Hoe de ijsvogel blauw werd(12)
19 Het koninginnenkruid
Hoe een koning en koningin ten onrechte roem verwierven
Het is van alle tijden dat koningen, presidenten, bisschoppen en generaals om hun successen bejubeld worden in verhalen. Maar het waarheidsgehalte van die verhalen is vaak dubieus. Ere wie ere toekomt gaat vaak niet op. Dat geldt ook voor het koninginnenkruid, een nazomerbloeier die met zijn pluizige bollen in de herfst het dorre landschap siert.
In lang vervlogen tijden leefde er een wijze kruidenvrouw en priesteres wier naam in de vergetelheid is geraakt. Haar kennis van de genezende kruiden was wijd en zijd bekend en velen trokken naar haar huisje voor verlichting van hun kwalen. Haar roem kwam ook de Griekse koning Mithridates Eupator ter ore. Hij voerde in die dagen vele oorlogen. Veel soldaten stierven door verwondingen en infecties. De koning gebood de kruidenvrouw zijn gewonde soldaten te genezen. Door haar deskundige, liefdevolle en vooral succesvolle behandeling van de slachtoffers, werd haar naam legendarisch en overschaduwde weldra de faam van de koning. De trotse koning kon dit niet velen en gebood haar nederig te zijn. ‘Vanaf heden vertel je iedere soldaat die je behandelt dat jouw kruidenkennis afkomstig is van mij, de koning,’ zo beval hij haar. De vrouw keek de koning in de ogen en antwoordde: ‘In alle bescheidenheid, koning, de gaven van de kruiden zijn noch van mij noch van u afkomstig. Ze zijn door Moeder Aarde aan de mensen geschonken. Ik zal de kruidenwijsheid nooit kunnen toeschrijven aan een mens.’
Daarop wierp de koning haar in de kerker en dreigde: ‘Morgen zul je sterven op de brandstapel als je mijn wijsheid niet erkent.’ De wijze kruidenvrouw wachtte de volgende morgen niet af. Die nacht kroop ze door het raampje van de kerker naar buiten – en verdronk in het vieze, modderige water van de slotgracht. De volgende morgen zagen de wachters dat de vrouw was verdwenen, maar voor het kerkerraampje wuifden grote, statige roze bloemen in de wind.
Al snel bleek dat deze waterplant over vele genezende eigenschappen beschikte en een ontsmettende werking bleek te hebben die levensreddend was. De koning vaardigde een decreet uit waarin stond: ‘Heden is door onze koning een nieuwe plant ontdekt met belangwekkende geneeskrachtige eigenschappen. Deze plant zal de naam dragen van zijn ontdekker, de koning: Eupatorium.’ Hij stuurde vele troubadours het land in met verhalen en liederen over zijn grote kruidenkennis waarmee de gewonden en zieken in het leger konden worden genezen. Eenzelfde geschiedenis speelde zich ook af in de middeleeuwen. In het begin van de elfde eeuw leefde koningin Kunigunde, echtgenote van Hendrik II van Duitsland. Ze woonde in grote luxe en na de dood van haar man trok ze zich terug in een klooster. Ook deze vrouw werd in liederen en verhalen bejubeld omdat zij een grote kruidenkenner zou zijn geweest die de wezen en armen in haar koninkrijk persoonlijk verzorgde. In 1200 is zij zelfs heilig verklaard. Maar ook zij had een kruidenvrouw in dienst, wier naam in vergetelheid is geraakt. De plant werd in Duitsland naar haar genoemd: ‘Kunigundekraut’, wat in het Nederlands is verbasterd tot koninginnenkruid.
De Latijnse naam voor Koninginnenkruid is Eupatorium cannabinum, genoemd naar de Griekse koning. Koninginnenkruid wordt ook wel leverkruid genoemd, omdat het vroeger een geneesmiddel was voor geelzucht. De grote bloemen bestaan uit talrijke kleine bloempjes die een zoetige geur verspreiden. Ze bloeien in de tweede helft van de zomer. Na de bloei blijven de harige wollige bollen tot in de winter het dorre landschap sieren. Koninginnenkruid groeit vooral op vochtige voedselrijke gronden, vaak langs sloten, meren en in vochtige kalkrijke duinvalleien.
20 Judasoor
De oren van een verrader
Soms zult u tijdens een wandeling denken: Zie ik nou echt een oor op het hout van deze vlier of es, of lijkt het maar zo? Waarschijnlijk ziet u dan het oor van Judas, de apostel die in het bijbelverhaal Jezus de verraderskus gaf in ruil voor geld. Hoe zijn oor op dit hout terecht is gekomen leest u in deze christelijke legende vol wroeging.
Enkele uren na het Laatste Avondmaal verraadde Judas Jezus met een kus in ruil voor dertig zilverlingen. Toen hij zag dat Jezus gevangengenomen en mishandeld werd kreeg hij spijt van zijn verraad. Het bloedgeld gooide hij weg. De wroeging knaagde aan zijn hart en hij treurde om de gevolgen van zijn daad. De enige uitweg leek hem om dit aardse te verlaten. Met een stevig stuk touw klom hij in de eerste de beste boom die hij zag. Dat was een wilg. Judas knoopte het touw aan de hoogste tak en sprong … De boom kreunde onder de zware last maar wilde niet meewerken aan het einde van deze verrader: de wilg boog diep door en Judas stond weer met de voeten op de grond. Sinds die tijd heet deze boom een treurwilg, de boom die treurt om de dood van Jezus. Soms zult u tijdens een wandeling denken: Zie ik nou echt een oor op het hout van deze vlier of es, of lijkt het maar zo? Waarschijnlijk ziet u dan het oor van Judas, de apostel die in het bijbelverhaal Jezus de verraderskus gaf in ruil voor geld. Hoe zijn oor op dit hout terecht is gekomen leest u in deze christelijke legende vol wroeging.