Reading Online Novel

Geen tijd voor een kus(10)





‘Hoe denk je dat Jennifer het zal redden als jij een tweede hartaanval krijgt?’ voer Sam tegen hem uit.

De grote man liet zich in de kussens terugvallen. ‘Ik kan hier niet als een waardeloze klomp vlees blijven liggen, terwijl Benjie in een andere kamer ligt te sterven.’

‘Benjie gaat niet dood,’ zei Sam stellig, hoewel hij het jochie nog niet had gezien of het rapport over zijn toestand had gelezen. ‘Jenny is bij hem. Zodra hij goed en wel is geïnstalleerd, komt ze naar je toe om je op de hoogte te brengen. Ik ga nu zelf naar hem toe en ik zal je ook rapport uitbrengen.’

Bens angst leek iets af te nemen. ‘Beloof je dat?’ vroeg hij desondanks. Het klonk pathetisch, maar Sam wist dat bij hartpatiënten de stress die ze voelden de overhand had.

‘Natuurlijk doe ik dat, domkop, zodra ik je infuus heb gecontroleerd en die slangen weer heb bevestigd. Benjie heeft vast al een kalmerend middel gehad. Tegen de tijd dat ik bij hem kom, slaapt hij waarschijnlijk al. De kans is groot dat Jenny eerder bij je is dan ik.’ Hij installeerde zijn patiënt weer in bed en verzekerde zich ervan dat hij zo comfortabel mogelijk lag, met al die slangen aan zijn lichaam.

‘Kalmerende middelen helpen,’ zei Ben. ‘Benjie heeft astma. Als hij een aanval krijgt, raakt hij in paniek.’ Enigszins beschaamd grinnikte hij tegen Sam. ‘Ik geloof dat ik er ook wel wat van kan gebruiken,’ zei hij, en ernstiger voegde hij eraan toe: ‘Maar nu nog niet, Sam. Eerst wil ik weten of het goed gaat met hem.’

Toen Sam de liefde in Bens stem hoorde, voelde hij een steek van jaloezie. Wat Ben ook meemaakte, hij had een vrouw die van hem hield en vier kinderen die hem na aan het hart lagen.

Hij, Sam, had niets.

Soms was hij er zelfs van overtuigd dat hij niet eens een hart bezat. Hij schudde zijn hoofd. Zijn terugkeer naar de Bay was al opwindend genoeg. Waarom werd hij nu zo overdreven sentimenteel?

‘Sam! O, Sam, wat heerlijk dat je terug bent.’

Op de kinderafdeling wierp Jenny zich in zijn armen. ‘Toen Ben het me vertelde, kon ik het nauwelijks geloven!’

Ze deed een stap achteruit en nam hem van top tot teen op. ‘Je hebt je medische studie afgemaakt, je bent dokter geworden! Dat is wat je altijd wilde, is het niet?’

Hij lachte wat verlegen. ‘Jij bent de eerste die zich dat herinnert. De anderen vroegen zich af hoe ik het had klaargespeeld om uit de gevangenis te blijven.’

‘Dat komt omdat je die laatste zomer zo vreemd deed, Sam. Maar ik ken je al veel langer dan die ene, hete zomer.’ ‘En je geloofde in me,’ zei hij zacht.

Met een glimlach stak ze haar arm door de zijne en samen liepen naar het ledikantje waar haar zoontje lag te slapen, een zuurstofmasker over zijn bleke gezichtje.

‘Eerst Ben, nu dit kleine ventje,’ zei hij zacht.

Ze gaf een kneepje in zijn arm. ‘We redden het wel,’ zei ze. ‘Daar is de familie Richards goed in geworden.’

‘Dat is fijn,’ zei hij, en hij boog zich over het bedje om de baby nader te bekijken.

Ondanks de lichte misvorming in Benjies gezichtje, veroorzaakt door een verkeerd gen, kon Sam een glimlach niet onderdrukken toen hij zag hoeveel de baby op zijn vader leek. ‘Sprekend Ben,’ zei hij tegen Jenny, en hij pakte het kleine handje onder het laken.

‘Ja, als twee druppels water,’ beaamde ze. ‘Dat vindt iedereen.’

‘Hoe gaat het met de leukemie?’ vroeg hij zacht.

Jenny slaakte een diepe zucht. ‘We vechten ertegen, meer kunnen we niet doen. Gelukkig is Benjie ook een vechter. Ik weet dat chemokuren tegenwoordig minder erg zijn, maar hij is nog altijd een dag of twee doodziek. Daarna is hij weer de normale wildebras. Hoewel, vandaag...’

‘Het was waarschijnlijk gewoon een astma-aanval,’ stelde hij haar snel gerust, maar hij vroeg zich af of Benjie had gezien dat zijn vader van pijn in elkaar was gezakt en de ambulance werd ingedragen. Hoewel hij nog erg klein was, begreep hij misschien toch wat dat betekende.

‘Ik hoop het,’ verzuchtte Jenny. Ze boog zich over het bedje om haar zoontje een kus te geven. Daarna zei ze tegen Brad, het enige kind op de afdeling dat nog wakker was: ‘Ik laat hem nu aan jou over. Als hij wakker wordt, moet je bellen.’

Sam vroeg zich af of het ziekenhuis soms een tekort aan personeel had dat de ene patiënt op de andere moest passen. De verpleegster achter het bureau glimlachte tegen hem, maar liet het aan Jenny over om hem uitleg te geven, terwijl ze terug liepen naar Bens kamer.

‘Brad is al zo vaak opgenomen dat hij denkt dat deze plek van hem is,’ zei ze. ‘Daar plagen we hem een beetje mee.’

Na een korte stilte voegde ze eraan toe: ‘En hij is gek op Benjie, hij past graag op hem.’