Geen tijd voor een kus(3)
Met, wat hij hoopte, een ontwapenende, maar gepast neutrale glimlach weerde hij Coralie West af. ‘Leuk je te zien.’
Opeens vroeg hij zich af of hij gek was geworden terug te keren. Zijn moeder terugbrengen was één ding, maar nadat die -
Nee, daar wilde hij niet aan denken. Moeizaam concentreerde hij zich op de informatie die Bill hem gaf. Ingewikkelde medische gevallen werden overgebracht naar Brisbane, maar met alle goede gastspecialisten konden ze de meeste gevallen best zelf afhandelen.
‘Onze chirurgen zijn topklasse,’ vervolgde Bill, terwijl ze naar de operatieafdeling liepen.
Het leek wel of ze op hun ronde door het ziekenhuis overal Megan tegen het lijf liepen. Nu stond ze gebogen over een computer, waarachter een meisje zat. Haar haar, van een donkerder, weelderiger rood dan toen ze jong was, viel voor haar gezicht en wierp een schaduw over haar enigszins strenge profiel. Ze droeg geen kousen en haar lange, welgevormde benen waren blank. Ze had altijd al een blanke huid gehad.
Vroeger, op het strand, had ze haar been vaak tegen het zijne gehouden, en dan hadden ze zich verwonderd over het contrast tussen haar blanke huid en zijn bruinverbrande.
‘Doe meer zonnebrandcrème op,’ beval hij dan. Om hem te plagen bauwde ze hem na, maar ze deed het wel, want als ze zich niet constant insmeerde, verbrandde ze.
‘Eerst wordt het rood, dan komen de blaren, dan vervel ik en ben ik weer terug bij af!’ klaagde ze. ‘Rood, wit, rood, wit!’ Ineens zag hij het slipje voor zich dat hij de vorige dag om zijn vinger had laten draaien.
Meg in een sexy slipje?
Hij had altijd gedacht dat vrouwen zoiets alleen aantrokken om een man te behagen.
‘We kunnen het dus wel.’
Hij had geen idee waar Bill het over had, en Meg was ook weer verdwenen.
Toen Bill aan de telefoon werd geroepen, liep Sam alleen verder naar de kinderafdeling. Weer Meg! Ze zat op de rand van een bed te praten met een jongen van wie het linkerbeen en de rechterarm in het gips zaten.
Bij het bureau bleef hij staan.
‘Dat is Brad Crosby,’ zei de verpleegster die zich had voorgesteld als Sue. ‘Toen hij probeerde vanaf de veranda van zijn huis te vliegen, heeft hij beide benen en een arm gebroken. Dat joch zit altijd in de problemen. Alleenstaande ou -’
‘Sue!’
Dat was Meg. Ze draaiden zich om, terwijl de woorden Sue in de mond bestierven.
‘Heeft Brad vandaag een afspraak met de fysio?’ ging Meg op zakelijke toon verder.
Sue keek het na in de computer, en intussen liep Sam naar de jongen.
‘Zo, zo, vliegen, hè? Wat voor vleugels had je?’
‘Van vuilniszakken,’ antwoordde de jongen met een zucht. ‘Op het pak stond dat ze extra sterk waren, maar toen ik eraan hing, scheurden ze kapot. Niet eens langs het plakband waarmee ik ze aan mijn kleren had vastgemaakt, maar het plastic zelf.’
‘Pech, hè?’ zei Sam. ‘Je moet een betere manier bedenken.’
‘Nee, hoor!’ zei Brad. ‘Mijn moeder vermoordt me als ik het nog eens doe. Meg zegt dat ik moest wachten tot ik wat ouder ben, dan ben ik zwaarder en kan ik kitesurfen. Je weet wel, met harde wind op een smalle plank over het water scheren. Volgens Meg is dat bijna hetzelfde als vliegen.’
‘Zo, zo, heeft Meg dat allemaal gezegd?’ Hij draaide zich om naar de vrouw in kwestie, die over Sues schouder gebogen naar het computerscherm keek.
‘Meg is cool,’ verklaarde Brad met een vleugje bewondering in zijn stem. ‘En ze zeurt niet. Mijn moeder doet dat ook niet vaak hoor, alleen als ze zich zorgen maakt, en dat is iets heel anders, zegt Meg.’
De jongen vertelde hem nog meer originele toepassingen van plakband. Pas nadat Meg de afdeling had verlaten, nam Sam afscheid van zijn nieuwe vriendje. Op de gang haalde hij Meg in.
‘Heb je Sue afgekapt om mijn gevoelens te sparen?’ vroeg hij. Haar gezicht kwam hem tegelijk bekend en volslagen nieuw voor.
‘Hoezo, Sue afgekapt?’
De blos op haar wangen vertelde dat ze loog.
‘Ja, toen ze een opmerking wilde maken over Brad als het product van een alleenstaande ouder,’ drong hij aan.
‘Ik heb haar afgekapt omdat ik niet toesta dat het personeel een oordeel velt over patiënten, dat weten ze allemaal.’ Uitdagend keek ze hem aan. ‘Ik haat het als iemand een etiket wordt opgeplakt en dan wordt veroordeeld van-
wege dat etiket. Alsof mensen een fles tomatenketchup zijn.’
Hij glimlachte. Dit was de Meg die hij kende, op de bres voor de rechten van anderen, klaar om het tegen de hele wereld op te nemen. Dat was niet veranderd!
‘En op het merk van Brads tomatenketchup stond “alleenstaande ouder”?’
Haar gezicht lichtte op in een lach. ‘Hetzelfde als op het jouwe: Bad Boy Brand!’