Reading Online Novel

Geen tijd voor een kus(91)



Lennie nam de sleutel aan en ging met Blondie de kliniek binnen.

Wat bezielt Lennie vanavond?’ informeerde McCall toen ze weer in de auto zaten, en naar het motel reden waar Dave een kamer voor hen had geboekt. ‘Hij was beslist spraakzaam voor zijn doen.’

‘Ja,’ beaamde Cassie. ‘Ik heb hem nog nooit zo meegemaakt. Hij scheen goeie zin te hebben.’

Vanwege een geslaagde moord, ook al was de verkeerde persoon het slachtoffer geworden? Maar McCall hield zich voor dat hij vooral niet paranoïde moest worden en iedereen in zijn omgeving moest gaan verdenken.





Tijdens de rit naar het motel nam Cassie hem van opzij op, zich verwonderend over zijn strakke gezicht. Hij koesterde toch zeker geen verdenkingen jegens Lennie, enkel en alleen omdat hij voor zijn doen spraakzaam en vriendelijk was geweest? Algauw werden haar gedachten afgeleid, toen ze de parkeerplaats van het motel opreden.



‘De Maddox? Heeft Dave hier kamers voor ons geboekt? Dat kan niet waar zijn. Kon hij niets beters bedenken?’ ‘Alles zat vol,’ legde McCall uit.

‘Dat kan ik me niet voorstellen. Volgens mij vond Dave het gewoon het makkelijkst om ons in een motel vlak bij het politiebureau onder te brengen. Bovendien staat er niet één boom of plant op dit terrein.’

‘Ja, dat maakt het heel praktisch,’ beaamde McCall. Hij haalde diep adem en voegde eraan toe: ‘Het ergste heb ik je nog niet verteld. Er was maar één kamer vrij. Dave zei dat er een bank staat, en daar zal ik op gaan slapen.’

Cassie probeerde niet te laten merken dat dit nieuws haar schokte. Ze was bang dat ze het erg moeilijk, zo niet onmogelijk, zou vinden om afstand tussen haar en McCall te bewaren als ze in dezelfde kamer moesten slapen.

Ze keek om zich heen en zei: ‘De parkeerplaats is vrijwel leeg. Hoe zit het dan met al die zogenaamde andere gasten?’

‘Die zullen wel met het vliegtuig of de trein zijn gearriveerd,’ antwoordde McCall. ‘Doe alsjeblieft niet zo achterdochtig.’

‘En dat zegt een man die zelf ongeveer de helft van de mannen in deze stad verdenkt,’ merkte Cassie sarcastisch op, waarna ze uitstapte en naar de receptie liep zonder zich verder om McCall te bekommeren.

McCall keek haar schouderophalend na en haalde hun tassen uit de kofferbak. Daarop volgde hij Cassie naar binnen.

De receptioniste gaf haar de sleutel van hun kamer en vertelde dat Dave die voor onbepaalde tijd had geboekt.

Toen McCall na Cassie de kamer binnen kwam, zag hij haar uitgeput en moedeloos op het tweepersoonsbed zitten.

Hij kon zich heel goed voorstellen hoe ze zich voelde, want zelf zou hij ook het liefst toegeven aan zijn vermoeidheid. Maar eerst moest hij Dave bellen om hem zijn vermoedens aangaande Wayne en Lennie mee te delen, zodat die de volgende ochtend nog hun alibi kon natrekken.





Hoofdstuk 10





De motelkamer bevatte behalve een tweepersoonsbed een bank, die er echter niet al te comfortabel uitzag.



Zodra McCall uit de badkamer kwam die hij na haar had gebruikt, zei Cassie: ‘We kunnen allebei in het bed slapen, want we hebben allebei hard onze nachtrust nodig. Jij kunt tussen de lakens liggen, en ik ga op het bovenlaken liggen, zodat we ons niet ongemakkelijk hoeven te voelen. Op die manier hoeven we niet bang te zijn dat onze ledematen verstrengeld raken.’

McCall, die zo gauw geen antwoord wist te bedenken, keek naar het bed waarvan aan een kant het bovenlaken al waren teruggeslagen. Hij liet zich tussen de lakens glijden, proberend het stemmetje in zijn achterhoofd dat hem vertelde dat dit een bijzonder slecht idee was, het zwijgen op te leggen. Hoewel hij vreesde dat hij voorlopig geen oog dicht zou doen, sloot hij zijn ogen.

Toen het bed bewoog, wist hij dat Cassie naast hem was komen liggen. Even later werd het bedlampje uitgedaan. Cassie probeerde duidelijk een zo comfortabel mogelijke houding aan te nemen.

McCall, die stijf op zijn rug lag, bedacht dat hij misschien hetzelfde zou moeten doen. Toen hij op zijn zij ging liggen, besefte hij dat hij niet wist waar hij gewoonlijk zijn benen neerlegde. Het leek ineens of hij te veel ledematen had, die hem in de weg zaten. Kwam het omdat hij zo veel mogelijk afstand van Cassie probeerde te bewaren dat hij zich zo oncomfortabel voelde?

‘Raak je ook wel eens in paniek wanneer je op je ademhaling gaat letten?’ vroeg een klein stemmetje.

McCall ontspande zich enigszins. ‘Ik heb hetzelfde soort probleem maar dan met mijn ene been. Ik kan me niet herinneren waar ik dat gewoonlijk neerleg.’

‘Misschien moeten we allebei wat rondschuiven tot we een comfortabele houding hebben gevonden,’ stelde Cassie voor. ‘Dat lijkt me beter dan als mummies te blijven liggen en bang te zijn dat we elkaar storen.’

‘Prima idee,’ zei McCall. Maar hoe hij zich ook draaide en keerde, hij kon geen gemakkelijke houding vinden. Hoewel hij nu geen problemen meer had met zijn ene been en Cassie kennelijk weer wist hoe ze adem moest halen, leek ook zij zich niet helemaal op haar gemak te voelen.