Inside Out(98)
Nu werd ik echt woest. ‘Je doet net alsof ik hier zomaar weg kan wandelen. Ik heb niet om die martelingen gevraagd. Als het aan mij had gelegen, was ik uren geleden al aan de Hakmolen gevoerd.’
Riley zuchtte. ‘Het zal moeilijk worden om Schaapje te vertellen dat Trella het heeft opgegeven. Om te vertellen dat die vurige, moedige sloof die ik meende te kennen, er niet meer is.’
Koppig bleef ik zwijgen.
‘Wat zal Schaapje verdrietig zijn. Hij zal zijn beste vriendin erg missen.’
‘Hij is een stuk speelgoed, Riley. Hij komt er wel overheen.’
Even zweeg hij. ‘Ja, hij wel. Maar met een hoop andere dingen zit je ernaast.’
Nu was het mijn beurt om te zuchten. Daar gingen we weer. ‘Ik heb geen energie meer voor een discussie. Mijn keel doet pijn.’ Elk woord schrijnde, en mijn droge tong bleef steeds plakken aan mijn verhemelte. Ik legde mijn hoofd op de brits en sloot mijn ogen.
‘Luister dan alleen maar. Dan vertel ik je wat je allemaal mis hebt. Ten eerste zul je niet veel langer in staat zijn om Vinco te weerstaan. Ook Cog is uiteindelijk gezwicht. Hij is degene die jouw naam heeft genoemd en Karla heeft verteld dat Domotor nog leefde.’ Hij zweeg even, waarschijnlijk om dit nieuws tot me door te laten dringen.
Geen wonder dat Cog zo overstuur was geweest toen ik hem de tweede keer opzocht. Maar ik kon Cog niets verwijten. Hij had genoeg geleden voor me.
‘En het is ook niet zo dat niemand je nodig heeft. De Ploeg van Schapen heeft hard gewerkt om de beveiliging van het computersysteem te infiltreren, maar ze moeten gemotiveerd worden, en alleen jij kunt dat doen. Dokter Lamont wil haar stagiaire terug en ik…’
Ik wachtte, maar toen hij niet verder praatte, keek ik op. Hij zat op de brits in zijn cel met zijn hoofd in zijn handen. We schrokken allebei van het harde metalige geluid toen iemand de deur naar het cellenblok opende. Voor mij betekende het dat Vinco terugkeerde voor nog zo’n gevreesde sessie.
Riley sprong overeind en staarde me aan tussen de tralies door. ‘Alles wat ik tegen de commandant zeg over de sloven en jou is een leugen, begrepen?’
De streep fel licht bij de deur werd breder.
‘Ja.’ Voor hij zich kon afwenden vroeg ik: ‘Wat heb jij nodig?’
‘Jou. Ik wil je behoorlijk kunnen zoenen. Ik heb je nodig als mijn partner.’ Zijn woorden waren niet meer dan een schor gefluister, maar de tederheid straalde uit zijn ogen.
In mijn ogen was waarschijnlijk alleen maar totale shock te zien.
De deur zwaaide nu wijd open en knalde tegen de wand. Vinco keek vol afkeer naar Riley. ‘Waarom zit je hier, jongen?’
‘Omdat ik luitenant Arno heb gezegd dat hij mijn rug op kon, sir.’
Vinco lachte. ‘Wat een lef, jongen.’
‘Tja, ik wist niet dat er een sloof in de cel zat, sir. Anders had ik me wel ingehouden. Vindt u het niet wreed dat ik zo dicht bij zo’n smerig type moet zitten?’
Ik beet op mijn lip en bedacht me wat Riley had gezegd over liegen.
‘Is dat erger dan extra dienst bij mij?’
‘Ja, sir.’
De man grinnikte weer. ‘Oké, jongen. Dan scheld ik je de rest van je bajestijd kwijt. Ga maar weer aan het werk. Hollis!’ riep hij, ‘laat Ashon gaan.’
Een andere man kwam binnen en maakte Rileys cel open.
Ik was blij dat hij vrij was, maar alle plezierige gedachten vervlogen toen de deur dichtging en ik alleen achterbleef met Vinco.
Hij kwam mijn cel binnen en begon aan zijn klus. Hij stak me met de punt van zijn mes, en ik kromp ineen. Tot mijn verbazing vormde zich een vluchtplan in mijn door pijn verdoofde brein. Geen geweldig plan, maar beter dan nog langer het speeltje van Vinco zijn.
Tijdens een extra wrede aanval schreeuwde ik: ‘Genoeg! Ik zal praten.’ Ik probeerde Vinco’s zelfvoldane grijns te negeren toen hij zijn mes terugtrok.
‘Ik luister,’ zei hij.
‘Ik zal je laten zien waar Domotor zich schuilhoudt op niveau twee. Dat is alles wat ik weet, eerlijk waar.’
Een twijfelachtige, maar belangstellende uitdrukking rimpelde zijn lelijke smoel. ‘Vertel op.’
‘Kan niet. De ingang is verborgen. Het is makkelijker als ik het je laat zien. En neem een draadtang mee.’
Hij dacht erover na, en ik probeerde zwak en pathetisch over te komen. Dat was niet zo moeilijk, aangezien ik zwak en pathetisch was.
‘Oké.’ Vinco maakte mijn boeien los.
Een brandende pijn schoot door mijn armen toen ik ze bewoog, en rechtop zitten vergde al mijn wilskracht. Ik wreef in mijn handen om er weer wat gevoel in te krijgen.
‘Kom op.’ Hij rukte me overeind.
Ik wankelde en struikelde tegen hem aan. Vol afkeer duwde hij me weg. Terwijl ik viel, griste ik zijn stungun uit zijn holster. Mikte op zijn borstkas. Haalde de trekker over. Een verbaasde kreet, en toen zakte hij met een doffe klap ineen op de vloer. Wat een heerlijk geluid.