Reading Online Novel

Getuige(164)



Zijn voetstappen zijn bijna onhoorbaar op het ivoorkleurige zeil met wielsporen van bedden. Als hij bij de lift komt, merkt hij dat hij zich al op de tweede verdieping bevindt.

De eerste verdieping ligt onder de grond en herbergt afdeling 30, de gesloten afdeling Forensisch Psychiatrische Verpleging.

De ziekenhuislift gaat niet verder naar beneden, maar achter een roomgeel stalen hek is een wenteltrap die naar de onderste verdieping leidt.

Daar zit de beveiligde eenheid met de aparte, bunkerachtige isoleercellen.

Deze geïsoleerde afdeling heeft ruimte voor maximaal drie patiënten, maar sinds twaalf jaar zit er maar één, de oude Jurek Walter.

Jurek Walter was veroordeeld tot dwangverpleging met bijzondere ontslagtoetsing. Bij aankomst was hij zo agressief dat hij vastgebonden moest worden en onder dwang medicijnen kreeg toegediend.

Negen jaar geleden kreeg hij de diagnose ‘Schizofrenie, niet nader gespecificeerd. Chaotisch denken. Terugkerende acute psychotische toestand met bizarre en zeer gewelddadige trekken’.

Dat is de enige diagnose die hij tot nu toe heeft gekregen.

‘Ik laat je naar binnen,’ zegt een vrouw met ronde wangen en rustige ogen.

‘Bedankt.’

‘Ken je de patiënt? Jurek Walter?’ vraagt ze, maar ze lijkt geen antwoord te verwachten.





193


Anders Rönn hangt de sleutel van het traliehek in de kast op de beveiligde afdeling, waarna de vrouw de eerste deur van de sluis opent. Hij gaat naar binnen, wacht tot de deur zich heeft gesloten waarna hij doorloopt. Als er een signaal klinkt, opent de vrouw ook de tweede deur. Anders draait zich om en wuift naar haar voordat hij door de gang naar de personeelskamer van de isoleerafdeling loopt.

Een stevige man van een jaar of vijftig met hangende schouders en stekeltjeshaar staat onder de ventilator in de pantry te roken. Hij knijpt de vuurkegel eruit, gooit die in de gootsteen, doet de halve sigaret terug in het pakje en stopt dat in het zakje van zijn doktersjas.

‘Roland Brolin, chef-arts,’ stelt hij zichzelf voor.

‘Anders Rönn.’

‘Hoe ben je uitgerekend hierbeneden terechtgekomen?’ vraagt de chef-arts.

‘Ik heb kleine kinderen en wilde een baan in de buurt,’ antwoordt Anders Rönn.

‘Je hebt een goeie dag uitgekozen om te beginnen,’ zegt Roland Brolin glimlachend en hij begint door de geluiddempende gang te lopen.

De dokter haalt zijn magneetpasje tevoorschijn, wacht tot het slot van de veiligheidsdeur klikt en duwt hem dan met een lange zucht open. Hij laat de deur los voordat Anders er helemaal doorheen is. De zware deur knalt tegen zijn schouder.

‘Is er iets wat ik over de patiënt moet weten?’ vraagt Anders en hij knippert zijn tranen weg.

Brolin maakt een wuivend gebaar en somt op: ‘Hij mag nooit alleen gelaten worden met iemand van het personeel, hij heeft nog nooit toestemming gekregen voor verlof, hij mag nooit andere patiënten ontmoeten, hij mag geen bezoek ontvangen en hij mag nooit naar buiten op de luchtplaats. Ook niet...’

‘Nooit?’ valt Anders hem aarzelend in de rede. ‘Het is toch niet toegestaan om iemand op te sluiten...’

‘Nee, inderdaad,’ zegt Roland kortaf.

De stemming is opeens bedrukt. Maar ten slotte vraagt Anders voorzichtig: ‘Wat heeft hij eigenlijk gedaan?’

‘Een paar leuke dingetjes,’ antwoordt Roland.

‘Zoals?’

De chef-arts kijkt naar hem en het grauwe, pafferige gezicht breekt plotseling open.

‘Je bent echt nieuw hier,’ lacht hij.

Ze gaan nog een veiligheidsdeur door en een vrouw met piercings in haar wangen knipoogt naar ze.

‘Kom heelhuids terug,’ zegt ze kort.

‘Maak je geen zorgen,’ zegt Roland met gedempte stem tegen Anders. ‘Jurek Walter is een rustige, oudere man. Hij vecht niet en verheft zijn stem niet. Hij blijft op zichzelf en wij gaan nooit bij hem naar binnen. Maar nu moeten we wel omdat de mannen van de nachtdienst hem een mes onder zijn matras hebben zien verstoppen...’

‘Hoe heeft ie dat in godsnaam te pakken gekregen?’

Rolands voorhoofd is bezweet, hij strijkt met zijn hand over zijn gezicht en veegt hem af aan zijn jas.

‘Jurek Walter kan behoorlijk manipulatief zijn en... We stellen een intern onderzoek in, dus wie weet...’





194


De chef-arts haalt zijn pasje door nog een lezer en toetst een code in. Er klinkt een piep en het slot van de veiligheidsdeur klikt.

‘Wat moet hij met een mes?’ vraagt Anders terwijl hij snel door de deur loopt. ‘Als hij zich van het leven had willen beroven, dan had hij dat toch al gedaan – of niet soms?’

‘Misschien houdt hij van messen,’ antwoordt Roland.

‘Is hij vluchtgevaarlijk?’

‘Hij heeft geen pogingen gedaan sinds hij hier zit.’