Geen tijd voor een kus(11)
‘Volgens mij is iedereen gek op Benjie,’ zei hij.
Blozend glimlachte ze. ‘Ja, dat klopt,’ fluisterde ze, voor ze Bens kamer binnen liep om te vertellen dat zijn zoontje vast in slaap was.
Hoofdstuk 3
Sam zat achter zijn bureau en deed alsof hij de dossiers die voor hem lagen bestudeerde. Hij vroeg zich af hoe laat Meg thuis zou komen en of het dan nog niet te laat was om haar uit te leggen wat hij had bedoeld.
Na een tijdje gaf hij het op en liep terug naar de kinderafdeling. Jenny zat met Brad te praten en hield onderhand een oogje op haar slapende zoontje.
‘Mag ik Benjies dossier even zien?’ vroeg hij aan de verpleegster.
Ze pakte een dikke map van het bureau. ‘Alles of alleen de laatste opnames?’
Toen hij de dikke map zag, besefte hij dat het onmogelijk was diezelfde avond alles nog te lezen. Misschien kon Jenny hem het een en ander vertellen.
Nadat ze Brad een goedenachtkus had gegeven, was ze terug gelopen naar Benjie. ‘Ben ligt te piekeren. Ik moet naar hem toe, maar ik vind het vervelend Benjie alleen te laten.’
‘Hij is vast in slaap, dus het lijkt me belangrijker dat je Bens stress gaat wegnemen,’ zei Sam, met zijn arm op haar schouder, terwijl ze naar het slapende kind keek. ‘Kom,’ zei hij, ‘terwijl we naar Ben lopen, kun je me alles over Benjie vertellen. Hoe oud is hij en hoe ver is hij met de behandeling?’
‘Noemen ze dat geen afleidingsmanoeuvre?’ vroeg ze met een glimlach. ‘Hij is twee. Drieënhalve maand geleden is de diagnose gesteld. Dokter Chan, de kinderarts, heeft onmiddellijk actie ondernomen en ons naar Brisbane gestuurd voor de eerste, intensieve behandeling. Daarna moesten we terugkomen om een katheder te laten inbrengen en de maand erop voor een behandeling van vijf dagen. Nu, in de vierde maand, krijgt hij dagelijks een 6-mercaptopurinetablet en eens per week een... Heet het niet methotrexate?’
Hij knikte, hij herinnerde het zich van de protocollen tijdens zijn stage als coassistent op de kinderafdeling.
‘Elke maand krijgt hij een injectie, ik ben vergeten hoe die heet, en aan het eind van de maand krijgt hij vijf dagen steroïden. Als hij die dag in het ziekenhuis is, eigenlijk zou dat morgen zijn, doen ze ook bloedtests. De uitslag daarvan bepaalt of zijn medicatie veranderd moet worden.’
‘Ja, of de dosis verhoogd moet worden,’ bevestigde hij. Ze stonden voor de deur van Bens kamer.
Het gordijn voor het raam naar de gang was dicht, dus hij zag pas dat Meg bij Ben zat toen ze de kamer binnen kwamen. Weer!
Ze stond op en kuste Jenny op de wang, maar vermeed het zorgvuldig hem aan te kijken. ‘Zou je het prettig vinden als ik vannacht bij Benjie waak, dan kun jij bij Ben blijven,’ zei ze tegen Jenny.
Bij wijze van antwoord gaf Jenny haar een dikke knuffel. ‘Ik heb Ben verteld over de SES-vergadering. Hij is ook van mening dat we een nieuw hoofd nodig hebben, maar ouwe Ned is er al zo lang dat niemand het hart heeft hem te vertellen dat het tijd wordt dat hij opstapt.’
Terwijl het gesprek voortkabbelde, observeerde Sam de twee vrouwen. Ze waren kennelijk dik bevriend. Kwam dat doordat Benjie zo vaak in het ziekenhuis lag?
‘Met Kerstmis was Jenny fantastisch,’ zei Meg toen ze met hem de kamer uit liep.
Hij begreep onmiddellijk welke Kerstmis ze bedoelde, maar het meest ergerde het hem dat Meg in staat leek zijn gedachten te lezen. Of zei ze zomaar wat om de spanning tussen hen te verminderen?
‘Kan er geen verpleegster op hem passen? Is er niet genoeg personeel?’ vroeg hij. Sinds hij had gezegd dat hij dacht dat ze zijn zusje was, was de gêne tussen hen nog groter geworden. Het leek of er een ondoordringbare, glazen muur tussen hen stond. Het praten over medische zaken maakte het iets gemakkelijker.
‘Dat doen we pas als een kind heel ernstig ziek is. Ik heb met Kristianne gesproken, de dienstdoende kinderarts. Ze zei dat het goed gaat met Benjie. Nu moeten we afwachten wat de oncoloog morgen zegt.’
‘Komt er een oncoloog alleen voor hem?’
Megs glimlach maakte duidelijk hoe ongelovig hij moest hebben geklonken. ‘We hebben nauw contact en kunnen te allen tijde met hem praten en hij met ons. Nadat Benjie was binnengebracht, heeft Kristianne bloed afgenomen. Zodra de uitslag er is, spelen we die door aan de oncoloog. Hij bepaalt dan of Benjie morgen behandeld moet worden of niet.’
Waarom keek Sam zo bedenkelijk? In haar oren klonk het heel plausibel wat ze had gezegd. Dacht hij soms aan zijn belachelijke bewering van eerder die avond?
‘Je bent naar die SES-vergadering geweest,’ zei hij beschuldigend. ‘Hoe weet je dit allemaal? Wie hem heeft ingeschreven, zijn bloed afgenomen, en alle details?’
‘Ik ben met Bill mee teruggereden naar het ziekenhuis. Hij zit ook bij de SES. Als jouw pieper afgaat, betekent dat crisis. Ik vind het niet prettig dat er dingen gebeuren waar ik niets vanaf weet.’