Reading Online Novel

Gestapo(80)



In 1940 had de Wehrmacht hem tot Stabsfeldwebel benoemd, de hoogste rang waarop hij aanspraak kon maken. Hij voelde zich thuis in zijn gevangenis als een spin in zijn web. Bijna nooit vertoonde hij zich buiten. Sommigen beweerden dat hij bang was voormalige gevangenen te ontmoeten. Volgens anderen zou hij doodgaan als hij in de zon liep. Hij koesterde een felle haat tegen alle officieren. Die haat dateerde van een augustusdag in 1940, toen hij zijn gevangenishol had verlaten en een negentienjarige luitenant tegen het lijf was gelopen, die niet tevreden was geweest over de manier waarop hij groette. De jongeman had de Stabsfeldwebel van tweeënvijftig jaar over alle hindernissen van de stormbaan laten springen, waardoor hij in die ene middag acht en een half kilo was afgevallen.

Hij had gezworen zich te zullen wreken op alle officieren die hij in zijn vingers kon krijgen en hij had die eed gehouden.

Nu stond luitenant Ohlsen dus voor "De Verrader", die met hem kon doen wat hij wilde. Zijn bezittingen waren genoteerd en opgeborgen in een wit zakje, dat aan een haak zou worden gehangen aan de buitenkant van zijn celdeur.

Nu kwam het onderzoek van de kleding. Dat moment was "De Verrader" altijd het liefst. Hij klakte met zijn tong, gromde iets en veegde zijn vochtige handen af aan zijn lichtgrijze rijbroek. Met halfdichtgeknepen ogen loerde hij naar luitenant Ohlsen en hij nam aan dat die wel een lafaard zou zijn die niet durfde te protesteren. Maar aan de andere kant wist je dat nooit zeker. Het bleef altijd een kunst incidenten te provoceren. Het ging erom de gevangene ertoe te krijgen dat hij begon te schreeuwen; daarna raakte hij zijn zelfbeheersing algauw kwijt en wilde erop slaan. Zodra het zo ver was, kon "De Verrader" overgaan tot het tegenoffensief. Obergefreiter Stever was een gewillige getuige. Hij stond als een menselijke rots voor de deur geposteerd en wist iedere ontvluchtingspoging te voorkomen. "De Verrader" gaf met zijn lange, dunne rijzweep een peinzend tikje tegen zijn laarzen. Enige tijd geleden had hij hier een gek gehad, een kolonel van het 123ste regiment infanterie, beschuldigd van het saboteren van instructies. Hij was volkomen hysterisch geworden toen hij zijn kleren moest uittrekken. Hij raasde en tierde, vloekte en dreigde, zoals men dat doet als men kolonel is.

"De Verrader" had hem in zijn gezicht uitgelachen en gezegd:

'Je bent kolonel en regimentscommandant, je hebt decoraties en de hele rataplan, een deftige naam, want we weten allemaal dat je van adel bent, maar als je eenmaal buiten de wet staat, ben je voor ons een hoop stront. Als je lang genoeg leeft, kolonel, word je door twaalf scherpschutters geëxecuteerd, ook al is je bloed zo blauw als de Middellandse Zee. Maar ik heb er een voorgevoel van dat je niet zolang in leven zult blijven. Ik zie je al dood in een cel liggen en dan word je met de andere rommel op de mesthoop gegooid. Dan gebruiken ze je later om een aardappelveld te bemesten. Als ik dan nog wist op welk plekje je had gelegen, zou ik die aardappels kopen en ze opvreten.'

Daarna was de kolonel losgebarsten.

Obergefreiter Stever had hem een duw in zijn rug gegeven, zodat hij tegen "De Verrader" opbotste en die had hem in zijn maag gestompt en geroepen:

'Godallemachtig, val jij een ambtenaar in functie aan?'

De kolonel vloog als een 75 mm granaat door de lucht. Hij slaagde erin de gang te bereiken en galoppeerde weg terwijl zijn hemdslippen om zijn magere benen fladderden. Hij kwam niet verder dan het hek en klom erin. Daar hing hij als een aap en brulde om hulp. Hij wendde zich hierbij zowel tot de politie als tot God, maar er kwam niemand. In plaats daarvan verschenen, "De Verrader" en Stever. Ze trokken hem omlaag en wel zo krachtdadig, dat het hun verstandig toescheen hem maar voorgoed de mond te sluiten. Ze doodden hem met een pistoolschot en maakten er zelfmoord van. Toch had de kolonel gesmeekt hem te laten leven.

"De Gier" (onderofficier Greinert) hield hem vast, terwijl Obergefreiter Stever hem dwong het pistool in de hand te nemen en af te drukken. De kolonel huilde. Hij beloofde op erewoord dat hij over alles wat er gebeurd was zou zwijgen als ze hem maar in leven lieten. Hij bood hun geld aan, veel geld. "De Verrader" lachte nog bij de herinnering.

Hij was zelfs bereid geweest hun zijn vrouw en zijn dochters aan te bieden!

Toen hij dood was, stelden ze een rapport op voor de auditeur-militair van het 10de leger. Stever verslikte zich in zijn bier en was bijna gestikt toen hij het rapport van "De Verrader" las.

RAPPORT

Garnizoensgevangenis X/76 ID/233

Hamburg/Altona 28 augustus 1941

Aan de Opperbevelhebber van het Tiende Leger

Hamburg/Altona

Gedetineerde kolonel Herbert von Hakenau heeft zich heden bij het dagelijks luchten geheel onverwacht meester gemaakt van het dienstwapen, behorend aan Obergefreiter Egon Stever van het 3de regiment cavalerie. Ofschoon onmiddellijk werd ingegrepen, gelukte het de gedetineerde het wapen tegen zijn rechterslaap te richten en het dodelijke schot af te vuren. Het lijk is onmiddellijk overgebracht naar de kelder, waar het door een arts is onderzocht.