Geen tijd voor een kus(13)
Omdat ze zo geschokt was geweest door zijn woorden.
Hoe was het mogelijk dat zo’n afschuwelijk idee in zijn stomme hoofd was opgekomen? Onbegrijpelijk!
Haar gedachten dwaalden terug. Zelfs na dertien jaar waren de herinneringen nog levendig. Het weekend ervoor hadden ze elkaar gebeld, een vrolijk, opgewonden, verliefd gesprek. Wat was er daarna gebeurd?
Ze kon zich geen belangrijke gebeurtenis herinneren. Wel had de altijd zo koele, beheerste Sam de avond voor ze was gearriveerd gevochten.
Door zijn toedoen was Ben Richards met een gebroken kaak in het ziekenhuis beland. Daarna was hij zeven weken als een razende roeland door de stad getrokken. Hij was op een haar na gearresteerd wegens openbare dronkenschap, was bijna zijn rijbewijs kwijtgeraakt, onder andere vanwege veel te hard rijden op de Esplanade, en had bijna ieder meisje in het caravanpark versierd. Dat laatste was voor haar nog het ergste geweest.
De pijnlijke herinneringen verdringend schurkte ze zich behaaglijk tegen het koele leer van de ligstoel. Ze sloot haar ogen, maar het lukte haar niet de beelden, die als bijen door haar hoofd gonsden, te verjagen.
Sliep ze?
Vanuit de deuropening van de kinderafdeling keek Sam naar Meg, die opgekruld in de grote ligstoel lag, haar donkerrode haar over haar gezicht.
Hij wilde nog steeds een verklaring geven voor zijn opmerking bij het strand. Maar ze was kennelijk uitgeput en dit was niet het juiste moment noch de juiste plek voor uitleg.
Wat moest hij doen?
Weglopen?
Nijdig vervloekte hij zichzelf. Hoe had hij zo gevoelloos kunnen zijn? Waarom had ze niet geluisterd toen hij het op een rationele manier had willen uitleggen?
Zijn ogen gleden over het gebogen hoofd en zijn woede vervloog. Dit was Meg. Hoe zou hij niet kunnen weten hoe hij met haar om moest gaan?
Omdat hij haar kende als een meisje van zestien. Dit was een vrouw, een vreemde.
Ze sloeg haar ogen op. Had hij haar met zijn gedachten gewekt?
Hij liep de kamer in en knikte tegen de verpleegster die bij het licht van de nachtlamp achter het bureau zat.
Meg kwam overeind en zei kalm tegen de verpleegster: ‘Waarom neem je niet even pauze? Ik ben er en dokter Agostini is net binnengekomen. Ga maar even koffie drinken en iets eten.’
De jonge vrouw stond op en bedankte Meg. Daarna glipte ze zo snel weg dat Sam zich afvroeg of de spanning tussen Meg en hem zo sterk was dat het door anderen gevoeld kon worden.
Hij keek in de bedjes waar de kinderen, zelfs Brad, lagen te slapen. Daarna ging hij op zijn hurken naast de ligstoel zitten.
Aan de wazige blik in haar ogen te zien was ze nog niet helemaal wakker.
‘Sam?’
Was ze tijdens haar slaap haar vijandige gevoelens jegens hem vergeten dat zijn naam zo lief over haar lippen kwam?
Helaas verscheen er al weer snel een behoedzame uitdrukking in haar ogen.
Toen ongerustheid.
‘Hoe gaat het met Ben? Hij heeft toch geen nieuwe hartaanval gehad, hè?’
‘Nee, alles is goed,’ stelde hij haar gerust.
‘Wat...’
Hij zat nog steeds gehurkt naast haar. Ze keek hem aan en stelde zwijgend de vraag die ze niet had afgemaakt.
Hij had deze ontmoeting met zijn oude vriendin niet gewild of verwacht. Toch voelde hij een steek door zijn hart - het moest wel zijn hart zijn - dat alles nu zo akelig verliep. ‘Ik wil graag uitleggen waarom ik dat zei, eerder op het strand.’
Ze kneep haar ogen tot spleetjes en vouwde defensief haar armen voor haar borst.
‘Heb je vanavond nog niet genoeg uitgelegd?’
Toen hij zijn hand op haar arm legde, verstijfde ze.
‘Je weet best dat dat niet zo is.’
‘Nou, misschien heb ik er wel genoeg van om te luisteren,’ zei ze. ‘Ik kan nog steeds niet geloven dat je zoiets van mijn vader hebt kunnen denken, laat staan van jouw moeder. Je moet wel met een heel goede verklaring komen.’
‘Jouw vader heeft het schoolgeld voor mijn volgende schooljaar betaald.’
Meende hij wat hij zei? Toen ze begon te beven, greep hij haar bij de schouder en duwde haar zachtjes terug in de stoel. Ze had niet de kracht om zich uit zijn greep te bevrijden of om tegen te stribbelen.
Wat had ik dan moeten denken, Meg?’ vroeg hij. Hij nam haar handen in de zijne en ze liet het toe, ze begreep zelf niet waarom.
Had ze geen controle meer over haar gedachten en had ze iets nodig om zich aan vast te klampen, om terug te keren in de werkelijkheid?
‘Ik heb het helemaal verknald,’ zei hij. ‘We moeten het uitpraten. Het begon op de avond voordat je kwam. We waren met een heel stel naar de bioscoop geweest en Ben had gedronken.’
‘Ben Richards?’
Hij knikte. Zijn donkere hoofd boog naar het hare alsof hij haar een huwelijksaanzoek wilde doen, een idiote parodie.
‘Ben maakte een rare opmerking over...’ Aarzelend keek hij haar aan, met een smekende uitdrukking. Wilde hij zó graag dat ze luisterde? Dat ze het begreep?