach die beloofde dat het waar was. ‘Een avontuurtje beneden je stand nadat het niets is geworden met Clint.’
‘Beneden mijn stand?’ herhaalde ze ongelovig. ‘Je bent vele malen rijker dan mijn familie.’
Dat was hij inderdaad. Nu wel.
‘Het gaat om de naam,’ zei hij schouderophalend. ‘Oud geld versus nieuw.’
Ze klemde haar lippen op elkaar en maakte aanstalten om op te staan. Toen zei ze: ‘Niemand zou zoiets belachelijks en beledigends geloven.’
Hij hield haar tegen door haar bij de pols te pakken. ‘Iedereen gelooft het.’ Met zijn vinger gaf hij haar een tikje onder de kin. ‘Maar zelfs als het niet zo is… is Brandt er nog.’
Brandt. De enige reden waarom ze nee zou zeggen.
Geïrriteerd zei ze: ‘Ja, en ik heb geen zin de toorn van mijn broer over me af te roepen ter wille van jou. Niet zonder goede reden.’
‘Wat zeg je van het volgende? Je speelt met me mee, omdat daardoor de praatjes over je van een geheel andere orde zullen worden. Geen medelijden meer omdat die idioot niet met je is getrouwd. Ze zullen geschokt zijn… en jaloers.’
Plagend keek ze hem aan. ‘Je hebt echt problemen met je zelfbeeld, hè?’
‘Hé, jij had het over nummertjes trekken.’ Maar toen hij haar aankeek, verdween zijn vrolijkheid. ‘Dit is belangrijk voor me. Ik wil dat de pers ophoudt met graven naar wat ik het afgelopen halfjaar heb gedaan. Ze moeten denken dat ze het grote geheim al hebben ontdekt. Dat jij dat bent. Voor het feit dat we er geen ruchtbaarheid aan wilden geven, zullen mensen allerlei verklaringen bedenken. De hoop dat Clint zal bijtrekken. De vijandschap tussen je broer en mij. Dat mijn dates niet op zoek zijn naar vastigheid. Laat hen maar raden.’
Rusteloos ging haar blik het bijkeukentje rond.
Dit moest de laatste keer zijn dat ze zich op een societybijeenkomst vertoonde. Ze wilde niet meer in de krant komen en ze wilde verdergaan met het leven waar ze naartoe had gewerkt. Het leven waarin ze werd beoordeeld op wat ze presteerde in plaats van op de jurk die ze droeg.
Maar als Nates geheim niet belangrijk was, zou hij nooit naar haar toe zijn gekomen.
En ze moest toegeven dat iets onbeschaamds in haar, wat ze te lang had genegeerd, genoot van de gedachte aan de beroering die de combinatie van de namen Payton Liss en Nate Evans zou wekken.
Brandt zou des duivels zijn. Wat er ook tussen hem en Nate was gebeurd, het was met het verstrijken van de tijd niet minder geworden. Na tien jaar maakte het noemen van Nate naam haar broer nog altijd woedend… en ze begreep niet waarom. Net zo min als ze snapte waarom Nate het vriendschappelijke contact met haar zo abrupt en zo volledig had verbroken.
Ze keek even naar de man die in haar meisjesjaren haar held was geweest. Dit was haar kans om daarachter te komen, realiseerde ze zich.
‘Wat is er tussen jou en Brandt voorgevallen? Waarom heb je hem zo gekwetst?’
In zijn kaak trok een spiertje. ‘Misschien verdiende hij het om te worden gekwetst.’
Toen hij het daarbij liet, vroeg ze: ‘Waar heb je al die tijd gezeten?’
Hij aarzelde. ‘Het afgelopen halfjaar heb ik grotendeels in Duitsland doorgebracht. Als babysit voor een nieuw project dat anders van start ging dan ik had verwacht.’
Dat had ze niet bedoeld. Wat ze had willen weten, was waar hij de afgelopen tien jaar had gezeten. Ze waren vrienden geweest. Maar plotseling was hij verdwenen. En nu was hij terug. Met het verzoek hem te helpen.
‘Wil je me vertellen waar dit alles om gaat?’
Hij wreef over zijn krachtige kin. ‘Eerlijk gezegd zou ik graag weg willen uit deze gezellige schuilplaats.’