Reading Online Novel

Kus(47)



‘Heb jij dan ook geheimen?’ Shauna keek haar glimlachend aan.

‘Zoals wij allemaal.’

Shauna keek naar de krantenkoppen op de knipsels. Ze schenen allemaal over de campagne van haar vader te gaan en waren allemaal in het lopende jaar gedateerd. De witte papieren bleken kopieën van gelijksoortige artikelen, met een paar e-mails van iemand die de naam Sabueso gebruikte. Korte en cryptische zinnetjes, zoals:

Het probleem is de structuur van de winstdeling. En:

Van de aanvulling op pagina 72 bestaat geen openbaar verslag – kun je dit onderzoeken?

De cd had geen etiket.

‘Mag ik je computer nog een keer gebruiken?’ vroeg Shauna. ‘Morgen een keer?’

‘O ja, ga je gang. Ik ben het grootste deel van de dag weer weg.’ Ze keek toe terwijl Shauna een paar papieren doornam. ‘Ik heb je broer vandaag gezien. Mevrouw Riley zegt dat het goed met hem gaat, dat we allemaal op verbetering mogen hopen.’

Shauna keek op en had de neiging om het eens te zijn met de optimistische gevoelens van de verpleegster. Maar toen ze haar mond opendeed, hoorde ze zichzelf zeggen: ‘Ik denk niet dat hij nog ooit zal herstellen.’

Khai vouwde haar handen om haar knie en knikte somber.

‘Dat begrijp je toch wel,’ zei Shauna. Het was geen vraag. ‘Ik denk niet dat iemand in mijn familie dat gelooft. En zeker Landon niet.’

‘Sommige vaders hopen op het onmogelijke,’ zei Khai. ‘Soms worden ze daar betere vaders door.’

‘Niet altijd.’

Khai schudde haar hoofd. ‘Nee, niet altijd. Maar mijn broer is een vader en bij hem werkte het zo.’

‘Is hij een goede vader?’

‘Ja.’ Khai slaakte een diepe zucht. ‘Zijn kanker is weer teruggekomen. Hij heeft uitzaaiingen in zijn hersens.’

‘O, Khai, wat erg.’

Ze stak haar arm over het blauw met bruine patroon van de sprei uit en raakte Khais arm aan. Later zou ze zich het gevoel van statische elektriciteit herinneren dat uit Khais huid oprees, de fijne haartjes die omhoog gingen staan alsof Shauna’s vingers magnetisch waren. In haar dromen zou ze geloven dat ze een klikkend en sissend geluid hoorde, een gesis van energie die door een of andere onzichtbare ruimte schoot.

Maar op dat moment hoorde ze alleen maar de elektrische klap, voelde ze de steek van een schok en zag ze Khai van het bed af springen.

Het gebeurde weer.

De kamer verdween en ze voelde dat ze op de grond ineen zakte, dat ze hysterisch huilde, schreeuwend en gillend. Schreeuwend en gillend aan de kant van een leeg rieten wiegje – niet veel meer dan een mandje – in een klein kamertje dat verlicht werd door het grijze ochtendlicht. Haar keel deed zeer. Ze had uren gehuild.

Ze klemde zich vast aan een dekentje dat over de zijkant hing, een katoen, groen en geel gestreept dekentje dat naar een baby rook. Haar baby.





Shauna deed haar ogen open en realiseerde zich dat ze ineen gedoken op het bed lag, haar handen tegen haar buik gedrukt, kreunend.

Ze keek op en zag Khai staan, een eindje van het bed af, die haar met grote ogen aanstaarde.

‘O, wat is dit gênant,’ zei Shauna terwijl ze haar gezicht in de beddensprei drukte. Ze probeerde zich te ontspannen, gewricht voor gewricht, maar het was alsof ze uren in een kramp gelegen had. Al haar ledematen deden zeer.

‘Kan ik je helpen?’

‘Nee.’

Khai verroerde zich niet.

‘Je hebt een kind verloren,’ zei Shauna.

Khai sloeg een hand voor haar mond.

‘Het spijt me heel erg,’ zei Shauna die zich probeerde te beheersen, er niet helemaal zeker van of ze haar verontschuldiging aanbood voor haar gedrag of medelijden toonde. ‘Mag ik je alsjeblieft vragen wat er gebeurd is? Ik wil begrijpen waarom mij dit overkomt.’ Ze had onmiddellijk spijt van wat ze gezegd had. Hoe durfde ze het om haar eigen problemen op te lossen door misbruik te maken van andermans ellende?

Ze probeerde haar verzoek terug te nemen. ‘Nee, nee, dat had ik niet…’

‘Mijn dochter,’ zei Khai. ‘Ik verloor mijn dochter. Ze was drie maanden. Hoe wist je dat?’

Shauna spreidde haar armen uit op het met papieren bezaaide bed. ‘Ik zie visioenen.’ Dat was de enige verklaring die ze kon geven. ‘Ik zag je… Ik was jou, schreeuwend en huilend bij haar wiegje. Ze was in een klein kamertje, gemeubileerd met een bed en een kaptafel en een leeg wiegje. Met een geel met groen dekentje.’

Khai schudde haar hoofd. ‘Dat herinner ik me niet meer.’

Herinnerde ze zich dat niet? Hoe kon iemand zoiets vergeten?

Nou ja, hoe kon Shauna haar eigen crisis vergeten?

Khais stem was niet meer dan gefluister. ‘Ik begrijp dit niet. Het enige wat ik me herinner is het verdriet. Het is alsof ik een droom gehad heb die ik bij het ontwaken vergeten ben.’