Hoe de ijsvogel blauw werd(13)
Judas gaf de moed niet op en klom in een andere boom, een vlier. De verstoten apostel wist echter niet dat de vlier uit stramme, holle takken bestond. Toen hij sprong boog de tak een stukje mee, maar knapte al snel af zodat Judas hardhandig naar beneden viel, waarbij zijn oor over de bast van de vlier schuurde.
Aangeslagen liep hij naar een andere boom, een es. Driemaal is scheepsrecht, dacht de verrader, knoopte zijn touw aan een dikke tak van de es en sprong… De slanke maar taaie takken veerden onder het gewicht, maar braken niet en na enige malen op en neer te zijn gebungeld, slaagde Judas in zijn opzet. Maar bij dat bungelen schuurde hij met zijn oor langs de takken, zijn andere oor dit keer, en zo raakte hij ook zijn tweede oor kwijt. Sindsdien groeien er ‘judasoren’ op het hout van de es en de vlier. Hoe weten we dat dit verhaal klopt? Kijk eens goed naar de vleeskleurige zwam. Zeker als de zon er doorheen schijnt ziet u de bloedvaatjes er bijna doorheen schijnen. En als u voelt met uw vingers, is het zacht als een mensenoor.
Judasoor, de Auricularia auricula judae, groeit op de bast van grote levende of dode vlieren die op een schaduwrijke plaats staan en op dood essenhout. Het is een trilzwam, dat is een zwam met een geleiachtig vruchtlichaam. Is hij droog dan verschrompelt hij tot een donkerbruine zwam, die echter weer opzwelt zodra er water bij komt. Als hij vochtig is lijkt hij op een oor. Het judasoor is een parasiet die ten koste van zijn gastheer leeft. Het judasoor varieert in grootte van 2 tot zo’n 10 cm en is eetbaar.
21 De zwanenbloem
Een door liefdesverdriet verteerde zeenimf
Bijna de hele zomer bloeit in veel sloten een statige, fraaie bloem, de zwanenbloem. Hebt u wel eens goed gekeken naar haar opvallende schoonheid? De zwanenbloem is voortgekomen uit het verdriet van de allermooiste nimf uit de Griekse mythologie, Galatea. Lees het in deze Griekse crime passionnel.
Lang, heel lang geleden werd de aarde bevolkt door goden, nimfen, monsters, draken, reuzen en gewone stervelingen. Eén van de mooiste Griekse zeenimfen, Galatea, werd verliefd op de atletische Acis, zoon van een nimf en een bosgod. Hij woonde op het eiland Sicilië, aan de voet van een vulkaan. Maar op deze onrustige en vuurspuwende vulkaan leefden ook reuzen met één oog, de cyclopen. Eén van hen had zijn ene oog laten vallen op de mooie zeenimf en hij werd verteerd door jaloezie.
Hij kon de gedachte niet verdragen dat haar hart een ander beminde. Toen de eenogige reus op een lome zomerdag vanaf zijn berg de geliefden elkaar zag beminnen, werd hij zo razend dat hij een rotsblok naar het tweetal wierp. De zeenimf kon net op tijd wegduiken, maar haar geliefde, de knappe Acis, werd verpletterd. De steen was zo groot en zwaar dat er een krater ontstond. Vanuit die krater, de plek waar haar geliefde de dood vond, liet zijn ontroostbare nimf ter nagedachtenis een bron ontspringen als symbool van hun eeuwigdurende liefdesstroom. Dag na dag zat ze aan de oever van de beek, verteerd door verdriet. Galatea verloor haar levenslust en wilde niet meer verder leven zonder haar geliefde. Voor altijd wenste ze samen met Acis te zijn. Daarom veranderde ze zichzelf in een bloem, een schitterende bloem die groeide in het water van haar geliefde. Sindsdien groeit deze nimfenbloem in water en kennen we deze wonderschone bloem als de zwanenbloem. Als u goed kijkt herkent u de statige schoonheid van de mooie zeenimf.
De zwanenbloem (Butomus umbellatus) is een vrij veel voorkomende waterplant, hoewel hij op de rode lijst van beschermde planten staat. De plant is niet kieskeurig wat betreft waterkwaliteit, die mag ziltig, voedselrijk en lichtstromend zijn. Zwanenbloemen staan graag alleen in het water, niet omringd door andere planten, omdat zij zich gemakkelijk laten wegdrukken door sterkere. Dankzij het slootkantbeheer van de waterschappen gedijt de plant goed. Het regelmatig uitbaggeren en maaien van de slootkanten voorkomt overheersing door andere planten als lisdodde en riet. Als vijverplant siert hij menige tuinvijver.
22 De grote bonte specht
Waarom de grote bonte specht een rood broekje draagt
Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom de specht zo bontgekleurd is en golvend vliegt? En waarom hij steeds maar roffelt op dode boomtakken? Dat komt door de verloren machtsstrijd van een koning.
Lang geleden leefde een koning die gekleed ging zoals het een koning betaamt: met een cape van zwart bont, een witzijden hemd en een rode satijnen broek. Zijn opvallend grote en sterke voeten staken in hoge grijslederen laarzen. Hij droeg een grote donkere kroon met, gek genoeg, een mooie rode steen aan de achterzijde. Als hij passeerde wist iedereen: dat is de koning! Omdat hij nog niet alle hoeken en gaten van zijn koninkrijk kende, steeg de koning als hij tijd over had te paard om nieuwe streken te ontdekken. Op een dag galoppeerde hij met zijn ranke hengst in een woud waar hij nog nooit was geweest. Het was er donker en zelfs de koning vond het er een beetje eng. Dat donkere, onherbergzame woud was het terrein van een sterke en stoere heks; zij was de baas van dat bos. Ze was een echte heks die kon toveren. Als ze wilde veranderde ze zichzelf in een klein meisje of in een beer. Maar ze kon ook mensen betoveren.