Inside Out(93)
Weer in de ventilatieschacht ging ik naar de onderste niveaus. Het kon me niet schelen als de RATT’s me zouden zien. Maar ik bereikte mijn bestemming zonder er een tegen te komen.
Terwijl ik door de buis kroop, vibreerde er een vreemd, gonzend geluid door het metaal. Het werd luider toen ik dichter bij het rooster kwam. De gangen beneden waren propvol sloven. Op sommige plekken stonden ze drie rijen dik, met alleen een smal gangpad ertussen.
De Opper Cops probeerden ze te verjagen, maar de opeengeklemde kaken en harde blikken van de sloven verraadden hun onverzettelijke koppigheid. De bel voor de bijeenkomst van het honderdste uur ging, een vaag gerinkel vergeleken bij het luide geroezemoes. Weer riepen de Opper Cops dat iedereen zich moest melden bij zijn locatie. Ze begonnen te schreeuwen en probeerden de sloven weg te duwen, maar tevergeefs. Ik vroeg me af hoelang het zou duren voor ze hun stungun gingen gebruiken. Ze leken weinig zin te hebben om hun wapens te trekken. Misschien waren ze bang dat er massale paniek zou uitbreken als ze begonnen te schieten.
Ik kroop verder tot ik een plek vond zonder Opper Cops. Toen ik op de vloer sprong, maakten de dichtstbijzijnde sloven een geschrokken beweging, maar al snel stonden ze naar me te grijnzen. De rij mensen ging uit elkaar en maakte een opening waar ik net in paste. Ik nam mijn plekje in, slikte moeizaam en probeerde mijn hart weer op de juiste plek te duwen. Het bleef echter hardnekkig in mijn keel vastzitten, waar het me verstikte.
Terwijl we allemaal wachtten op Cog, voelde mijn lichaam alsof al het overtollige vocht eruit liep. Mijn neus droop, en ik kon nauwelijks iets zien door de tranen. Ik richtte mijn blik op de vloer en telde de rijen klinknagels. Als ik geblinddoekt was en op blote voeten zou lopen, zou ik waarschijnlijk mijn weg nog kunnen vinden in de gangen van Binnen door die kleine bobbeltjes af te tasten. De voorspelbaarheid van Binnen was tenminste wel handig voor de blinden.
De schok waarmee het inzicht kwam, voelde alsof er twee elektriciteitsdraden tegen elkaar werden geduwd in mijn brein. Ik had het antwoord op vraag drie: Jouw ogen kunnen zien, maar de mijne werken niet. Toch zie ik wat jij niet ziet. Wat ben ik? Daarom had ik de Poort niet kunnen vinden.
Links van me nam het rumoer toe, en ik zag Cogs hoofd boven de menigte uitsteken. Ik hapte naar adem toen hij zo dichtbij was dat ik hem goed kon zien. Zijn opgezwollen gezicht zat vol nieuwe blauwe plekken, zijn overall was met bloed besmeurd en zijn handen waren op zijn rug gebonden.
Maar het meest verbijsterend was zijn lach. Hij grijnsde naar iedereen.
Vier Opper Cops gingen Cog voor om de menigte terug te duwen, en er liepen er ook vier achter hem. Hoofdcommandant Karla was er niet bij. Maar luitenant Arno volgde wel de processie.
Ik wendde me tot een vrouw die rechts van me stond en ging op mijn tenen staan zodat ik iets in haar oor kon zeggen. ‘Kun je een boodschap overbrengen aan Jacy?’
Ze knikte. Haar gezicht was bleek en ernstig. Toen ik haar de boodschap over de Poort vertelde, staarde ze me met open mond aan.
‘Het is erg belangrijk,’ zei ik. ‘Beloof je dat je het aan Jacy vertelt?’
Toen ze het had beloofd, stapte ik naar het midden van de gang. Cogs grijns maakte plaats voor een boze frons toen hij me zag.
‘Ik heb hem gevonden!’ riep ik boven het geroezemoes van al die stemmen uit.
Ik wist dat hij niet kwaad zou kunnen blijven. En inderdaad, zijn vreugdekreet weerkaatste door de gang. Iedereen stopte met praten. De stilte die viel was spookachtig, bijna als een levend wezen.
Eindelijk merkten de Opper Cops die voor Cog uit liepen me op. Schreeuwend trokken ze hun stunguns.
Maximale schade, dacht ik, en ik stormde op hen af. Alleen omdat ik ze verraste lukte het me om een van de Opper Cops omver te lopen. Ik rukte zijn wapen uit zijn hand en verlamde hem ermee.
‘Handen af van Cogon!’ riep ik uit.
Toen kwam de menigte in beweging, alsof mijn schreeuw een signaal was geweest. De sloven verrasten de andere Opper Cops, pakten hun wapens af en sloegen ze neer. Een korte, brute aanval. Met open mond bekeek ik deze onverwachte wending.
De kreet golfde door de onderste niveaus. Handen af van Cogon.
Al gauw hadden de sloven de Opper Cops overmeesterd. Een paar sloven kregen schokken van stunguns, er vloeide aan beide zijden wat bloed. Maar nu waren de Opper Cops op een kluitje bijeengedreven in het midden van de eetzaal, met hun eigen handboeien om. Alle tafels waren aan de kant geschoven, en Cog werd omringd door sloven die hem op zijn schouders sloegen.
Cog stelde teams samen om de ingangen te bewaken. Alle bewoners van de onderste twee niveaus waren voor Cog naar niveau één gekomen.
Plotseling begreep ik wat er aan de hand was toen ik de anderen verwachtingsvol naar Cog zag kijken omdat ze van hem wilden horen wat ze nu moesten doen, omdat ze geprezen wilden worden.