Erfelijk belast(105)
‘We noemen hem naar zijn grootvader,’ zei Lockhart terwijl Jessica de baby de borst gaf.
‘Maar we weten niet wie dat is, schat,’ zei Jessica. Lockhart zweeg. Het was waar dat ze er nog steeds geen idee van hadden wie zijn vader was en hij had zijn eigen grootvader in gedachten gehad toen hij dat zei. ‘We stellen de doop uit tot ’t voorjaar, als de wegen weer begaanbaar zijn en iedereen de plechtigheid kan bij wonen.’ Zo bleef de pasgeboren Flawse voorlopig haast even anoniem en in bureaucratisch opzicht even niet-bestaand als zijn vader, terwijl Lockhart een groot deel van zijn tijd doorbracht in Perkins Uitkijk. De kleine belvedère die op het hoekje van de hoge muur balanceerde diende als studeerkamer, waar hij door het gebrandschilderde raam kon uitkijken op de miniatuurtuin die door Gapability Flawse was aangelegd. Daar, aan zijn bureau, schreef hij zijn gedichten. Net als zijn leven zelfwaren die veranderd en milder geworden, en op een lenteochtend, toen de zon neerscheen vanuit een wolkenloze hemel en de koele wind om de buitenmuur speelde maar niet in de tuin binnendrong, begon hij aan een lied voor zijn zoon.
‘Speel de ganse dag, zoonlief,
Wees altijd opgewekt en vief.
Zodat niemand zeggen kan: “Z’n pa,
Liet hem alleen z’n centen na”.
’t Was zelfs geen naam die mijn pa naliet,
En hem nu veranderen kan ik niet.
Maar gezicht en naam zijn één geheel,
En zijn gedrag verklaarde veel.
Uit Spanje is destijds menig legioen gekomen,
En andere soldaten kwamen uit het verre Rome.
Net als de ruïnes, waar men naar wroet,
Laat dat sporen na, maar dan in ’t bloed.