Reading Online Novel

Krijgsraad(62)







VLUCHT


In de loop van de nacht worden de meeste gevangenen hun cellen uitgejaagd en moeten zowel de 'roden' als de 'groenen' zich op het kazerneplein opstellen.

Steeds opnieuw wordt er geteld. De bewakers raken steeds hysterischer als de aantallen niet kloppen met de boeken.

'Denk je dat ze ons in rijen gaan neermaaien?' fluistert een onderofficier de man naast hem toe.

Niemand geeft antwoord; iedereen vreest het allerergste.

Overal komen er stromen gevangenen uit alle hoeken en gaten van de gevangenis, voortgejaagd door commando's die door de muren worden teruggekaatst. Na een lange nacht van gespannen en nerveus wachten worden ze in looppas naar de magazijnen van de foerier gejaagd, waar hun een smerig uniform zonder onderscheidingstekenen wordt toegeworpen.

Een gedegradeerde Feldwebel grijnst sarcastisch als hij naar twaalf dichtgestopte kogelgaten wijst.

'De oorspronkelijke eigenaar is plotseling gestorven,' merkt hij droog op.

'Strafbataljon,' mompelt een vroegere opperwachtmeester in groene exercitie-overall, als hij een uniform met grote bloedvlekken erop in ontvangst neemt.

'Doodsbataljon,' verbetert een ex-wachtmeester van de artillerie hem, die een rode overall draagt. 'De ten dode opgeschrevenen uit de frontlinie. Degenen die Iwan heeft gemist worden hier voor de grap afgemaakt!'

'Voor de grap?' vraagt een in het groen geklede ex-luitenant met samengeknepen oogjes.

'Dat zei ik ja, voor de grap!' antwoordt de artillerist. 'In hun papieren staat: neergeschoten op de vlucht! Uiteraard!'

'De drie knapen die vorige week probeerden te ontsnappen, zijn gisteren door de "waakhonden" teruggebracht,' legt een vroegere staf-Feldwebel uit, terwijl hij een vinger langs zijn keel laat glijden. 'Ze werden gisteravond aan het hek gekruisigd.' Na een pauze vervolgt hij: 'Spijkers door hun enkels en handen en daar hingen ze – om samen uit te vechten wie van hen Jezus was en wie de beide moordenaars!'

'Is dat waar?' vraagt een ex-eerste luitenant, die op een haar na bijna ter dood was veroordeeld.

'Ik heb het met eigen ogen gezien,' zegt de staf-Feldwebel met een droog lachje. 'We moesten er onder het zingen van "Edelweiss" langs marcheren. De aanblik alleen was al genoeg om je iedere lust te benemen een ontsnappingspoging te wagen.'

'Die kruisiging is de reden waarom we hier zijn,' zegt een SS-officier in rode overall. 'De een of ander heeft het aan Goebbels doorgegeven en het stond hem helemaal niet aan. Hij weet drommels goed hoe ze er gebruik van zullen maken als het ooit in Londen bekend wordt. Schitterend propaganda-materiaal! Zelfs de Reichsführer SS moest voor het manke doktertje in de houding klimmen. Degenen die ervoor verantwoordelijk waren zijn vanmorgen geëxecuteerd en wij worden hier zo snel mogelijk weggehaald, zodat ze een commissie van neutralen kunnen uitnodigen om te laten zien dat er hier niemand is gekruisigd. Allemaal leugens, zal het kleine doktertje zeggen.'

'God beware ons,' mompelt een luitenant in rode overall. 'Hoe moet dat allemaal aflopen?'

'In de volledige ineenstorting van het Duizendjarige Reich,' antwoordt de staf-Feldwebel vol overtuiging. 'Maar niemand van ons zal dat nog mogen meemaken. Ze zullen ons om vijf minuten voor twaalf om zeep helpen en nauwelijks moeite doen dat feit te verbergen.'

'Waarom smeren jullie hem niet?' vraagt een ex-Gefreiter met een rattegezicht.

'Probeer het maar eens,' grijnst de staf-Feldwebel, die hem van top tot teen verachtelijk staat op te nemen.

'Bek houden, jullie smerige luizen!' gilt een onderofficier-bewaker, terwijl hij een ex-overste een bundeltje uitrusting toewerpt.

'Binnenkort zullen jullie voor eeuwig je bek niet meer opendoen,' grijnst de wapenmeester op duivelse manier, terwijl hij een vroegere majoor keihard in de maagstreek stompt. 'Geloof me maar gerust, jullie nullen, over veertien dagen is jullie reet even koud als de ballen van een dooie ijsbeer!'

De permanente bewakers hinniken van het lachen, niet omdat ze zulke door-en-door verdorven mannen zijn, maar eenvoudig omdat ze blij zijn met hun veilige baantje in de kazerne.

'Het hele zootje wordt geliquideerd,' verklaart een baardige korporaal genietend. Hij schopt gemeen naar een vlak bij hem staande gevangene, een oudere man met spierwit haar. 'En wat voor schijtluis was jij voor je hier terechtkwam?'

'Ik was generaal-majoor, Herr Obergefreiter!'

'Heb je dat gehoord?' joelt de dikke korporaal eerste klasse enthousiast. 'Hij was God-betere-het generaal-majoor! Maar nou ben je niet meer dan een luizige soldaat, kereltje, dus schiet een beetje op om je voor Führer, Volk und Vaterland te laten neerschieten!'

'Mijn uniform is veel te klein,' protesteert een ex-ritmeester bij het raam.

'Dan vreet je de eerste drie weken maar niet,' oppert de foerier praktisch. 'Dan moet je eens kijken hoe netjes het je zal passen!'

'Zo lang zal hij niet meer leven,' grijnst de dikke Obergefreiter. 'Voor die tijd maakt hij allang een ritje naar het Walhalla, op een blinde heks.'