Reading Online Novel

Dodenschip(78)



‘Heb je wel eens zo’n natuurfilm gezien? Met haaien die als bezetenen toehappen, of een roedel wolven die een hert heeft buit gemaakt? Mijn oudste broer Tony gromde soms naar ons.’ Ze glimlachte bij de herinnering.

‘Mijn ouders eisten altijd goede tafelmanieren van ons,’ zei Juan. ‘Ik kon een tik krijgen als ik mijn ellebogen op tafel zette.’

‘Onze enige regel was dat we het bestek moesten gebruiken om te eten, en niet om elkaar mee aan te vallen.’

‘Weet je al zeker wat er morgen gebeurt?’ vroeg Juan, om het gesprek weer op het werk te brengen. Zelfs in deze luxueuze omgeving werd het belang van hun missie nooit vergeten.

‘Ik heb er de hele dag over gepiekerd. Misschien kan ik geen revival van de responsivisten regelen, maar ik kan me wel staande houden in een conversatie met een van hen. Ik moet toegeven dat hoe meer ik over hen weet, des te krankzinniger het wordt. Dat iemand wil geloven dat een buitenaardse intelligentie in een parallel universum je leven kan beïnvloeden is voor mij onbegrijpelijk.’

‘Je hebt er allerlei types, denk ik,’ zei Juan. Hij was er altijd van overtuigd dat mensen zelf mochten kiezen wat ze wilden geloven, zolang anderen er niet door geschaad werden. Hij wilde daar niet over oordelen. ‘Het is wel duidelijk dat hun beveiliging veel alerter zal zijn, na wat wij gedaan hebben.’

Linda knikte. ‘Dat weet ik. Misschien laten ze mij niet eens binnen, maar we kunnen het wel proberen.’

Juan wilde antwoorden, maar vier mensen verschenen bij de ingang van de eetzaal. Julia Huxley droeg zoals altijd haar laboratoriumjas. Ze werd geflankeerd door Mark Murphy en Eric Stone, die zich allebei ook hadden opgefrist. Beide mannen droegen colberts en een stropdas, al waren de panden van Marks shirt te zien. Eric leek zich duidelijk verlegen te voelen in zijn kleding. Of misschien was het de vierde persoon in hun groepje, waardoor hij zich niet op zijn gemak voelde.

Julia haalde de sjaal voor Jannike Dahls ogen weg. Door de blinddoek had Jannike geen ander gedeelte van het schip gezien dan de ziekenboeg. Nu zag ze de eetzaal. Juan had toegestaan dat ze hierheen mocht komen, maar wel geëist dat ze onderweg geblinddoekt was. Janni droeg een geleende jurk uit de Magic Shop van Kevin Nixon. Ze was wel verzwakt, maar Juan kon begrijpen dat Stone en Murphy onder de indruk waren van de tengere, aantrekkelijke jongedame. Haar gezicht had weer kleur gekregen en haar lange haar hing over een blote schouder.

Onwillekeurig ging Juan staan toen ze dichterbij kwam. ‘Je ziet er geweldig uit,’ zei hij bewonderend.

‘Dank u wel, kapitein Cabrillo,’ antwoordde Janni, onwennig om zich heen kijkend.

‘Mijn excuses voor die blinddoek, maar hier aan boord mag niet alles gezien worden.’ Juan glimlachte toen hij zag dat Eric en Mark elkaar opzij duwden om als eerste een stoel voor Janni bij te schuiven.

‘U en uw bemanning hebben mijn leven gered, kapitein. Dus ik schik me graag in wat u wilt.’ Ze had een charmant accent en de drie mannen werden geboeid door haar stem. ‘Ik ben vooral blij dat ik even uit bed mag.’

‘Hoe voel je je?’ vroeg Linda.

‘Veel beter. Dokter Huxley heeft mijn astma onder controle, en ik heb geen aanvallen meer gehad.’

Eric won de strijd om de stoel en hij ging links naast Janni zitten. Mark keek verongelijkt en hij liep om de tafel, waar hij naast Linda ging zitten.

‘Helaas was er een misverstand in de communicatie met het keukenpersoneel.’ Toen Juan dat zei marcheerden de messbedienden, onder aanvoering van Maurice, met gerechten en schotels uit de keuken naar de eetzaal. ‘In de keuken meende men dat je uit Denemarken komt en niet uit Noorwegen. Ze wilden enkele nationale gerechten serveren, maar dat zijn dus Deense specialiteiten geworden.’

‘Dat is heel aardig van jullie,’ glimlachte Janni. ‘De Deense en Noorse keuken lijken zoveel op elkaar dat ik het verschil toch niet opmerk.’

‘Hoor je dat, Maurice?’

‘Nee, ik wil het niet horen.’

‘Eerst eten we haring,’ vervolgde Juan, ‘dat is het traditionele begin van elke maaltijd. Daarna fiskeboller, ik heb begrepen dat het een soort noedels met vis zijn. Dan geroosterd varkensvlees met rode kool en aardappelen, en als nagerecht pandekager, dat zijn pannenkoeken met ijs en chocola, of ris à l’amande.’

Bij die laatste woorden werd Janni’s glimlach nog breder. ‘Dat is een rijstdessert,’ verduidelijkte ze. ‘Met kersensaus. Mijn lievelingsgerecht, dat kennen we in Noorwegen ook.’

‘Kom je uit Oslo?’ vroeg Linda, toen de eerste gerechten op het linnen tafelkleed werden gezet.

‘Ik ben naar Oslo verhuisd nadat mijn ouders waren overleden, maar ik ben geboren in het hoge noorden, in Honningsvad, een klein vissersdorp.