Inside Out(102)
‘Ik word er steeds beter in om me via de buizen te verplaatsen,’ zei Logan, ‘en Anne-Jade heeft het Opper Cop-uniform zo vaak aan dat de anderen haar agent Mineko noemen.’ Hij fronste zijn voorhoofd. ‘De Opper Cops houden de sloven goed in de gaten, en je zou zeggen dat ze hun eigen mensen nog beter in de gaten houden. Vreemd dat ze niet doorhebben dat er een nep-Cop rondloopt.’
‘Ik denk dat ze gewoon blij zijn met een paar extra handen,’ zei Anne-Jade. ‘En trouwens, dat de Trava’s de macht hebben, betekent niet dat ze slim genoeg zijn om al hun zwakke plekken te kennen.’ Ze glimlachte met een roofdierachtige glinstering in haar ogen. ‘Zwakke plekken die we ten volle kunnen benutten.’
‘Maar niet overmoedig worden,’ zei ik, denkend aan mijn vader. ‘De Opper Cops zijn te overmoedig geworden, en kijk eens wat er nu gebeurt.’
‘Maar het is allemaal niet meer dan een hoop kabaal,’ zei Domotor. ‘De Trava’s beheersen de computersystemen. En ondanks de antistunners…’ Hij zwaaide met het metalen gevalletje in zijn hand. ‘…zal een volgende opstand weer mislukken. En dan zullen ze eerder gifgas gebruiken dan slaapgas, om ons eronder te krijgen.’
‘Gaat niet gebeuren,’ zei ik. ‘Ze hebben ons nodig.’
‘Maar wat weerhoudt hen om ons allemaal in slaap te brengen en dan met de zapper rond te gaan om de onruststokers te doden?’ vroeg Domotor.
Niets. ‘Dus kunnen we maar beter snel de controle over de computersystemen overnemen,’ zei ik. ‘Logan?’
‘We zullen moeten samenwerken met de oppers, maar het is te doen.’ Hij keek me aan. ‘En we moeten de Controlekamer in.’
‘Onmogelijk,’ zei Domotor.
‘Waarom? We hebben een opper die daar werkt,’ zei ik.
‘Daar worden alle systemen bediend. Eén persoon is niet genoeg,’ zei Logan.
Ik dacht even na. In de Controlekamer werkten alle hoge officieren en die waren allemaal gewapend. En ze hadden vast ook nog extra bewakers. Daar kon je niet zomaar binnenlopen. Schacht tweeënzeventig was de beste optie, maar ze konden ons zo neerschieten als we ons naar binnen lieten zakken.
‘Logan, heb je ook antizappers?’
‘Nee, maar ik heb Zippy.’ Hij keek onder de tafel en haalde Zippy onder een hoop metaal vandaan. ‘Ik heb hem nog wat aangepast. Als je deze schakelaar omzet…’ Hij wees. ‘…zendt Zippy een trilling uit die hun wapens zou moeten uitschakelen.’
‘Zou moeten?’ Ik trok mijn wenkbrauwen op.
‘Ik heb het nog niet helemaal getest. En hij heeft maar een klein bereik.’
‘Hoe zit het met de computersystemen?’ vroeg Domotor.
‘Dat lukt wel.’
Een volledige opstand zou een hoop geluk en een perfecte coördinatie verseisen. De TechNo’s en Domotor keken me vol verwachting aan. Niemand anders zou in staat zijn om beide partijen te coördineren. Ik haalde diep adem. We hadden de technologie, de informatie en de mensen – als je maar genoeg schapen bij elkaar zette had je een kudde, en een kudde kon heel wat teweegbrengen. We hadden alleen wel een leider nodig.
‘Anne-Jade, hoeveel van die ontvangertjes hebben we nu?’ vroeg ik.
‘Vier.’
‘We hebben er nog zeven nodig, allemaal op dezelfde frequentie, en verder zoveel antistunners als je kunt maken.’
‘Dan hebben we meer onderdelen nodig,’ zei Logan.
‘Maak maar een lijst, dan neem ik contact op met Jacy.’ Die wist vast wel een paar tengere sloofjes die de spullen wilden afleveren via de ventilatieschachten.
Ondertussen maakte ik in mijn hoofd een lijst van alle stappen die we moesten zetten. Een enorme uitdaging. Een steek van verdriet doorboorde mijn hart. Was Cog er maar om me te helpen. Hij zou wel in staat zijn om de sloven te motiveren.
Maximale schade. Dit was het begin van het einde. We zouden falen, of niet. Maar we zouden in elk geval kunnen zeggen dat we het geprobeerd hadden.
De Ploeg van Schapen was van plan om de Trava’s de oorlog te verklaren in week 147.006 op uur zesenzestig. Na tachtig uur plannen, geheime besprekingen, afleidingsmanoeuvres, valse sporen uitzetten en illegale technische apparatuur in elkaar zetten, waren we klaar.
Op uur vijfenzestig hurkte ik neer in schacht tweeënzeventig, samen met Zippy, en wachtte ik op het teken. Takia was aan het werk achter haar terminal. Zelfs door het rooster heen kon ik haar gespannen energie voelen, en ik wenste dat ze zou ophouden met over haar schouder kijken. In heel Binnen was de sfeer gespannen. Zij die niet wisten wat er ging gebeuren, voelden toch die alomtegenwoordige opwinding en verwachting. De Trava’s hadden het aantal patrouillerende Opper Cops verdriedubbeld.