Reading Online Novel

Kus(105)



Hoeveel zou haar speurtocht naar de waarheid haar uiteindelijk gaan kosten?

Landon was de enige die wist waar zij en Miguel waren – wie zou er anders opdracht tot de overval hebben kunnen geven? Welke vader wilde zijn kinderen ombrengen? Want als Landon McAllister haar en Miguel niet aan Waynes gehuurde schurken verraden had, zou ze moeten geloven dat Wayne eigenlijk niet menselijk, maar een of ander sinister, bovennatuurlijk wezen was dat kon aanvoelen waar ze was.

Shauna’s vingers raakten de metalen sport van de ladder en haar kortetermijngeheugen stelde zich plotseling open voor een nieuwe mogelijkheid.

Patrice wist dat Miguel en zij hier waren. Patrice McAllister. De eigen vrouw van MacBeth, een meesterbrein van moord en macht, die in de deuropening van het kantoor van haar vader had gestaan, met dolken in haar handen die dropen van bloed.





33


Alstublieft, God. Alstublieft, zorgt U ervoor dat Miguel in leven blijft. Laat zien dat U van mij houdt en houd hem in leven.

Vanaf het meer blies een koude wind. Shauna lag voorover op de pier. Haar tenen raakten nog steeds de bovenste sport van de ladder terwijl ze zich probeerde te herstellen van het ijskoude water. Ze drukte haar lichaam tegen de planken, huiverend van kou en angst dat er iemand was achtergebleven om op haar te wachten. Wat moest ze nu doen? Ze moest bij Beeson zien te komen voordat Wayne haar te pakken kreeg. Ze moest in beweging komen.

Maar was het wel goed om naar Beeson te gaan? Zou de rechercheur in staat zijn om iets voor Miguel te doen? Zou hij haar verhaal geloven? Zou het hem wat kunnen schelen?

Het moest nu half elf zijn. Ze vroeg zich af waar de sleuteltjes van Miguels Jeep waren. En waar was zijn telefoon gebleven? Misschien lagen ze nog wel op de boot.

Ze moest droge kleren aantrekken. Ze moest warm worden. Shauna kwam moeizaam overeind om terug te keren naar de boot. Haar voeten, een natte sok en een slepende schoen, maakten een zompend en klappend geluid op de pier.

De wind blies langs haar geschaafde handen. Haar vingers trilden zo erg dat ze moeite had met het losmaken van de touwen van de canvas hoes. Haar vingertoppen deden zeer. Als ze niet voorzichtig te werk ging, zou ze de touwen helemaal niet los kunnen krijgen. Maar ze slaagde erin een stuk van het zeildoek los te krijgen en weg te trekken. Met haar hand voelde ze iets hards. Haar schoen. Ze pakte hem en hield hem omhoog.

Opschieten. Opschieten. Als ze bezig was, hoefde ze niet na te denken. Ze stommelde de kajuit binnen en vond het lichtknopje in de badkamer. Ze begon in de bekende ruimte weer wat op adem te komen. Binnen een paar minuten had ze zich uitgekleed, zich met een handdoek afgedroogd en haar vuile, maar droge kleren weer aangetrokken.

Shauna knoopte haar bloes dicht – ze moest even wachten tot haar handen niet meer zo trilden – toen de telefoon ging.

De telefoon van Miguel.

Ze hadden er niet aan gedacht die mee te nemen. Hij lag boven op het dek. Ze stommelde naar boven, maar kon niets zien. Het geluid kwam uit de stuurhut, dacht ze. Ze bukte zich om onder het zeildoek te kruipen.

De telefoon was twee keer overgegaan.

Ze tastte om zich heen maar vond de telefoon niet.

De telefoon rinkelde opnieuw. Het geluid werd onder het zeildoek weerkaatst.

Ze stootte haar scheen tegen de stuurstoel. Au!

De telefoon rinkelde voor de vierde keer. Nee. Nee. Nee.

De telefoon rinkelde niet meer.

Ze boog zich voorover en hield zich met twee handen vast aan de leuning van de stuurstoel. Waar was de telefoon? Waar kon Miguel die neergelegd hebben? Waar had hij die bij de hand gehad en zou hij niet nat worden?

De waterdichte box. Ze tastte naar het kastje achter de stuurstoel. Na wat zoeken vond ze de grendel en trok het deksel open. ‘Hebbes!’ zei ze hardop toen haar vingers zich om het telefoontje sloten.

Haar hand stootte tegen iets aan dat naast het telefoontje lag. Het viel rinkelend van de stapel doekjes af waarop het gelegen had. Sleutels. Miguel had zijn zakken leeggehaald om makkelijker te kunnen zitten en was toen weggedoezeld.

Ze gebruikte het verlichte schermpje van de telefoon om de sleutels te vinden. Ze lagen naast een geplastificeerde navigatiekaart en een gevlochten koordje onder in de la. Ze haalde ze eruit.

En daar lag zijn portefeuille met zijn rijbewijs. De in een plastic mapje gestoken foto op het rijbewijs keek haar grijnzend aan. Wat een lelijke foto. Maar op dat moment was het het mooiste wat ze ooit gezien had.

Ze keek naar zijn scheve grijns en hoopte vurig dat hij…

De telefoon trilde in haar hand en ze liet hem vallen. De verbinding werd verbroken en het lichtje ging uit.

Pak die telefoon. Pak die telefoon.

De telefoon rinkelde opnieuw en lichtte weer op. Ze raapte hem op en drukte het knopje in.

‘Ja?’ zei ze ademloos. Hoe kon ze zo opgewonden zijn?

‘Ik begon net te denken dat je niet met me wilde praten.’