Reading Online Novel

Erfelijk belast(11)



Zo kwam het dat Lockhart Flawse en Jessica Sandicott de heer en mevrouw Flawse werden terwijl het schip opstoomde naar Kaap de Goede Hoop en mevrouw Sandicott haar langgekoesterde wens om te trouwen met een steenrijke oude man die niet lang meer te leven had eindelijk in vervulling zag gaan. Meneer Flawse troostte zich op zijn beurt met de gedachte dat, wat voor nadelen ex-mevrouw Sandicott ook ten toon mocht spreiden als echtgenote, hij zich in ieder geval voor eens en altijd had ontdaan van zijn onwettige kleinzoon terwijl hij tegelijkertijd een huishoudster rijker was die hij niet hoefde te betalen en die nooit ontslag kon nemen. Als om dat laatste punt te benadrukken weigerde hij van boord te gaan toen het schip aanlegde in Kaapstad en werd het aan Lockhart en Jessica overgelaten hun wittebroodstijd kuis door te brengen met het beklimmen van de Tafelberg om elkaar op de top te bewonderen. Toen het schip aan de terugreis begon waren alleen hun namen en hutten veranderd. Mevrouw Sandicott verhuisde naar de hut van de oude heer Flawse, waar ze het lijdend voorwerp werd van de seksuele excessen die hij vroeger beperkt had tot zijn huishoudsters en de laatste tijd tot zijn verbeelding, terwijl Jessica en Lockhart in haar hut in eikaars armen lagen en door hun wederzijdse bizarre opvoeding allebei even onwetend waren dat het huwelijk nog meer met zich meebracht. Elf dagen lang voer het schip naar het noorden en tegen de tijd dat de twee echtparen van boord gingen in Southampton kon je zeggen dat, afgezien van de oude meneer Flawse, wiens uitspattingen teveel van zijn krachten hadden gevergd en die in een rolstoel van de loopplank moest worden gedragen, iedereen een nieuw leven tegemoet

ging.





4




De wereld van Flawse Hall op Flawse Fell, onder de schaduw van Flawse Rigg, mocht dan een belangrijke rol hebben gespeeld bij het overtuigen van Jessica dat Lockhart de held was met wie ze wilde trouwen, de wereld van Sandicott Crescent, East Pursley, Surrey, had geen enkele rol gespeeld bij de beslissing van Lockhart. Gewend als hij was aan de weidse heidevelden van de Schotse grensstreek, waar de roep van de wulp weerklonk tot hij hem neerschoot, was Sandicott Crescent, een doodlopende straat met twaalf degelijke huizen met degelijke tuinen, bewoond door degelijke huurders met degelijke inkomens, iets volkomen nieuws voor hem. De twaalf huizen waren in de jaren dertig als investering gebouwd door de vooruitziende, zij het wijlen meneer Sandicott. In het zuiden grensden ze aan de golfbaan van Pursley en in het noorden aan het vogelreservaat, een vlakte vol brem en berken die niet zozeer bestemd was om de vogelstand op peil te houden als wel de onroerend goed-waarde van meneer Sandicotts investering. Kortom, het

was een enclave van ruime huizen met volgroeide tuinen.

De inventiviteit van de architecten had ervoor gezorgd dat elk huis zo verschillend van stijl en gelijk van comfort was als maar mogelijk was. Pseudo-Tudor overheerste, met een mengeling van Speculanten Spaans-koloniaal, die je kon herkennen aan de groene, geglazuurde dakpannen en één voorbeeld van Brits Bauhaus met een plat dak, kleine, vierkante raampjes en hier en daar een patrijspoort om het geheel een maritiem tintje te geven. En overal waren bomen en struiken, grasvelden en rotstuinen, rozen en klimplanten allemaal even zorgvuldig gesnoeid en bijgehouden, om te laten blijken dat de eigenaars gecultiveerde mensen waren die in een elitaire buurt woonden. Al met al was Sandicott Crescent het hoogtepunt van suburbia, de top van de architectonische driehoek die het hoogste punt op de topografische kaart van de burgerlijke ambitie markeert. Het resultaat was dat de OGB torenhoog was en de huren vastlagen. Ondanks zijn scherpzinnigheid had meneer Sandicott destijds geen rekening gehouden met Huurbescherming en Vermogensaanwasbelasting. Dat eerste zorgde ervoor dat het onmogelijk was huurders op straat te zetten of hun huur op te trekken tot een winstgevend niveau; dat tweede zorgde ervoor dat er bij de verkoop van een huis meer in de staatskas dan in de portemonnee van de eigenaar vloeide; samen betekenden ze de doodssteek voor meneer Sandicotts voorzorgsmaatregelen voor zijn dochters toekomst. Ten slotte, en dat was in de ogen van mevrouw Sandicott nog het irritantst van allemaal, deden de bewoners van de Crescent veel aan lichaamsbeweging, aten ze verstandig en weigerden ze hardnekkig haar een plezier te doen door te overlijden.

Het was hoofdzakelijk de wetenschap dat ze was opgezadeld met twaalf onverkoopbare huizen waarvan de gezamenlijke huur nauwelijks de onderhoudskosten dekte die mevrouw Sandicott er van overtuigd had dat Jessica ten lange leste de meerderjarige leeftijd had bereikt die ze zo ijverig had getracht uit te stellen. Meneer Flawse mocht zich dan ontdaan hebben van een blok aan het been in de persoon van Lockhart, maar mevrouw Sandicott had hetzelfde geflikt met Jessica, zonder eerst verdere inlichtingen in te winnen over het fortuin van meneer Flawse. Het leek haar voldoende dat hij twintigduizend vierkante kilometer land, een kasteel en nog maar kort te leven had.