Reading Online Novel

Getuige(158)



‘Wat is er aan de hand?’

‘Je vrouw heeft kanker, Joona Linna,’ zegt Rosa langzaam. ‘Ze belde me op om te vertellen dat ze geopereerd moest worden en dat ze het waarschijnlijk niet zou halen... ze wilde dat jij zou weten dat Lumi onder de hoede van jeugdzorg komt als zij...’

‘Wanneer was dat?’ vraagt Joona met gespannen kaken en witte lippen. ‘Wanneer heeft ze gebeld?’

‘Ik ben bang dat het te laat is,’ fluistert ze. ‘Ik was zo vergeetachtig en zo...’

Ze geeft hem eindelijk het gekreukte papiertje met het adres en kijkt dan neer op haar reumatische handen.





185


Van het vliegveld in Sveg kun je maar twee bestemmingen kiezen. Joona moet noodgedwongen eerst terug naar Arlanda om te kunnen overstappen naar Helsinki. Het is alsof hij alles droomt. Hij zit in de vliegtuigstoel en staart door de wolkensluiers naar het kabbelende oppervlak van de Oostzee. Mensen proberen een praatje met hem aan te knopen of hem iets te serveren, maar hij kan zich er niet toe zetten te reageren.

Herinneringen trekken hem naar beneden, zijn troebele oceaan in.

Twaalf geleden heeft Joona een vinger van de duivel zelf afgesneden.

Negentien mensen in alle leeftijden waren verdwenen uit hun auto, van hun fiets of brommer. Eerst leek het alleen maar een merkwaardige samenloop van omstandigheden, maar toen geen van de vermisten werd teruggevonden, kreeg de zaak de allerhoogste prioriteit.

Joona was de eerste die beweerde dat ze te maken hadden met een seriemoordenaar.

Samen met Samuel Mendel lukte het hem Jurek Walter op te sporen en hem in het bos Lill-Jansskogen op heterdaad te betrappen terwijl hij een vijftigjarige vrouw terugdwong in een kist in de grond. Ze lag daar al twee jaar, maar leefde nog steeds.

De omvang van de nachtmerrie werd duidelijk in het ziekenhuis. De spieren van de vrouw waren weggekwijnd, doorligwonden hadden haar misvormd en haar handen en voeten waren bevroren. Na verdere onderzoeken constateerden de artsen dat ze niet alleen psychisch getraumatiseerd was, maar ook zware hersenbeschadigingen had opgelopen.

Joona denkt altijd dat als het lichaam van de duivel bestaat uit de ergste wreedheden die door de tijden heen gepleegd zijn, het dan onmogelijk is de duivel te doden, maar twaalf jaar geleden hebben Samuel en hij hem in elk geval een vinger afgesneden door seriemoordenaar Jurek Walter een halt toe te roepen.

Joona was aanwezig geweest in het Svea-gerechtshof in Wrangelska palatset op Riddarholmen toen het vonnis van de rechtbank in hoger beroep werd getoetst en aangescherpt. Jurek Walter werd veroordeeld tot psychiatrische verpleging op een gesloten afdeling – gekoppeld aan de zogenoemde ‘bijzondere ontslagtoetsing’ – en in een beveiligde eenheid twintig kilometer ten noorden van Stockholm geplaatst.

Joona zal nooit Jurek Walters gefronste gezicht vergeten toen deze zijn blik op hem richtte.

‘Nu zullen beide zonen van Samuel Mendel verdwijnen,’ zei Jurek met vermoeide stem terwijl zijn advocaat de papieren bij elkaar raapte. ‘En Samuels vrouw Rebecka zal verdwijnen, maar... Nee, luister naar me, Joona Linna. De politie zal zoeken en als de politie het opgeeft zal Samuel doorgaan, maar als hij uiteindelijk begrijpt dat hij zijn gezin niet zal terugzien, berooft hij zich van het leven.’

Joona stond op om te vertrekken.

‘En jouw dochtertje,’ vervolgde Jurek Walter met neergeslagen blik.

‘Pas op,’ zei Joona, zonder woede in zijn stem.

‘Lumi zal verdwijnen... en Summa zal verdwijnen... en als je hebt begrepen dat je ze nooit zult vinden, verhang je jezelf.’

Op een vrijdagmiddag een paar maanden later reed Samuels vrouw van hun woning in Liljeholmen naar hun zomerhuisje in Dalarö. Bij haar in de auto zaten hun twee kinderen, Joshua en Ruben. Toen Samuel een paar uur later bij het zomerhuisje arriveerde, waren zijn vrouw en kinderen er niet. De auto werd leeg teruggevonden op een bosweg in de buurt, en Samuel heeft zijn gezin nooit teruggezien. Een jaar later, op een kille ochtend in maart, ging Samuel Mendel naar het prachtige strand waar zijn jongens altijd zwommen. De politie had het zoeken acht maanden geleden gestaakt en nu gaf hij het zelf op. Hij haalde zijn dienstpistool uit de schouderholster en schoot zichzelf door het hoofd.

Ver onder zich ziet Joona de schaduw van het toestel op het donker glanzende wateroppervlak. Hij kijkt door het raampje en denkt terug aan de dag dat zijn leven aan gruzelementen geslagen zou worden. Het was stil in de auto en de wereld baadde in een vreemd licht. De zon glansde rood achter dunne sluiers. Het had geregend en de zonnestralen deden de waterplassen glinsteren alsof ze onderaards brandden.





186


Joona en Summa hadden een autovakantie in kleine etappes gepland: eerst noordwaarts naar Umeå, via Storuman doorsteken naar Mo i Rana in Noorwegen en dan terug langs de westkust. Ze waren onderweg naar een hotel aan de rivier Dalälven en de volgende dag zouden ze een dierenpark in de buurt bezoeken.